De oorspronkelijke betekenis van draagvlak is waarschijnlijk helemaal verdrongen door de figuurlijke die er van afgeleid is in het politieke taalgebruik. Dat is geen wonder: de politiek gebruikt het woord zodanig veel, dat de vroegere inhoud ondergesneeuwd is geraakt door de latere en dat is waarschijnlijk gebeurd tegen het eind van de 20ste eeuw. Wie zou gaan tellen, kan het woord alleen al in de persconferenties van de minister-president in de periode van 2010 tot 2016 enkele honderden malen horen.
Wat is de eerste betekenis van draagvlak? Heel letterlijk ‘vlak dat een last draagt’. Via het Engels (airfoil of airofoil) komen we googelend al snel op dit soort afbeeldingen:

AIRFOIL Google-afbeeldingen
In concreto is draagvlak dus ook een vliegtuigvleugel, het vlak dat het toestel in de lucht houdt.
De figuurlijke lezing (al hoorbaar in de Tweede Kamer vanaf het midden van de vorige eeuw) blijkt uit wat de premier zegt op z’n allereerste persconferentie na de ministerraad van 5 november 2010. Rutte-I is dus juist aangetreden, het betreft een minderheidskabinet van VVD en CDA dat op een bepaald aantal onderwerpen op basis van afspraken gedoogd wordt door de PVV en het kabinet dus op een aantal dossiers in de lucht houdt. Daar hoorde een missie naar Afghanistan niet bij. Vandaar dat de minister-president hierover moest zeggen: “Maar er moet wel voldoende draagvlak voor zijn. Je kunt dit niet met 52 zetels.” Het draagvlak is hier dus allerminst breed – de gebruikelijkste metgezel van draagvlak – en er moet dus met andere partijen overlegd worden om instemming te krijgen. Draagvlak in de Kamer – hetzij de Tweede, hetzij de Eerste – is uit te drukken in een getal, namelijk de helft plus één bij een stemming.
Dat ligt anders met de tweede sector waar het ook geregeld over gaat: het zoeken naar draagvlak in de maatschappij. In dat opzicht mogen er geen cijfers van zijn, ze beïnvloeden de stemming in het parlement. Neem de actie van de bewindslieden op Volksgezondheid: “Zij werken aan het zoeken naar draagvlak bij ziekenhuizen en zorginstellingen, koepels, verzekeraars etcetera”. 1) (PC 30.11.2012)
Maar er zijn grenzen. Die stelt Rutte vast in een bij hem relatief weinig voorkomend betoog van algemene strekking. Dat houdt hij op dezelfde persconferentie van 30 november 2012, kort na het aantreden van de nieuwe coalitie van VVD en PvdA: “De grens ideologisch ligt natuurlijk, wanneer je van polderen over gaat in het corporatisme, dat je daadwerkelijk beslissingsbevoegdheid van de Tweede Kamer overdraagt naar andere maatschappelijke gremia, dat is hier niet aan de orde. Wat we hier doen is binnen het bestel van het vertegenwoordigende evenredige parlementaire democratie, streven naar een zo groot mogelijk draagvlak.”
Kortom, een aeronautische metafoor net als in de vorige aflevering.
1) Mark Rutte zegt (misschien wel) nooit enzovoort, maar etcetera of iets royaler etcetera etcetera. Daarmee is de premier geen eenling. In het kalenderjaar 2016 staat enzovoort enkele tientallen malen in de Handelingen van de plenaire vergaderingen van de Tweede Kamer, et cetera daarentegen enkele honderden malen. (Dat gegeven moeten we wel nuanceren: bijna 100x staat tot mijn verrassing in het verslagjaar enzovoorts genoteerd.)