Hoe gaan media om met het woord bizar? Kijk naar krantenkoppen als deze: “Bizar: Chinese peuter valt uit kofferbak”, “Bizar ongeluk kost 92-jarige het leven”. Of uit de sector man-bijt-hond: “Bizar: hongerige tonijn verslikt zich in meeuw.” Dat is komisch, het is tegelijkertijd verrassend want bizar betekende eerst “grillig, niet eenvoudig en natuurlijk” (Van Dale).
Een woord met zo’n uitgesproken inhoud vestigt alle aandacht op zichzelf en het is dus niet vreemd dat het in zwang raakte in het parlement (in de loop van de jaren ’70 van de vorige eeuw): bij ons komt het met een zekere vertraging in gebruik in vergelijking met het Engelse bizarre.

BIZARRE Google 1920-2000

BIZAR KB 1950-1990
Het woord schreeuwt als het ware om attentie en toch zal het bij geregelder gebruikt afgezwakt raken. Een signaal daarvan zien we in de gangbaarder wordende combinatie te bizar voor woorden. Daar blijkt dat er gradaties zijn op het terrein van bizarrerie, iets kan nóg bizarder zijn dan gewoon bizar. De MP liet tegenover Pieter Jan Hagens in zijn televisiegesprek van 9 maart 2012 horen mee te gaan in deze taalontwikkeling, toen hij gebeurtenissen in Syrië omschreef als “té bizar en ja voorbij wat je je kunt voorstellen”. Dat laatste lijkt een Nederlandse overzetting van beyond imagination, een vertaal-anglicisme net zoals aan het eind van de dag.
Een woord met een absolute betekenis (grillig-wonderlijk) bleek gradaties te kunnen krijgen en dat maakte de weg vrij voor betekenisverzwakking. Dat blijkt bijvoorbeeld uit dit soort uitingen in media: “Deze bizar simpele truc geeft je iPhone meer opslagruimte” en “Bizar veel toeschouwers in stadion Nigeria”. Bizar is hier geen bijvoeglijk naamwoord meer maar een bijwoord dat in dienst staat van het volgende woord waarvan het de inhoud onderstreept, bizar simpel, bizar veel. In die ontwikkeling staat bizar niet alleen, enorm, erg, ongelofelijk, verschrikkelijk zijn eerder dezelfde weg gegaan. Dat geldt eveneens voor idioot en nog onlangs voor spectaculair: zie de bijdrage van gisteren.
Ook Rutte bedient zich van de nieuwere variant. Op de persconferentie van 12 april 2013 kwalificeerde hij een bepaald type voertuigen als “bizar mooie auto’s” – bizar als bijwoord van graad.
P.S. Staatssecretaris Robin Linschoten (VVD) is wellicht de eerste parlementaire gebruiker van te bizar voor woorden. In de Kamer zei hij op 28 november 1995: “Als u antwoord van mij wilt op de vraag of ik dat voor de hand vind liggen of dat ik het te bizar voor woorden vind om te veronderstellen dat dat nog gaat gebeuren, zit ik dichter bij het tweede antwoord.” Toch nog een nuance, verscholen te midden van woordengekletter.