Loep (i)

In het overleg met de Tweede Kamer over bepaalde financiële voornemens ten behoeve van een van de koloniën op 22 november 1912 spreekt minister De Waal Malefijt. Hij zegt volgens het verslag het volgende: “(…) wanneer deze het bureau van den Gouverneur-Generaal zijn gepasseerd, worden zij hier op het Plein nog eens behoorlijk onder de loupe genomen en het is meer dan eens gebeurd, dat nader overleg met Indië er toe leidde, dat voorgestelde traktementsverhoogingen of geheel achterwege bleven òf aanmerkelijk werden beperkt.”

Dat is de eerste keer dat iets in de Tweede Kamer onder de loupe (later loep) genomen wordt. De tweede maal gebeurt het al in 1916 als het gaat over de tekst van de Grondwet. Daarna zien we de combinatie onder de loupe nemen vaker en vaker –  het is al in het begin van de jaren ’20 van de vorige eeuw tot een vaste uitdrukking geworden.

Vóor dat werkwoord nemen en dus vóor 1912 wordt de loep gebezigd in vast gezelschap van allerlei verba videndi, werkwoorden die ‘zien’ uitdrukken, zoals deze:

1885 met een loupe gaan bezien

1889 met een loupe gaan bekijken

1898 Het glas van zyne loupe is hetzelfde gebleven, alleen de oogen zijn verzwakt, en nu kan die man maar niet begrijpen, dat hij, om alsnog te kunnen werken als voorheen, eerst moet beginnen te leeren door een ander glas te zien.

1908 onder de loupe zou worden bekeken

1908 kijken zij door een heel goede loupe

1908 dat zij met een loupe beschouwd moeten worden

We zien een snelle toename van het gebruik van het woord loupe in en na 1908 en het is daarom geen wonder dat sprekers juist dan gaan zoeken naar een zekere variatie op dat punt. Het lijkt wel alsof die variatie vervolgens weer snel verdwijnt zodra de wijze van zeggen onder de loep nemen eenmaal is gevonden en inburgert. *)

Soms neemt iemand iets niet onder de loep maar legt hij. Toenmalig justitieminister Van der Steur deed dat op een heel bijzondere manier toen hij zich op 20 januari 2016 moest verantwoorden in een debat dat heette “Onderzoek naar professor Maat”. Deze patholoog-anatoom was betrokken bij het onderzoek naar de lichamelijke resten van de ramp met de MH17 (zie de identificatiestraat) en hield daarover lezingen voor (aspirant-)specialisten. Toen een journalist daar in één geval toegang toe had gekregen en erover berichtte, was er opwinding over het feit dat over de afwikkeling van de ramp zo publiek bericht werd, inclusief foto’s. Ook minister van Veiligheid en Justitie Van der Steur sprak daar schande van. De Handelingen geven Van der Steurs excuuspad als volgt weer: “Op de avond van 22 april heb ik mij achteraf bezien te veel laten leiden door emotie. Het was beter geweest als ik mij zakelijker had uitgelaten. In de loop der tijd heb ik gereflecteerd op mijn eigen functioneren. Dat heeft ertoe geleid dat ik in september vorig jaar de heer Maat heb uitgenodigd voor een gesprek op mijn kantoor. Wij hebben toen een goed en open gesprek gevoerd en zijn ieders ons weegs gegaan.**) Vervolgens heb ik, naar aanleiding van de ontwikkelingen in dit dossier, mijn eigen functioneren nog eens onder de loep gelegd. Ik heb mij afgevraagd hoe ik mij, als ik nu, vandaag de dag, geconfronteerd zou worden met een soortgelijke situatie, over die situatie zou uitlaten.

Ik kwam tot de conclusie dat ik mij dan zakelijker had uitgelaten. Ondanks mijn emoties, ondanks mijn betrokkenheid bij de nabestaanden, ondanks dat ik wist dat de feitelijke situatie zeer veel bezorgdheid, zorg en schok bij de nabestaanden had veroorzaakt, had ik mij zakelijker uitgelaten. De eerste les die ik uit dit dossier getrokken heb, is dus dat het passend was geweest als ik mij op die avond van 22 april zakelijker over deze kwestie had uitgelaten. Ik ben van heel ver gekomen om dat voor mezelf te kunnen onderkennen. Dat is ook de reden dat ik niet eerder aan professor Maat mijn excuses voor die uitlatingen heb aangeboden, maar dat ik dat wel in alle oprechtheid vorige week heb gedaan. Professor Maat heeft dan ook aangegeven mijn excuses te aanvaarden.”

De volgorde was dus dat (1) de minister reflecteerde in de loop der tijd op z’n eigen functioneren, daarna (2) prof. Maat uitnodigde en met hem een gesprek had, (3) zijn eigen functioneren onder de loep gelegd en ten slotte (4) excuus aangeboden. In combinatie met een loep wordt het observeren impliciet uitgedrukt in het gebruik van het werkwoord leggen net als dat ook met nemen al het geval was.

*) In verband met spelling(s)regels verschijnt loep voor het eerst in het midden van de jaren ’50. Dat is dezelfde grond als waarop loupe na 1991 uit de Handelingen is verdwenen.

**) Nota bene: ieders ons weegs. Dat lijkt een geval van prolepsis, hier het voordringen van een s.

Over Siemon

Siemon Reker (1950, Uithuizen) was hoogleraar Groninger taal en cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen tot aan zijn emeritaat in 2016. Eerder was hij onder meer streektaalfunctionaris van de Provincie Groningen en actief in de journalistiek (Nieuwsblad van het Noorden, Radio Noord). Publicaties staan onder het kopje C.V.
Dit bericht is geplaatst in PARLEVINKEN. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.