
Ruttiaans lachen bij Jinek
IN HET NIEUWS de minister-president. Hij zei gisteren in die bijzondere persconferentie na de ministerraad die voor een deel de persconferentie van de VVD-lijsttrekker was: dat hij sprak van supergaaf “in mijn Ruttiaanse Nederlands”. Waar verwijst de premier naar bij de betiteling Ruttiaans? Laten we niet aan de Ruttiaanse reeks maar aan de Volkskrant denken als bron. Daar werd op 26 januari de kwestie behandeld die lezer Arnout Manger uit Monnickendam aanzwengelde over “het merkwaardige gebruik van opzouten” door Mark Rutte. Bart Koetsenruijter schrijft in reactie op de lezerskwestie onder andere dit:
“Het is stilaan een Ruttiaans begrip geworden dat ‘wegwezen’ betekent. Alleen: dat betekent het (nog) niet. Van Dale geeft vooralsnog slechts twee betekenissen aan opzouten: ‘in het zout leggen’ en ‘laten liggen, voorlopig niet gebruiken’. Maar hoe gaat dat met taal? Zoals Manger schrijft: ‘Sterker dan weggaan of wegwezen, maar minder grof dan oprotten. Blijkbaar voorziet het gebruik van opzouten in een behoefte en is het onomkeerbaar.’ Dus? Hoewel ons de betekenis ‘wegwezen’ voor de hand liggend en zelfs bekend voorkomt, kan de Volkskrant voor alle duidelijkheid en eenduidigheid beter niet voor de troepen uit lopen en zich houden aan de betekenissen die Van Dale geeft.”
Het is vrij verrassend, dat iemand van de Volkskrant schrijft dat deze betekenis hem zelfs bekend voorkomt. Zullen we in het Volkskrant-archief enkele voorbeelden uit een grotere hoeveelheid lichten? In de verte hoor ik momenteel Rintje Ritsma op de televisie praten als pauzenummer bij het schaatsen in Korea. Op 28 januari 1995 citeerde de Volkskrant hem aldus: “’Nu kruipen tijdens de training de Russen en Japanners vaak achter mij, willen ze m’n slag imiteren. Ze doen maar, als het maar niet te lang duurt. Niet vier rondjes achter elkaar natuurlijk, dan moeten ze opzouten. Ga ik wat langere slagen maken, beetje meer zwieren. Aan hun ademhaling en het krassen van de schaatsen hoor ik dat ze dan in problemen komen. Moeten ze kleiner gaan rijden en lossen. Is wel lachen. Even dat gevoel: ik ben de beste.”
En nog wat voorbeelden van opzouten in dit nieuwe gebruik uit allerlei sectoren:
- (18.04.2015) “McDonald’s moet Brabantse worstenbroodjes en boerengroentesoep opnemen in het assortiment of anders opzouten uit Brabant.”
- (19.06.2013) “(…) een oude zak die moet opzouten van de televisie.”
- (20.10.2011) “Wie niet kan gehoorzamen, kan maar beter opzouten.”
- (27.09.2008) “Na drie keer vier jaar moeten ze opzouten – in principe dan.” (over GroenLinks-kamerleden)
- (11.12.2004) “(…) opzouten met je cola/hypotheek/iPod, geef mij mijn uitzicht terug.”
- (06.02.2004) (over dissident-Lazrak) “Niet totaal achter de SP staan, dan opzouten maar!”
De Volkskrant loopt niet voor de troepen uit? Het gebeurt daar al meer dan 20 jaar en dat is logisch ook want het is andersom: de praktijk wordt door de lexicografen gevolgd. Woordenboekmakers schrijven taalgebruikers niet voor, ze schrijven hen ná. Van Dale heeft de marsroute van opzouten dan kennelijk nog niet geobserveerd in tegenstelling tot Mark Rutte.
Die route gaat als volgt, durf ik te veronderstellen op grond van wat ik enkele jaren terug schreef in het boekje Asjeblieft! (Assen 2013). Uitroepen en dat soort woorden kunnen een ongewenst woord zijn die we op verschillende manieren vermijden en tegelijk tóch krachtige taal gebruiken. Eén methode is het beginstukje van die krachtterm nemen en voordat de luisteraar er erg in heeft, wisselen we gauw van baan naar een neutraal woord maar met een andere betekenis, namelijk die van de uitroep. In dat boekje noem ik het voorbeeld Heden! dat voorkomt de uitroep Here! die in zekere kring liever niet gehoord wordt.
Met welk ander werkwoord dat te grof is volgens allerlei Nederlanders deelt opzouten het identieke begin én de beoogde betekenis van ‘inrukken’? Opsodemieteren.
Overigens: de huidige elektronische Van Dale bevat wel degelijk een opzouten ii met als betekenis ‘ophoepelen’. Dat lijkt dus een zwakke omschrijving.