Namen noemen we… (i)

Net midden in de Carnavalsweek waarin het Zuiden Voorjaarsvakantie heeft, organiseert het onderwijsveld een staking in Noord-Nederland. Diezelfde woensdag – het leed voor de ouders is niet zo groot want de middag hebben de kinderen waarschijnlijk toch al vrij – is het in Duitsland de politiek belangrijke Aschermittwoch. Op die dag wordt er uitgedeeld naar de tegenstanders en zo sluiten de eigen rijen zich (wat meer). Omdat Duitsland een ander land is waar we allicht minder emoties bij hebben, kunnen we probleemloos kijken naar wat Andreas Scheuer vandaag in Passau uitriep. Scheuer is secretaris-generaal van de CSU, dat is de wat rechtserse zusterpartij van de CDU in Beieren. De dag nadat Martin Schulz definitief de handdoek in de ring had geworpen (hij was dé hoop van de SPD maar takelde in een beperkt aantal maanden volledig af), sprak de CSU-man van het ausschulzen van de politiek. De CSU heeft met de CDU een coalitie gesloten met de SPD die daar nog een ledenraadpleging over moet houden – in Nederland gaan de coalitiepartijen minder scherp met elkaar om, denk aan de ingetogen houding van Buma, Segers en Pechtold in het debat over Halbe Zijlstra, dinsdagavond in de Tweede Kamer.

SCHEUER (CSU) SZ 14.02.2018

 

 

Wat betekent ausschulzen? Geen idee en waarschijnlijk is dat ook niet van belang, het gaat erom, een van de grote tegenstanders onderuit te halen op basis van zijn achternaam met iets wat iets negatiefs suggereert. Hetzelfde deed Scheuer  in de richting van Oostenrijk. Daar werd Bondskanselier Christian Kern (SPÖ) kortgeleden opgevolgd door zijn christen-democratische tegenstrever Sebastian Kurz en in Passau sprak Andreas Scheuer naast dat ausschulzen van het wegkernen. Ook daar geldt: je gebruikt de familienaam van een politieke tegenstander – zelfs in een ander land – en je gebruikt dat negatief.

Denk niet dat het een specifiek Duits gebruik is of dat het beperkt is tot die ene woensdag in het jaar dat het Aschermittwoch is. Thierry Baudet (Forum voor Democratie) deed hetzelfde met minister Eric Wiebes in een van de gasdebatten: “Als Wiebes niet voor 1 juli van dit jaar dit probleem oplost en de schade heeft bijgeschreven op de bankrekeningen van de Groningers moet Wiebes wieberen.” Wat dat werkwoord betekent? Andermaal: het doet er niet toe, de sfeer is negatief en door dat te doen straalt dat af op de persoon die genoemd wordt.

Overigens – het zijpaadje is maar kort – kunnen negatieve én minder-negatieve woorden ook indirect op iemand betrokken worden zónder de naam te noemen. Als ik het goed heb geteld zei minister-president Rutte 11 maal (zegge: elf) in het debat over het aftreden van de minister van Buitenblandse Zaken dat het beeld over wat er gedeeld was met Halbe Zijlstra door de bron van zijn verhaal diffuus of diffuser was geworden. De naam noemde de premier niet eenmaal, maar 11x werd Jeroen van der Veer (ex-SHELL) geassocieerd met het diffuus worden van een verhaal. Het was in datzelfde debat de minister-president die hardnekkig niet sprak van het liegen door Zijlstra maar bijna consequent repte van “de waarheid niet spreken”.

Als het Nederlandse onderwijs te hoop loopt tegen de betreffende minister, is het niet ongewoon om als actievoerder iets te doen met de naam van die bewindsman. Waren er in de tijd van Wim Deetman op die post (dus midden jaren ’80) geen protestdoeken met de tekst “Deetman lik-me-reet-man”? Zoiets herinner ik me, en via Google kom ik erachter dat zoiets inderdaad het geval is geweest: zie afbeelding.

Het is dus niet verbazend, dat de pijlen die nu op minister Arie Slob gericht worden voorzien zijn van teksten waarin Slob en in het slop met elkaar verbonden worden.

Een familienaam is iets waar niemand om gevraagd heeft – dat alleen al zou een reden moeten zijn voor politici om daar geen gebruik van te maken in het debat, zelfs niet als het om de meest gehate tegenstanders gaat. Huids- of haarkleur, een lichamelijk gebrek of ander persoonlijk kenmerk, dat zijn onderwerpen waarop iemand niet gediscrimineerd behoort te worden en namen staan daarmee op één lijn. Nee, nee, nee, namen noemen we niet, zong Wim Kan ooit.

Namen zijn interessante objecten, ook in de politieke taal. Het is een onderwerp om een poosje speciaal naar te kijken. Vanaf vrijdag.

Over Siemon

Siemon Reker (1950, Uithuizen) was hoogleraar Groninger taal en cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen tot aan zijn emeritaat in 2016. Eerder was hij onder meer streektaalfunctionaris van de Provincie Groningen en actief in de journalistiek (Nieuwsblad van het Noorden, Radio Noord). Publicaties staan onder het kopje C.V.
Dit bericht is geplaatst in In het nieuws, PARLEVINKEN. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.