De taal van de Mark Rutte is zonder enige twijfel wat bekend staat als ABN. Dat is de taal die Van Dale omschrijft als “Algemeen Beschaafd Nederlands”, maar net als het woord ABN-spreker zonder enige verdere toelichting of uitleg opgenomen. Tot de meest opvallende bijzondere kenmerken van de mondelinge Rutte behoren zonder twijfel nieuwe en politiek: hij spreekt ze niet zelden uit als “nuwe” en “poletiek”. Dat zijn woorden die inderdaad opvallend zijn om een realisering die afwijkt van wat de meeste sprekers doen, ook verreweg de meeste collega-politici. Nuwe is eerder Zuidelijk, poletiek eerder volksig van toon.
Er zijn daarnaast woorden die minder opgevallen zijn terwijl de premier ze desondanks realiseert op een manier die verschilt van de behandeling door de meeste ABN-sprekers. Europa is een daarvan. Bepaalde, vooral klassiek geschoolde, taalgebruikers laten in hun Nederlandse uitspraak het Grieks doorklinken dat immers de bakermat van de Europese beschaving is geweest. Gymnasiasten – Rutte is een van hen – leren dat klassieke woorden met eu uitgesproken worden als “ui”, zoals het bijwoord eu zelf (dat ‘goed’ betekent). Een van de voorbeelden is de muze Euterpe.
Rutte spreekt die andere naam uit de Griekse mythologie, Europa, zeker niet altijd uit als “Uiropa” en Europees zelfs (bijna?) nooit als “Uiropees” – aan een betweterig-pedante realisering hoeven we dus niet te denken. Maar zijn wijze van zeggen is op dit punt merkwaardig want héel geregeld is de impressie van “Uiropa” uit zijn mond zeker aanwezig. Misschien klinkt er toch wat invloed in door van de kant van een vroegere VVD-grootheid? De minister-president zegt tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen op 26 september 2013: “Dan kom ik op het blokje “Europa”, of zoals de heer Bolkestein zou zeggen: Uiropa.” Hij is zich van die uitspraak dus terdege bewust.
Maar een ander woord uit de mond van Rutte is een regelrecht raadsel – in tegenstelling tot Uiropa. De gesprekken met de minister-president via NPO 1 zijn via internet terug te halen en het is daarom vrij eenvoudig realiseerbaar om te luisteren naar het woord bestuderen. Neem drie uitzendingen als voorbeeld, 18 februari 2011, 14 juni 2013 en 30 oktober 2015. Daarmee is uitgesloten dat die uitspraak een toevallige maar vreemde verspreking geweest zou zijn. In die drie MP-gesprekken komt het woord bestuderen achtereenvolgens eenmaal, tweemaal en in het derde geval zelfs driemaal voor. In alle, herhaal alle, gevallen zegt Mark Rutte “bèstuderen” – anders dan wat normale sprekers van het ABN gewoon zijn te doen en “buhstuderen” zeggen.
Of, veel simpeler, kijk en luister naar dit fragment van de persconferentie na de ministerraad van 6 september 2013 waar Rutte antwoordt op vragen van Ron Fresen (NOS) over een uitspraak in de slepende zaak rond Srebrenica en de drie moslimmannen. De Nederlandse staat is daarbij aansprakelijk gesteld – let vooral op bij 1’54”, 2’04” en 2’16”:
Ruttes uitspraak “bèstuderen”, een raadsel.
Aanvulling 12.12.2016: In het Gesprek met de minister-president van afgelopen vrijdag met Tijs van den Brink (09.12.2016) viel “bèstuderen” liefst drie- of viermaal.
Aanvulling 22.12.2017: Ongeveer 10′ vanaf het begin van zijn wekelijkse persconferentie zei de premier het ook vandaag, “bèstuderen”.
Aanvulling 29.05.2022: De RVD verstond bèstuderen als destilleren – geen wonder. Dat gebeurde in mei 2022, hier het stukje dat daar onder andere over geschreven werd.