Namen noemen we… (ix): Uyliaans, Agtiaans, Kokkiaans

Het ging er hier vaker over, de naam van een politicus voorzien van een achtervoegsel, vooral –iaans. We kijken er als afsluiting van dit reeksje nog eenmaal in het bijzonder naar. Natuurlijk was er in dit blog al sprake van het Ruttiaans, inclusief een heel overzicht van concrete voorbeelden. En Femke Halsema werd royaal geciteerd in een aanval op de voorganger van Mark Rutte, Jan Peter Balkenende. Die kreeg van haar overigens het langere achtervoegsel –eriaans in aansluiting op Lubberiaans, maar Balkenendiaans komt ook diverse malen in de Handelingen voor. Ruttiaans heeft voor mij vooral betrekking op taalkanten van de huidige premier, maar –iaans of –eriaans hoeft daartoe helemaal niet beperkt te blijven. Freudiaans is evenmin een taalaanduiding als dat het geval is met de knoop die Gordiaans is.

Wordt er naast Rutte, Balkenende en Lubbers veel naar premiers verwezen via dit suffix? Nu ja veel, het gebéurt: Uyliaans, Agtiaans, Kokkiaans komen in het politieke taalgebruik voor, Calsiaans ook. Maar van Barend Biesheuvel vinden we zo’n afleiding meen ik evenmin als van Piet de Jong of van Vic Marijnen, laat staan van De Quay. Komen er naast Cals, Van Agt en Lubbers dan nog meer katholieke om niet te zeggen KVP-politici in dit stukje van het lexicon voor? Jazeker, Rommiaans, Schmelzeriaans bestaan als term en ik vermoed beiden eerder op basis van politieke handelingskenmerken dan talig. Enkele CDA’ers van andere bloedgroep zijn vernoemd via aanduidingen als Algrariaans, Biermaniaans, Brinkmanniaans, Heermariaans – niet alle nog even bekend. Donner heeft het nog verder geschopt: op hem gebaseerd is niet alleen het woord Donneriaans maar hij kreeg als enige ook een ontkenning in de vorm van het on-Donneriaans!

De VVD is buiten Rutte verder nog vertegenwoordigd in wat ik kon vinden via Bolkestein, Thorbecke, Wiegel en Zalm, en vooruit, er is ook het Wilderiaans. Verdonk heeft deze aanduiding op –iaans niet gekregen en Neelie evenmin, hoezeer daar allicht aanleiding voor was. Maar in haar geval ligt dat door geregelde naamswisseling misschien ook wat lastiger. Wat veel belangrijker is: vrouwen lijken in dit taalspel systematisch te ontbreken.

Hoe talig gemarkeerd sommige politici uit bijvoorbeeld de SGP ook zijn geweest – mannen dus -, er is kennelijk nooit de behoefte geweest om hun variant van de tale Kanaäns of hun houding aan te duiden met bijvoorbeeld het Dissiaans, het Vliesiaans, althans ik heb ze niet kunnen vinden. Ja, en bij de namen van ds. Abma en Kees van der Staaij heeft dat achtervoegsel het nóg lastiger doordat hun familienaam op een klinker uitgaat.

Ook vreemd, de SP lijkt gevrijwaard gebleven te zijn van dit soort etiketten, alsof Jan Marijnissen, Stan Poppe of Ronald van Raak zich niet voldoende luid en duidelijk hebben laten horen. