Het is een heel gezoek om precies te bepalen, wanneer dit versterkende gebruik van het bijwoord onwaarschijnlijk ingang heeft gevonden. Een eerste poging in het jaar 1994 leverde niets op. In 2000 zijn er daarentegen minstens twee gevallen aantoonbaar in de Handelingen. Het betreft misschien niet-toevallig twee kwesties die op dat moment maatschappelijk gevoelig liggen.
- Henk Kamp (dan nog Kamerlid voor de VVD) zegt op 6 juni: “Een aantal van 45.000 asielzoekers per jaar is op de korte termijn een probleem, omdat het onwaarschijnlijk veel geld kost”.
- Clémence Ross-van Dorp (CDA) voerde op 21 november het woord over euthanasie en zei toen onder andere: “(…) waarbij ik voelde hoe onwaarschijnlijk moeilijk het is om stellige uitspraken te doen over een toestand die nog in de toekomst ligt.”
Kennelijk zijn het vooral negatieve bijvoeglijke naamwoorden (zoals onwaarschijnlijk) die als bijwoord van graad simpeltjes dienst kunnen doen, ook als dat voorheen ongewoon was. Ongewoon, ook dat woord past dus prima, zie wat Henk Krol van 50PLUS zei toen in 2017 de nieuwe Kamervoorzitter gekozen moest worden: “Wij kijken met ongewoon grote spanning uit naar de uitslag van de stemmingen”. Ook Ronald van Raak (SP) bezigde het (“wat leidde tot ongewoon veel kritiek”) en Pia Dijkstra (D66) (“we zijn het hierover ongewoon eens in de Kamer, mag je haast wel zeggen”).
Ook meer algemeen is er over de versterkende bijwoorden in de politiek bepaald een apart boekje te openen: het ging er hier vaker over want het is waarachtig een in het oog springend kenmerk van de mondelinge bijdragen van politici, zie onwijs, verdraaid. En als dat niet overtuigt, sla de serie over Idioot, waanzinnig, krankzinnig en nog zoiets erop na (bijvoorbeeld de afsluitende bijdrage). Over andere voorbeelden in dezelfde sfeer in de taal van Mark Rutte ging het hier eerder in verband met woorden als bizar, spectaculair, buitengewoon, volstrekt, heel, echt en oprecht. Komende vrijdag luister ik in ditzelfde kader nogmaals naar de minister-president, nu via een uitzending van het Wekelijkse Gesprek op de NPO. Zet het bakje met uitroeptekens maar vast klaar.
Het is uiteraard niet tot het Parlement beperkt, het verschijnsel dat een ontkennend woord blijkbaar zo helpt bij versterking. Boer’n-yoghurt werd een poos aangeprezen omdat het zo onmeunig lekker was; er is een ander dialect dat onmeugelk nait als verzwaarde ontkenning gebruikte; in weer een ander gebied van Nederland meldt het woordenboek ommènselik kwaed – en dat is een ongenadig kleine selectie uit een groot geheel. Denk niet, dat het Fries zich in dit opzicht onderscheidt. Even bladeren in het wurdboek en we stuiten op ûnhimmel fet iten ‘ontzettend vet eten’, ûnhuerige grut ‘erg groot’, een ûnfoarsichtigen heap jild (ongeveer de hoeveelheid geld waar de Paradise Papers over gaan).
Als je weet wat je hoort, merk je meer.

ONMEUNIG LEKKER (zuivelhoeve.nl)
Aanvulling 26.01.2018: Kamerlid Van Tongeren (GroenLinks) spreekt volgens de website van RTV Noord van de onwaarschijnlijke problematiek (door de aardbevingen) van Groningen. Daar blijkt dat het aanvankelijke bijvoeglijke naamwoord zich via het tussenstadium van versterkend bijwoord heeft ontwikkeld tot een bijvoeglijk naamwoord met de versterkende maar nieuwe betekenis: ‘vreselijk’ o.i.d.