Het is wat we kunnen noemen nieuwer Nederlands en misschien denken ook andere taalgebruikers – net als ik – dat het in de standaard aan het binnendringen is vanuit de kindertaal. Ik bedoel: misschien vonden we een aantal jaren geleden nog wel dat het niet kon, beetje boel zeggen. Een beetje en een heleboel sluiten elkaar inhoudelijk immers uit; dat combineert even slecht als wat elkaar insluit en dus pleonastisch is (groter groeien – ook uit de kindertaal). Overtollig vinden we in principe net zo verkeerd als ondertollig.
Ernst Bakker van D66 was de eerste die het zei (op 3 december 1997), afgaande op de Handelingen – in de Tweede Kamer, want in de Eerste is beetje boel nog niet geregistreerd. Bakker: “Daar leek het ook een beetje – nou ja een beetje, een beetje boel – op toen ik de heer De Jong gisteren hoorde.”
Zijn partijgenote minister Borst uitte zich in dezelfde lijn: “De heer Oudkerk twijfelt er een beetje aan, misschien zelfs een beetje boel, of de zorgverzekeraars dat allemaal wel aankunnen en willen.” (5 december 2001) Saskia Noorman (PvdA), en de staatssecretarissen Teeven en Klijnsma zijn achtereenvolgens de andere zegslieden tot dusver met deze citaten:
- “Dat is een beetje raar, sterker nog, een beetje boel raar.” 28 oktober 2004
- “Dat wou ik een beetje voorkomen. Een beetje boel voorkomen, eigenlijk helemaal voorkomen.” 27 juni 2013
- “Ook van mijn kant hartelijk dank aan alle geachte afgevaardigden die het woord hebben gevoerd, en met name de drie die hun maidenspeech hebben gehouden, van wie ik er twee wel een beetje kende in de context van dit dossier, soms ook een beetje boel.” 12 april 2017
Van Dale heeft niet veel oog voor wat in deze bron een uitdrukking heet: “schertsend een beetje boel niet te veel”. Dat het als schertsend aangeduid wordt, past bij de hier gegeven suggestie dat het uit de sfeer van de kindertaal stamt. Dat het om een beetje boel gaat en dus telkens beginnend met een, klopt helemaal, blijkens de vijf citaten uit de Kamer. Maar de betekenis ‘niet te veel’ is daarentegen ronduit onjuist want het is een soort vergrotende trap.
In de taal van de Kamer is een beetje boel een vorm van correctie, ja zelfcorrectie: ik zei wel “een beetje” maar beste luisteraar ik bedoelde ‘veel’. Fred Teeven zei het zelfs uitdrukkelijk, door z’n aanvulling dat hij niet een beetje, niet een beetje boel maar juist helemaal bedoelde. Het is taal met een knipoog, voor de goede luisteraar – het is dus niet waarschijnlijk dat het veel te horen zal zijn uit de mond van die volksvertegenwoordigers die zich in principe minder omfloerst uiten (SP, PVV).
Saskia Noorman laat met de combinatie “een beetje boel raar” zien, hoezeer het bij deze uitdrukking om zogeheten gemarkeerd taalgebruik gaat, dus ‘afwijkend van wat als normaal beschouwd wordt’. Althans zo wás het.