Bezopen

Er zijn tijden geweest dat het woord bezopen minder viel in de Tweede Kamer dan momenteel. Als we de verslagen van de Tweede Kamer in tweeën verdelen op basis van de wijze van de toegankelijkheid via internet, dan is het woord driemaal vindbaar in de lange, lange periode van de vroege 19de eeuw tot en met 1994. Tweemaal was dat letterlijk bezopen, in een begrijpelijke context van nieuwe wetgeving met betrekking tot verkoop van sterke drank (1904) en eenmaal in een lang citaat uit 1947 uit een brief van een jongen.

De allereerste keer dat bezopen in de figuurlijke betekenis ‘belachelijk, zeer dwaas’ in de Handelingen genoteerd staat is op de grens van voorjaar en zomer van 1992. Dan veroordeelt het Kamerlid Robin Linschoten (VVD) met die term de marginale druk die groter is dan 100%, waardoor werken netto minder loont dan een uitkering krijgen. Het roept de vraag op, of zo’n term die Van Dale feitelijk veroordeelt door het “informeel” te noemen, vooral door dat deel van de Kamer gebruikt wordt dat rechts van de voorzitter gezeten is.

Dat is niet direct het geval. Kijken we naar de verdere verspreiding vanaf de primeur van Linschoten: in 1997 gebruikt Bert Middel het woord (PvdA), ook al citeert hij dan zogenaamd staatssecretaris Erica Terpstra (VVD); in 2002 is Saskia Noorman, Joop den Uyls dochter, de tweede – zij is eveneens PvdA. We zitten in 2005, 2007 en 2008 ook wat aan de linkerzijde als het vooral Kees Vendrik (GroenLinks) is die diverse malen iets als bezopen veroordeelt. Hij wordt in die rol 2008 bijgevallen en daarna afgelost door mevrouw Koser Kaya van D66.

In 2009 zegt zij het nogmaals een keer zo, maar in dit kalenderjaar zijn het Hero Brinkman (PVV) en Rita Verdonk (Verdonk, ex-VVD) die bezopen gebruiken om een oordeel van een uitroepteken te voorzien. Het is een verschuiving naar rechts, zo lijkt het, maar dat is een te simpele voorstelling; in 2011 scoort Nine Kooiman (SP) het woord viermaal, in 2013 haar fractiegenoot Bashir eenmaal. In deze jaren is bezopen verder bij uitstek vanuit de VVD-bankjes te horen: Jeanine Hennis (2011), Klaas Dijkhoff (2012 en 2014), Fred Teeven in 2016 (3x), ook Han ten Broeke en Malik Azmani in 2016 en vervolgens Remco Dijkstra in het prille begin van 2017. Zij allen waren VVD-kamerleden toen ze het bezigden.

Dat is een opmerkelijk verschijnsel: Hennis, Teeven en Dijkhoff gebruikten het alléen als Kamerlid, niet vanuit vak-K. De taal van een vertegenwoordiger van het volk is niet de taal van een lid van het kabinet. CDA, CU, SGP negeren het woord geheel en hetzelfde lijkt ook alweer jaren te gelden voor de leden van PvdA, D66 en GroenLinks. Bezopen in de hier figuurlijke betekenis lijkt momenteel al met al vooral een woord dat klinkt uit de kringen van de vertegenwoordigers (m/v) rechts van mevrouw Arib, onderaan in beeld.

TWEEDE KAMER in vogelvlucht

Maar vandaag was de Zwarte-Pietenwet aan de orde, een initiatief van Martin Bosma (PVV). Jacques Monasch (Monasch, ex-PvdA) verklaarde “het tamelijk bezopen” te vinden dat een minister (Asscher) zich met het onderwerp had beziggehouden. Hij was desondanks de enige woordvoerder met positieve aandacht voor de initiatiefwet en zou daarom ook om die reden een aantal plaatsen naar rechts moeten opschuiven in de kamerbankjes, vanuit de voorzitter gezien.

Over Siemon

Siemon Reker (1950, Uithuizen) was hoogleraar Groninger taal en cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen tot aan zijn emeritaat in 2016. Eerder was hij onder meer streektaalfunctionaris van de Provincie Groningen en actief in de journalistiek (Nieuwsblad van het Noorden, Radio Noord). Publicaties staan onder het kopje C.V.
Dit bericht is geplaatst in PARLEVINKEN. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.