Wanneer een spreker iets citeert van een ander, is dat lekker veilig: hij of zij kan zich meer veroorloven dan wanneer hij op eigen verantwoordelijkheid het woord voert zónder aanhalingstekens. Eerder ging het in dit blog over het woord gelul. Dat liet de minister-president zich ontvallen maar het haalde de Handelingen (begrijpelijk) niet en allicht in overeenstemming met de bedoeling van Mark Rutte. Maar Ineke van Gent (GroenLinks) riep via dat woord Jan Schaefer enkele malen in herinnering en kon het op die manier probleemloos in haar bijdrage gebruiken door te wijzen: ík zeg het niet, maar híj.
Zo is het ook met fuck dat in Engelse teksten graag als “f**k” geschreven wordt. Vrijwel steeds zorgen de Kamerleden die er zich van bedienen voor, dat ze het wel zelf zeggen maar buiten hun eigen verantwoordelijkheid. Vanuit de PVV is het tot dusver het vaakst gebruikt en dat draagt argumenten bij aan de veronderstelling dat nieuwere taal vanaf de flanken de Kamer binnenkomt. (Zie Ongaarne en Boeien.) Hero Brinkman was op 23 januari 2007 de eerste die het deed: hij noemde een plaats waar het geroepen werd naar de politie, terwijl de dader als het ware alweer vrij rondliep toen het proces-verbaal nog geprint moest worden. 1) In hetzelfde debat haalde Ineke van Gent op haar beurt (jawel) Brinkman aan en zei het gewraakte begrip dus vanuit een dubbel beveligde positie.
Later haalde Jesse Klaver het woord eenmaal citerend aan. Maar het gros van de gevallen komt voor rekening van de PVV, na Brinkman uit de mond van Beertema (2013) en Wilders (in 2014, 2014 en 2015). Fractievoorzitter Halbe Zijlstra (VVD) bedient zich van dezelfde indirecte, aan anderen toegeschreven manier van zeggen bij elk van beide malen dat hij in september 2016 “fuck” laat vallen. Het geldt eveneens voor Paul Ulenbelt (SP) die het in het oude parlement als laatste gebruikte op 15 december j.l.
Vrijwel steeds verschuilt een spreker zich achter een ander – er is tot nu toe één uitzondering. Bij het dertigledendebat over de Sluiting van verzorgingshuizen (22 januari 2015) breekt Tjitske Siderius (SP) met de gewoonte en zegt ronduit blijkens het verslag in reactie op Otwin van Dijk: “Dit is een uitgebreid antwoord om te zeggen dat de Partij van de Arbeid gewoon geen fuck gaat doen. Sorry: niets gaat doen.” Het woord is voor het eerst gevallen zónder aanhalingstekens die naar een ander verwijzen, al is er dan direct een verontschuldigende vertaling bij geleverd. Er is geen twijfel over dat ze in de nieuwe Kamer navolgers gaat krijgen.

TJITSKE SIDERIUS (website SP)
Mevrouw Siderius zou in sociolinguïstisch onderzoek een bijzondere score verdienen. Zoals ze zelf verklaarde in Trouw (van 25.09.2013) is ze weliswaar actief in de SP maar tegelijkertijd lid van de Vrijgemaakt Gereformeerde kerk: “Siderius is op en top SP. Ze stemt er sinds haar achttiende op, ze is sinds tien jaar lid, ze is fractieleider in Zwolle, ze was medewerkster van de Tweede Kamerfractie en ze vervangt sinds twee weken een zwanger Kamerlid. Haar werkkamer aan het Binnenhof hangt vol met posters van demonstraties, acties, leuzen tegen armoede en voor werk. Aan de verwarming zijn met magneten een paar tomaten geplakt. Tot zover niks bijzonders. Maar de 32-jarige Tjitske Siderius is ook lid van de vrijgemaakte kerk in Zwolle, ze groeide op in een vrijgemaakt-gereformeerd gezin, haar ouders lazen en lezen het Nederlands Dagblad en ze stemden op de partij van de vrijgemaakten, het GPV, in 2001 opgegaan in de ChristenUnie. De band tussen kerk, krant en politiek was hecht, voor gewone kerkleden was het een automatisme dat ze stemden op hun eigen club.” Met haar uithaal naar de PvdA ging de SP’ster dus vol op het orgel terwijl ze in haar woordkeuze de vleugel van de Kamer liet horen en niet meer het centrum waar bijvoorbeeld SGP, CU of CDA gezeten zijn.
Toen Tjitske Siderius de vorige zomer bekendmaakte zich niet weer kandidaat te stellen, nam ze evenmin een blad voor de mond met de opmerking dat ze de Tweede Kamer “een slangenkuil” vond: “Je moet altijd over je schouder kijken of er niet iemand een mes in je rug steekt.” (De Stentor 29.08.2016)
1) Dat doet sterk denken aan wat Rutte op z’n persconferentie van 18 februari 2011 zei, in de tijd van de gedoogconstructie met de PVV: “Dat de agent ook echt op straat zijn werk kan doen en niet eindeloos bezig is met het invullen van formulieren terwijl het ventje wat hij heeft opgepakt al weer zwaaiend voorbij wandelt buiten.”)
*) De titel van deze bijdrage is ontleend aan wat minister Plasterk (Onderwijs en Wetenschappen 18.06.2008) als tafereel bij hem thuis beschreef, toen door z’n zoon en vriendje gekeken werd naar de Lord of the Rings: “Toen zei hij (het vriendje, SR) na een kwartier: what the fuck is een hobbit? Mag ik dat woord niet gebruiken? Neem mij niet kwalijk. Het was in ieder geval buitenlands, als het niet wordt toegestaan.”