De premier gebruikte half mei 2016 in Vak K en dus in het gebouw van de Tweede Kamer een woord dat de Handelingen niet haalde, gelul. Met een beroep op de historische uitspraak van de vroegere PvdA-politicus Jan Schaefer (“in gelul kun je niet wonen” maar naar verluidt gezegd als Amsterdams wethouder) kunnen allerlei latere parlementariërs het woord op het Binnenhof gebruiken én in de Handelingen opgenomen zien. Dat is Ineke van Gent (GroenLinks) zelfs diverse malen gelukt. De bronnen zijn niet eensluidend, mogelijkerwijs heeft Marcel van Dam zijn vroegere collega Jan Schaefer in de Kamer geciteerd en is dat toen voor het verslag gecorrigeerd tot geouwehoer (dat zou dan op 13 mei 1981 gebeurd zijn).
In feite zijn er tegenwoordig weinig Kamerleden die de term zónder de hulp van Schaefer gebruiken – Fleur Agema is misschien de enige. Zij zei in 2009 over zorgcontracten om haar bijdrage snel af te ronden: “Voorzitter. Wat mij betreft is deze brief gelul.” Het woord kwam zonder problemen in het Kamerverslag. Ook de minister-president gebruikte het dus in de Tweede Kamer, aldus De Volkskrant: “De VVD-top heeft zich zeer gestoord aan de aanvallen vanuit het CDA op de ‘gebrekkige inspanningen’ die het kabinet aan de dag zou hebben gelegd om Umar weg te krijgen uit Turkije. Zij werd daar eerder deze maand aangehouden wegens haar kritiek op de Turkse president Erdogan. Toen het CDA-Kamerlid Raymond Knops het kabinet vorige week in een Tweede-Kamerdebat verweet dat het zich te weinig inspant om de vrijheid van meningsuiting te beschermen, kon premier Rutte zijn ergernis niet onderdrukken. ‘Wat is dit voor gelul?’, liet hij zich ontvallen vanuit het regeringsvak.” 1)
Op z’n persconferentie van 9 september 2016 zei hij het eveneens, toen in verband met uitdagend gedrag door jongeren met Turkse wortels in Zaanstad-Poelenburg : “O, je bent ook nog Turk dus u zult wel gestrest zijn over de coup in Turkije. Echt totaal gelul.” Een verslaggever – toevallig ook van De Volkskrant, Frank Hendrickx – vraagt na: “Als ik het goed verstond, zei u: het is gelul dat dit iets met Turkije te maken heeft?” en dat bevestigt Rutte: “Ja.”
Het zijn niet de emoties die de premier in hun macht hebben gekregen, ook al heeft hij zich naar eigen zeggen enkele dagen “kapot geërgerd” aan de kwestie-Zaanstad. Al op 2 september 2016 zei hij als het ware terloops over een gesprek van hem op straat, door iemand beschuldigd van zakkenvullerij: “Ik zeg: ze verdienen allemaal minder dan ik, dus lul niet zo dom. Nou prima, opgelost. Ik vind het eigenlijk altijd leuke gesprekken.” Bovendien, alleen al in zijn precieze hanteren van woorden als thans, nochtans en derhalve laat Rutte zich kennen als iemand die nauwgezet met zijn taal om gaat.
1) De Volkskrant 23 mei 2016. Ebru Umar, kritisch columniste met Turks en Nederlands paspoort, die een maand eerder was aangehouden in Turkije en een tijdelijk uitreisverbod kreeg wegens tweets over de Turkse president. Rutte kwam in het nieuws omdat hij in die tijd geregeld met haar belde en zich met haar arrestatie bemoeide.
Mocht dit de Handelingen niet gehaald hebben, dan komt dat waarschijnlijk doordat het buiten de microfoon is gezegd en/of duidelijk buiten de orde van de vergadering was (lees: hij had niet het woord en degene die wél het woord had, reageerde er niet op, evenmin als de voorzitter). Het lijkenboekje is al lange tijd afgeschaft.