Giga, mega en flut (i)

Een serietje van drie deze week, telkens over een voorvoegsel uit het trio dat de titel vormt.

Waarschijnlijk begon het met elektriciteit, waarvan de maataanduiding in hoeveelheid Watt werd uitgedrukt. Kilo- was het alledaagse, het werd serieuzer bij mega– en gigawatt. De voorvoegsels betekenden dat er getalsmatig aan de achterzijde telkens drie nullen bij kwamen. Maar welke normale burger had met meer te maken dan met stroom van zo- en zoveel kilowatt?
Toen atoombommen meer in de aandacht stonden dan nu, werd de zwaarte van de vrijkomende energie daarvan uitgedrukt in tonnen TNT. Het ging in de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw dus over x kiloton TNT. Wie had er oog voor zwaartes van mega- of gigaton? Kortom, nog niet zo lang geleden was kilo– zo normaal als wat.

GIGA – De computers en digitale opslagruimte hebben de technische natuurkundematen binnen elk huishouden gebracht. Een stick van een zekere hoeveelheid MB is niks, GB wordt al iets nuttiger en voor de back-up van een gemiddelde computer is mega– of giga– niet meer gangbaar maar terabyte, TB. Door die brede en praktische maatschappelijke toepassingen doen deze voorvoegsels er concreet toe en bij toenemend gebruik in het taalverkeer zingen ze zich los van de feitelijke maataanduiding,- ze gaan een eigen, zelfstandig leven leiden.
GIGA – Terwijl het in de Tweede Kamer in een tijd rond 1970/1980 beleidsmatig nog ging over gigavolt, gigawatt, gigajoule en gigahertz, viel in 1989 voor het eerst het begrip giga-computer. Dat was giga– in een nieuwe betekenis die niet meer van natuurkundige aard en evenmin zo makkelijk kwantificeerbaar was, ‘enorm’. Dat gebeurde in een bijdrage van staatssecretaris Kohnstamm (D66): “Uiteraard zal niemand een soort giga-computer bepleiten om alle tonnen overheidspapier te registreren, maar wat de regering laat liggen, is de onderliggende en zeer wezenlijke vraag: hoe kunnen voorlichters, journalisten, burgers, zelfs ambtenaren, te weten komen wat er op het gebied van overheids-informatie te weten is?” Het ging op 15 februari 1989 over Openbaarheid van Bestuur. Vergelijk “Een gigaproject zoals de gemeentelijke basisadministratie” zoals Kohnstamms partijgenote Olga Scheltema op 3 februari 1993 zei.

Daar had giga– de betekenis ‘enorm, reusachtig’ en dat was juist in de digitale context begrijpelijk en passend. Maar minister Herfkens van Ontwikkelingssamenwerking heeft het in 2000 over een giga misverstand en daar komt geen hoeveelheid bytes meer aan te pas. Hetzelfde geldt voor de giga ergernissen van het CDA-Kamerlid Marleen de Pater (2003) net als voor de verzuchting van Johan Remkes (VVD) in 2008 dat iets giga ingewikkeld is. Maar met deze uitspraak komt giga wel in een nieuwe fase. Bij het gebruik van giga– lijkt er altijd een soort van verzuchting gratis bij geleverd te worden, mega– is groot maar desondanks een tikkeltje neutraler.

 

 

Over Siemon

Siemon Reker (1950, Uithuizen) was hoogleraar Groninger taal en cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen tot aan zijn emeritaat in 2016. Eerder was hij onder meer streektaalfunctionaris van de Provincie Groningen en actief in de journalistiek (Nieuwsblad van het Noorden, Radio Noord). Publicaties staan onder het kopje C.V.
Dit bericht is geplaatst in PARLEVINKEN. Bookmark de permalink.

Eén reactie op Giga, mega en flut (i)

  1. Patrick De Schepper schreef:

    SI- voorvoegsels of decimaal-voorvoegsels:
    yocto, zepto, atto, femto, pico, nano, micro, milli, centi, deci, 1, deca, hecto, kilo, mega, giga, peta, exa, zetta, yotta.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.