Opbouwen

Iemand die net als Rutte in Den Haag is opgegroeid, maakt op grond daarvan deel uit van dat stuk van Nederland waar bijvoorbeeld heel neutraal “breje” gezegd kan worden en “houwe” – in geschreven vorm brede en houden. Geschreven wordt in de letterlijke weergaven maar één variant, zoals dat ook geldt voor dadelijk en laten we – ook al zegt Mark Rutte altijd “dalijk” en “la-we”. Het ene (“breje”, “houwe”)  is spreektaal en klinkt wat volkser, het tweede (“brede”, “houden”) is ABN-neutraal en in die vorm ook prima uitspreekbaar. Dat laatste maken de ABN-sprekers van wat verder buiten de Randstad duidelijk. Blijft opmerkelijk dat de grote ANS daarover zwijgt net als Van Dale en ook dat we in het ABN geen ruimte bieden voor breje naast brede. Het woordenboek noemt wel goeie (in spreektaal naast goed) en noemt bijvoorbeeld het informeel-regionale effe naast het neutrale even frappant genoeg wél.

EFFE (Van Dale)

Mark Rutte kan dus spreken van het “zoeken naar dat breje draagvlak” (PC 01.03.2013) of “een breje kamermeerderheid” (PC 12.02.2016). Maar als hij het over een specifieker, technischer onderwerp heeft, dan zegt hij opeens op de persconferentie van 15 januari 2016 “departementen met een brede scope”. Juist dat direct volgende, Engelse scope maakt de uiting minder volks, minder gewoon en daar is brede een passender compagnon dan breje.

In het gesprek met de minister-president op 13 januari 2012 met Tijs van den Brink keek Rutte terug op het afgelopen Ouwejaar, terwijl hij het even eerder had over Oudejaarsavond. Beide passen in zijn taal, het hangt misschien van z’n luim, maar zeker ook van de context en de inhoud af.

Dat was bij het gesprek van 1 november 2013 te horen, met Ferry Mingelen, toen het ging over de Nederlandse missie naar Mali. In plaats van helderder te moeten spreken over aangevallen worden, onder vuur liggen en terugvechten (zie Knokken), sprak de premier ontwijkend op een meer indirecte manier over de mogelijkheid “om wat heet escalatie-dominantie zelf te kunnen opbouden, bouwen”.

Wie wat royaal buiten de Randstad opgegroeid is, kán zich niet verspreken door eerst “opbouden” en dan ogenblikkelijk daarna zichzelf corrigerend “bóuwen” te zeggen. Voor Rutte ligt die verspreking hier meer voor de hand: niet alleen omdat hij in Den Haag is opgegroeid maar vooral omdat een woord als escalatie-dominantie hem eerst als het ware de minder informeel klinkende variant in de mond gaf en dat zou (parallel aan houden) “opbouden” zijn.

Duttendel, Ruttes geboortewijk in Den Haag

Over Siemon

Siemon Reker (1950, Uithuizen) was hoogleraar Groninger taal en cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen tot aan zijn emeritaat in 2016. Eerder was hij onder meer streektaalfunctionaris van de Provincie Groningen en actief in de journalistiek (Nieuwsblad van het Noorden, Radio Noord). Publicaties staan onder het kopje C.V.
Dit bericht is geplaatst in Taal van Rutte met de tags , , , , , , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.