Spreekt een fractievoorzitter van een oppositiepartij andere taal in de Tweede Kamer dan dezelfde persoon wanneer deze minister-president geworden is? Tussen de vroegere taal van het Kamerlid en de latere van MP Rutte is er zeker onderscheid, al was het door zijn mettertijd toenemend losse manier van presenteren. Anderzijds lijkt de premier zich van zijn staatsmansrol bewust. Bekijk de volgende citaten van Mark Rutte tegen belangrijke politieke tegenstanders die dateren uit z’n oppositieperiode:
- U weet dondersgoed dat beperking van de hypotheekrente bij dat tarief onmiddellijk gevolgen heeft voor mensen in goedkopere woningen, die niet langer kunnen doorgroeien. (Alg. Pol. Besch. 2006)
- U weet dondersgoed, ook uit de chaotische stemming aan het einde van de behandeling van dat wetsvoorstel, dat dit inmiddels een prak was geworden waar niemand iets meer mee kon. (Regeringsverklaring Balkenende 2007)
- Meneer Van Geel, u weet dondersgoed dat van dat wetsvoorstel niets over was gebleven! Het was geen eerste stap, het was helemaal geen stap! (Regeringsverklaring 2007)
- De PvdA-fractie beseft dondersgoed dat het altijd de mensen met het laagste inkomen en de slechtste huizen in de onveiligste buurten zijn die als eersten met de komst van buitenlanders worden geconfronteerd. (Regeringsverklaring 2007)
De krachtterm dondersgoed mag het Kamerlid Rutte geregeld gebezigd hebben, als premier spreekt hij andere taal en dit woord laat hij in die rol ongebruikt. Dat wil zeggen, totdat hij tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen van 2015 fors reageerde op uitlatingen van de tegenstander die in de peilingen hoger en hoger scoorde: “Dat toverstokje, zo zeg ik tegen de heer Wilders, via u mevrouw de voorzitter, is er niet. Hij weet dat dondersgoed, want hij loopt al 25 jaar hier mee.”
Mark Rutte houdt van woorden als dondersgoed. Tweemaal sprak hij van strontjaloers tijdens zijn tv-gesprekken: “Ik ben strontjaloers op mensen die één wenkbrauw omhoog kunnen doen (14.06.2013) en op 20 mei 2016 bekende hij zich ook strontjaloers op de ras-artiesten die de Toppers volgens hem zijn.
P.S. In de tegenwoordige Handelingen van de Tweede Kamer is het woord dondersgoed niet veel te vinden. Bewindslieden gebruiken het dus hoogst zelden, Kamerleden als Zijlstra en Azmani (VVD) en vooral de SP’ers Merkies en Leijten laten het horen. Wie verder terug zoekt, zal ontdekken dat Den Uyl het woord al in de Kamer liet vallen.