Faseren

Als er íets vanaf 2010 is uitgedragen door de Nederlandse premier, dan is het de gefaseerde aanpak: stap voor stap, step-by-step of zoals mijn Duitse ambtgenoot zou zeggen Schritt für Schritt, schrede voor schrede. Of het nu ging om de zorgvuldigheid met betrekking tot Kunduz, de financiële steun aan de Grieken, de Hedwigepolder, vanaf zijn aantreden bepleitte Rutte het “op  een pragmatische, praktische manier stap voor stap problemen oplossen” zoals hij het noemde op de persconferentie van 8 juni 2012. Bij Rutte is een fase trouwens vooral een moeilijke fase. Moeten we even doorheen, maar het kan geen eeuwigheid duren anders was het geen fase.

Het is een toenemend kenmerkend begrip in de Nederlandse politiek in de hele 20ste eeuw. Laten we een aantal steekproeven nemen in de Handelingen, om te beginnen 1910. In dat jaar komt het woord fase niet erg veel voor, zelfs niet als we het in de dan gehanteerde spelling phase nagaan: misschien een keer of 10.

Bij de volgende steekproef van 1930 ligt dat niet veel anders. Het aantal voorkomens ligt op een vergelijkbaar niveau, maar er duikt nu voor het eerst wel een samenstelling op, namelijk als iemand beweert dat een “regeling bij algemeenen maatregel van bestuur als een tusschenphase is te beschouwen”.

Na de Tweede Wereldoorlog zet fase een grote stap, het is in het kalenderjaar 1950 zo’n 70x aan te treffen. Dat is inclusief nu duidelijk opkomende composita als beginphase, conjunctuurphase, eindphase, ontwikkelingsphase (“er moet rekening worden gehouden met de ontwikkelingsphase — ik neem dit woord over van de Minister —, waarin wij verkeren”), overgangsphase (vele malen) en phaseverschil. Deze toenemende frequentie ten opzichte van 1930 is des te veelzeggender omdat het totaal aantal woorden in de Handelingen pas later duidelijk toeneemt. *)

Als we voor de volgende proef naar 1970 gaan, is er een spellingwijziging in werking getreden met een nieuw Groen Boekje in 1954 en we zoeken nu dus niet meer naar phase maar naar fase. Het totale bestand is duidelijk gegroeid van ruim 3 miljoen (1950) naar tegen de 6 miljoen woorden in 1970. Dat fase nu meer dan 500x voorkomt is dus een reuzensprong in vergelijking met de vorige 70x. Het werkwoord faseren en fasering illustreren de groei van het kernbegrip fase even helder als de langere samenstelling drie-fasenplan. Naast fase in kale vorm (80x) en faseren plus gefaseerd vinden we een bonte reeks langere varianten in aanloopfase, automatiseringsfase, beginfase, bouwfase, conjunctuurfase, crisisfase, drie-fasenplan, eindfase, fase-element, fasegewijs, fasenplan, fasering, faseringsplan, faseverschil, gezinsfasen, herstructureringsfase, instellingsfase, invesstructureringsfase, laboratoriumfase, onderhandelingsfase, opbouwfase, overgangsfase, paraatheidsfase, regeerfase, slotfase, tijdsfase, tussenfase, uitvoeringsfase, voorbereidingsfase en voorfase. Daarnaast wijs ik nog graag op het werkwoord uitfaseren (en uitgefaseerd) die het geliefde karakter van fase in deze periode onderstrepen. De technocratische sfeer blijkt uit wat een staatssecretaris aan de Kamer meldt: “Het uitfaseren van deze dienstvakken vindt op een zodanige wijze plaats, dat rechtspositie en carrièrepatroon van de betrokken militair niet worden aangetast.” Of laten we in deze jaren even luisteren naar minister Lubbers van Economische Zaken, sprekend over de gasafzet (04.02.1976): “Wij menen, dat bepaalde laagwaardige toepassingen voor elektriciteitsopwekking en voor ondervuring geleidelijk aan moeten worden ‘uitgefaseerd’ en wij stellen het kleine industriële prioritair de openbare voorziening, het kleine industriële verbruik, de tuinbouw en hoogwaardige toepassingen zoals verbruik voor grondstof, opmenging in andere produktieprocessen etc.”

De toeneming van 1910 naar 1930 naar 1950 naar 1970 is duidelijk, hoe staat het met fase in 1990? Het totaal aantal woorden in de Handelingen ligt in 1990 op een licht hoger niveau in vergelijking met 1970 maar dat verschil mag eigenlijk geen naam hebben. Daarom is het veelzeggend, dat het totale aantal voorkomens van fase tussen 1970 en 1990 vrijwel verdubbeld is. De samenstellingen die nieuw zijn ten opzichte van het vorige steekproefmoment betreffen nog altijd een stuk of 50 nieuwe varianten: aanvangsfase, afrondingsfase, afwikkelingsfase, behandelingsfase, beheersfase, beroepsfase, bezinningsfase, demonstratiefase, detentiefasering, discussiefase, evaluatiefase, experimenteerfase, exploitatiefase, formatiefase, fusiefase, herstelfase, herzieningsfase,  informatie-/formatiefase, inventarisatiefase, invoeringsfase, jeugdfase, leeftijdsfase, leerplichtfase, levensfase, liquidatiefase, offertefase, onderzoeksfase, ontwikkelingsfase, overbruggingsfase, overdrachtsfase, overlegfase, proeffase, realisatiefase, Rijnzoutverdrag-tweede-fase, startfase, stervensfase, studiefase, SVR-fase, tijdfases, tijdsfasering, toetsingsfase, transformatiefase, tweede-fasenota, tweede-faseopleiding, uitwerkingsfase, verantwoordingsfase, vervolgfase, voorhangfase. Het hele beleid opgeknipt in hapklare brokjes.

Voorhangfase! Dat houdt verband met een Algemene Maatregel van Bestuur, in Nederland. Zo’n AMvB is een wettelijke bevoegdheid van het kabinet, maar het parlement mag daar inhoudelijk iets van vinden in de zogeheten voorhangprocedure. In de stap-voor-stapbenadering wordt dan van de voorhangfase gesproken.1)

Voorhang weg: wat een heerlijke wereld treden de nieuwe Kamerleden deze week in Nederland binnen, zeker qua taal een nieuwe fase in hun leven.

*) Het is wel mogelijk dat de automatische zoekfunctie in de oudere teksten vaker woorden negeert.

1) Aanvulling 07.03.2019: Als (veronderstelde) tegenhanger van de voorhang is er ook een nahang. Pieter Omtzigt (CDA) zei in het debat over een aantal brexit-wetten op 24 januari 2019 (maar de term staat ook al een jaar of 15 eerder in de Handelingen): “Daarom ben ik blij dat de minister met een nota van wijziging is gekomen waarin hij duidelijk heeft gemaakt dat er een onmiddellijke nahang geldt. Dat betekent dat de ministeriële regeling naar de Kamer gestuurd wordt en dat de Kamer gedurende twee weken kan zeggen: trek deze onmiddellijk in.”

Over Siemon

Siemon Reker (1950, Uithuizen) was hoogleraar Groninger taal en cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen tot aan zijn emeritaat in 2016. Eerder was hij onder meer streektaalfunctionaris van de Provincie Groningen en actief in de journalistiek (Nieuwsblad van het Noorden, Radio Noord). Publicaties staan onder het kopje C.V.
Dit bericht is geplaatst in PARLEVINKEN. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.