Te hoop gooien

IN HET NIEUWS was de laatste dagen defensieminister Jeanine Hennis, die eergisteren aan het eind van het Kamerdebat haar aftreden bekend maakte. Gert-Jan Segers (CU) had “zeer veel respect” voor de manier waarop ze zich in de Tweede Kamer verdedigde, “niet overtuigend” vond Jesse Klaver (GroenLinks) haar optreden. Zo kunnen oordelen verschillen al naar de contemporaine positie.

Wie zo’n lang debat volgt, hoort telkens dezelfde woorden voorbij komen. Een vier maal door Hennis gebruikte uitdrukking was die van het op een of op één hoop gooien van dingen:

• De drie OVV-rapporten waarnaar u nu snel verwijst, hebben wel overeenkomsten, maar ze zijn niet helemaal op één hoop te gooien.

• Ik vind het echt van belang dat we vanavond niet de “can do” op één hoop gooien met het veiligheidsbewustzijn (….).

• laten we het noodzakelijke veiligheidsbewustzijn, dat overal nodig is, in de vredesbedrijfsvoering en in can-dosituaties, niet op één hoop gooien.

• Weliswaar was er al een tijdje sprake van een hoeveelheid van bezuinigingen, maar het is te makkelijk om het ook op die hoop te gooien.

Daarmee weten we, op een hoop gooien moeten we vooral níet doen naar het oordeel van de spreker m/v. Omdat één hoop nog wat ordentelijker oogt dan op een hoop, is die laatste manier van zeggen als het ware nóg erger maar het op afstand gaan zit ‘m vooral in het werkwoord gooien in de hedendaagse politieke taal. Deze wijze van zeggen begon vanaf de jaren ’60 van de vorige eeuw op te komen.

Kijken we naar de ongecorrigeerde verslagen van de vergaderingen van de nieuwe Tweede Kamer – eind maart aangetreden – dan krijgen we een overzichtje als dit uit een totale hoeveelheid van inmiddels bijna 150 vindplaatsen van het werkwoord gooien:

– Sophie Hermans (VVD): “Dat vraagt om een extra investering in de verpleeghuiszorg, maar niet door zomaar geld over de schutting te gooien.”

– Paul van Meenen (D66) vraagt zich af, “of het dan helpt dat de overheid allerlei toetsen in dat veld gooit.”

– Farid Azarkan (DENK) over bepaalde uitzendbureaus: “We moeten partijen die echt de wet overtreden en dit soort schadelijke praktijken nastreven, uit die bond gooien.”

– Madeleine van Toorenburg (CDA): “We weten toch allemaal dat er allerlei gekkies zijn die niets anders doen dan proberen zand in de raderen te gooien.”

– Zihni Özdil (GroenLinks): “(…) om daarom het kind met het badwater weg te gooien, is op zijn zachtst gezegd zeer onverstandig.”

– Jasper van Dijk (SP): “Maar wat nu als de economie aantrekt of als een nieuw kabinet de grenzen voor goedkope arbeid verder wil opengooien?”

– Staatssecretaris Sander Dekker: “Je kunt ook de belastingen omhooggooien.”

– Staatssecretaris (dan nog) Klaas Dijkhoff wil regels aanpassen maar tegelijkertijd zorgen dat “we niet de hele regeling weggooien”.

– Rik Grashoff (GroenLinks): “Ik ga vandaag dan ook niet pleiten voor rigoureuze maatregelen om het plan weer op de schop te gooien (…)”.

– Remco Dijkstra (VVD): “Vindt mevrouw Kröger dat je dat dan maar in de prullenbak moet gooien?”

– Lilian Marijnissen (SP) “Dat wil niet zeggen dat je dan de hele boel om moet gooien,(…)”.

– Lilian Marijnissen (SP): “We kunnen over en weer gaan gooien (…) met allerlei casussen, (…)”.

