Het is een nuance aanbrengend woordje, nogal. Tegelijkertijd kan het een vilein trekje krijgen als het gebruikt wordt om iets negatiefs te nuanceren, dat wil zeggen zogenaamd te nuanceren. Het woordenboekvoorbeeld “hij lijkt mij nogal pedant” wekt een vervelender en minder neutrale impressie dan “hij lijkt mij pedant” zónder toegevoegd woordje. Wiedes betekent ‘logisch’, nogal wiedes levert er een bepaalde veroordeling bij in de sfeer van Louis van Gaal: ben ik nou zo stom of…
In de taal van de minister-president klinkt eenzelfde spot door in zijn opmerking “het hele instrument van een motie van wantrouwen is nogal geprolifereerd sinds het fenomeen PVV tot ons is gekomen. Want die dienen bijna wekelijks een motie in.” De niet-neutrale opmerking ontleent zijn kleur aan de combinatie van nogal en prolifereren, vergezeld van “het fenomeen PVV” dat “tot ons is gekomen”. (PC 14.02.2104) Prolifereren werd voorheen geassocieerd met de verdere verspreiding van kernwapens en fenomeen is evenmin neutraal gekozen als “tot ons gekomen”. Dat lijken me overstatements en die laten zich niet nuanceren, tenzij met komisch oogmerk.
Mark Rutte combineert nogal nogal eens met wat zoals in de volgende gevallen op de wekelijkse persconferenties na de ministerraad. Het kan bewonderend zijn, het kan kritiserend zijn, maar telkens is het een krachtige uitspraak die juist een understatement is:
- Ik vind het nogal wat. (Bedoeld: ‘het zijn écht hervormingen’, 05.11.2010)
- het is nogal wat wat je iemand vraagt (namelijk voor een gróot ministerschap, 6.12.2011)
- Maar eurobonds is nogal wat (Rutte is uitdrukkelijk tégen deze obligaties, 22.06.2012)
- Er zitten nogal wat ruige aannames in de CPB-doorrekeningen (‘veel, ze zijn wat weinig precies’, 14.06.2013) 1)
Tot de regionale taal van Midden- en Zuid-Nederland beperkt lijkt de volgende opmerkelijke constructie van nogal+ontkenning zoals de premier die bezigt in:
- Het is nogal geen techniek zeg, die er ook bij te pas komt. (Over de verkiezingen voor de Eerste Kamer: 20.05.2011)
- Nou, we stimuleren de economie dus voor 23 miljard, dat is namelijk geld wat we uitgeven wat we niet hebben. Dus dat is nogal geen stimulans. (30.11.2012)
Vergelijk met de uitingen van Rutte krantencitaten als: “Het zijn ook nogal geen rotklappen die je soms hoort.” (Rotterdams Dagblad, 24.12.2011) en “Het zijn nogal geen bedragen die je moet neertellen om dat briefje te krijgen.” (De Gelderlander 02.11.2013) Bij al die vier voorbeelden kan iemand de neiging krijgen om aan te vullen: “Nogal geen? Juist wél!”
Getuige een voorbeeld als “Dat was me nogal geen Keulse reis vanuit de buurtschap waar ik toen woonde” (Deventer Dagblad 23.05.2012) is aan te nemen dat in nogal geen het persoonlijk voornaamwoordje me is weggelaten. Dat zal ook gelden voor de constructies zonder ontkenning (het is nogal wat kan ontstaan zijn uit het is me nogal wat). Het betreft me in de functie van de zogeheten ethische datief als in ‘t Is me wat. Die datief wordt juist gebruikt als persoonlijke onderstreping zoals hier door Rutte: de verkiezing van de Senaat betreft een zéer ingewikkeld systeem en 23 miljard is wel een erreg groot bedrag.
1) Ruig is een woord dat leden van de huidige VVD-PvdA-coalitie momenteel vrij graag bezigen, staatssecretaris Eric Wiebes (VVD) voorop. Het krijgt de nieuwe betekenis ‘onzeker, niet-precies’. Dat is dus inhoudelijke inflatie, allicht veroorzaakt naar het voorbeeld van het dubbele gebruik van ruw: ‘borstelig, onbewerkt’ naast ‘niet-nauwkeurig’.
Aanvulling d.d. 27.10.2016. Bij de begrotingsbehandeling Algemene Zaken en Koning zei de premier vandaag volgens het voorlopige verslag: “Het is mijn absolute overtuiging dat er nogal een verschil is tussen de verschillende voorbeelden die de heer Pechtold noemt.” Toen ik luisterde, had ik genoteerd: “… dat er nogal niet een verschil is”.
Over verschillen gesproken.
Aanvulling d.d. 28.04.2018. In het debat over de onderliggende stukken die leidden tot de afschaffing van de dividendbelasting (25 april j.l.) zei premier Rutte over het regeerakkoord: “Uiteindelijk moesten die 73 pagina’s een keer tot stand komen. Het is me nogal niet wat!”
Over overeenkomsten gesproken.