Prachtig, die reeks stukjes over na-oorlogse kabinetsformaties die de NOS op NPO 24 uitzendt als tijdelijke vulling in de nu lopende formatie. Voor we naar de lange poging gaan die in de vroege jaren ’70 uiteindelijk dan toch leidde tot het kabinet-Den Uyl, moeten we even naar het verslag van de vergadering van de Tweede Kamer van 23 april 1947. Toen was er het vervolg van een interpellatie door mr. dr. A.M. Joekes, de vader van het latere kamerlid Theo Joekes (VVD). Dolf Joekes (1885-192) was overigens volksvertegenwoordiger voor de PvdA. Zijn bijdrage betreft een typisch na-oorlogs onderwerp want het gaat over “de fraude en andere knoeierijen op het gebied van de voortbrenging en verdeeling, zoomede van den in en uitvoer van voor het Nederlandsche volk belangrijke zaken, waaraan het dringend behoefte heeft.” Joekes geeft illustraties van het probleem: “Het tweede voorbeeld betreft de uitspraak van een rechtbank — den economischen rechter dus — tegenover iemand, die frauduleus had geslacht, nl. 7 koeien.”
Het is een vergadering die taalkundig expliciet van belang is, getuige de volgende opmerking van de voorzitter in het openingsgedeelte vóor de heropening van Joekes’ interpellatie: “Ik deel mede, dat de Kamer in haar vergadering met gesloten deuren van heden heeft besloten, met ingang van 1 Mei a.s., den bij de wet facultatief gestelden naamvalsuitgang n niet te gebruiken in de van de Kamer uitgaande stukken.” Kennelijk heeft de voorzitter niet het oog op staande uitdrukkingen maar op gewoner, alledaagser Nederlands. De nieuwe spelling van 1947 (in Nederland, Vlaanderen was ons een jaar voor) en het eerste Groene Boekje heeft praktische gevolgen en daarom kan de uitspraak “den economischen rechter” van Joekes sr. de laatste van deze aard zijn die in de Handelingen wordt aangetroffen.
Gaan we nu naar De Formaties van NPO 24, inclusief het optreden van Jaap Burger daarin. Burger was het vroegere PvdA-kamerlid, minister in de Londense regering tijdens de oorlog en degene die in 1973 als informateur de nog niet gefuseerde CDA-partijen verraste met het overhalen van aspirant-ministers uit AR-kring (De Gaay Fortman en Boersma) terwijl de KVP, ARP en CHU niet zover waren dat ze deel wilden uitmaken van Den Uyls kabinet. De CHU was trouwens daarin ook niet gewenst. Burger zegt in een afrondend interview in mei 1973 dat er bepaald problemen op het kabinet af zullen komen, “problemen van financiëlen aard, van economischen aard, van socialen aard”. Driemaal zegt hij hoorbaar die naamvals -n die enkele tientallen jaren daarvoor (achter gesloten deuren) schriftelijk facultatief was verklaard en door de Tweede Kamer toen verbannen. Burger (1904-1986) sprak nog in 1973 dus onderwetser dan de mondelinge verslagen van de Kamer sinds 1947 ogen.

J.A.W. BURGER (Google afbb.)