– Tony van Dijck (PVV): “We gooien 60% over de schutting (…)” en “het blijft een groot zwart gat waar we onze zuurverdiende belastingcenten in gooien.”

– Gidi Markuszower (PVV): “Ik heb het over stevigere en strengere rechters die hoger straffen en criminelen minder snel weer de straat opgooien.”

– Dion Graus (PVV) over China: “ze gooien wel al die goedkope troep en auto’s bij ons op de markt”.

– Erik Ronnes (CDA): “We zullen moeten opletten dat we met het stellen van kaders niet weer regels over de muur gooien richting gemeenten (…)”.

– Dion Graus (PVV) over hoe er met dierenbeulen omgegaan zou moeten worden: “ze uit de maatschappij halen, ze zwaar straffen, ze een levenslang houdverbod opleggen, ze in de gevangenis gooien”.

Dit is een selectie van taal in de Tweede Kamer sinds eind maart. Telkens neemt de spreker (v/m) afstand van wat hij/zij zegt door het woord gooien, óf er wordt wat dwarsig gedrag mee uitgedrukt (minister Lodewijk Asscher “de kont tegen de krib gooien”) zoals in een overleg- of discussiesituatie. Sven Koopmans (VVD) wil ergens “een extra dimensie in gooien, om het nog iets lastiger te maken”, maar zijn partijgenote minister Edith Schippers wil dat in ander verband nu juist niet: “om nu zomaar een term eruit te halen en een niet-getoetste term erin te gooien, lijkt mij te ad hoc”. Lilian Helder (PVV) over drugsdumpingen in Noord-Brabant: “ik gooi Limburg er dan ook maar eventjes in”.

Het is een uitzondering als gooien letterlijk gebruikt wordt, zoals “het ingooien van ruiten en het bekladden van muren” wat ambtenaren overkomt in Brabant in een bijdrage van Hanke Bruins Slot (CDA). Of neem Alexander Pechtold (D66) die had begrepen hoe de samenwerking tussen CDA en PVV indertijd verliep: “Ik heb daarover weleens gehoord dat er inderdaad van alles gebeurde aan tafel, zoals trekken en met glazen gooien.” Staatssecretaris Martin van Rijn verwees naar assisterende kinderen: “tot 12 jaar kunnen kinderen af en toe hun kleding in de mand gooien”. Semi-letterlijk is het volgooien van de tank (Leijten, SP), het in de prullenmand gooien van regels, de idealen overboord of de handdoek in de ring, zoals mevrouw Hennis uiteindelijk deed.

JEANINE HENNIS (website Tweede Kamer)

 

 

 

 

 

Gooien is een geliefd begrip in de hedendaagse politieke taal, smijten nog niet maar dat kan er de vergrotende trap van worden. De VVD gebruikt het zeer veel in figuurlijke en wat lossere zin, het CDA vooral in verband met zaken over de muur of schutting gooien in de richting van een lagere overheid. Bij de PVV oogt het gooien wat ruwer.

Alles valt dus niet op één hoop te gooien. Er gaat een achteloze indruk van uit die bijna het tegendeel is van de beheerste en betrouwbare politiek van stap-voor-stap. (Zie voor dit laatste in de taal van Mark Rutte bijvoorbeeld de bijdragen over Uitrollen, Wirtschaften en duwen in de Ruttiaanse reeks.)

Over Siemon

Siemon Reker (1950, Uithuizen) was hoogleraar Groninger taal en cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen tot aan zijn emeritaat in 2016. Eerder was hij onder meer streektaalfunctionaris van de Provincie Groningen en actief in de journalistiek (Nieuwsblad van het Noorden, Radio Noord). Publicaties staan onder het kopje C.V.
Dit bericht is geplaatst in In het nieuws, PARLEVINKEN, Taal van Rutte. Bookmark de permalink.

Eén reactie op Te hoop gooien

  1. Patrick schreef:

    Uitdrukking “overhoop gooien”: in wanorde gooien, smijten. Kleren bvb. in een tienerkamer…😉

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.