De Rijksvoorlichtingsdienst – ressorterend onder het ministerie van Algemene Zaken – biedt een prettige service door enkele dagen na de wekelijkse persconferentie van de minister-president een letterlijke weergave daarvan te publiceren. Politici, journalisten en anderen die even snel willen nagaan wat de premier op die bijeenkomst precies gezegd heeft, hebben in die mediatekst dus een efficiënt hulpmiddel.
Nu heet het wel altijd “Letterlijke tekst van de persconferentie van minister-president Rutte na afloop van de ministerraad op (…)” maar echt letterlijk is het niet. Dat is alleen al begrijpelijk door het weglaten van eh of het soms wat gladstrijken van een zin. Er wordt ook weleens een woordje op een andere plaats geplaatst dan in de uiting van Rutte. Het wordt wat vreemder voor wie let op zal en zul of kan en kun: daar gaat de redactie bijna net zo corrigerend mee om als met de aanpassing van niks naar niets.
Niet altijd kan de redactie horen wat er gezegd wordt. Dat kan een technische oorzaak hebben (de microfoon is niet in de buurt, twee sprekers zijn tegelijkertijd aan het woord) maar ook een inhoudelijke: degenen die de ondankbare overtiktaak hebben, kennen niet ieder woord (zie Exegese, Kond). De redactie noteert dan dat dit onverstaanbaar was. Dat wordt blijkbaar niet door een ander op het ministerie verbeterd of gecontroleerd waardoor ook spel- en tikfouten jaren kunnen blijven staan (zoals beschermt in plaats van beschermd, Duisters als naam van de buren). De namen van de vragensteller op de persconferentie staan vaak maar niet altijd vermeld en niet steeds correct. Aan hun vragen wordt ook een tikje minder aandacht geschonken dan aan wat Rutte zegt. De teksten zijn dus duidelijk minder verzorgd dan wat de Dienst Verslag en Redactie in het parlement aan Handelingen levert, en toch: die mediateksten zijn een buitengewoon handig hulpmiddel.
Op de persconferentie van 7 december 2012 wordt een als-danvraag aan de premier gesteld over Co Verdaas (zie de noot bij Achten). Had de staatssecretaris kunnen aanblijven, als…? Meestal is Rutte daar snel klaar mee in zijn afwijzing, nu heeft hij wat meer woorden nodig: “Nogmaals, dat is een vraag naar: hoe zou dat gesprek zijn gelopen. Dat is niet te zeggen, want dan zou je, ik denk dat is echt terugschaken als die informatie er wel was geweest hoe we die dan met elkaar hadden gewogen etcetera, etcetera. Daar kan ik geen convident antwoord op geven.”
Vier jaar lang heeft de Nederlandse minister-president in een webtekst van zijn eigen ministerie ergens geen convident antwoord op gegeven – een woord waarvan ik voor het gemak aanneemn dat het nog niet in het Nederlands bestaat. De premier heeft het duidelijk hoorbaar over een antwoord dat concludent is, ‘tot een dwingende conclusie voerend’. Dat woord kent hij. Hij gebruikt het om te antwoorden (28.05.2014) op de suggestie dat de Britse neiging tot een Brexit groter zal worden als Juncker voorzitter van de Europese Commissie mocht worden: “Ik heb op geen enkele manier het gevoel dat dit een concludent punt zou zijn in dat debat, het zal een element zijn, maar niet concludent.”
Goed, concludent is hier ‘doorslaggevend’, maar dat komt in de buurt van wat er in het woordenboek staat. Het is geen anglicisme (denk ik), het onderwerp van de eerdere dagen deze week. Maar juist concludent is een mooi woord om een kalenderjaar mee af te sluiten. Of zullen we convident nog gauw even van een ander plagerig voorbeeldje voorzien, ook opgeduikeld in die prachtige mediateksten van het Ministerie van Algemene Zaken? Vooruit, bij wijze van Oudejaarsconference kijken we kort naar de persconferentie van 25 november j.l. Minister Dijsselbloem kon een meevaller melden en dat bracht premier Rutte tot het volgende antwoord op een vraag van Ron Fresen over de besteding daarvan: “Je hebt een begrotingssystematiek en het lijkt mij verstandig om die te volgen. Die is in 1994 ontwikkeld door Gerrit Zalm, die gaat uit van een verstandige koers waarbij je eventuele meevallers niet ineens allemaal weer pot verteert, maar er voor zorgt dat je daar op een verstandige manier mee omgaat.”
Uit het antwoord van Rutte heb ik voor het gemak iets weggeknipt: “[… gaat uit van] een prentmatig begrotingsbeleid [, een verstandige koers…]”. Prachtig, een ambtenaar die prentmatig verstaat waar trendmatig gezegd is. Tot volgend jaar!

Fragment mediatekst 25.11.2016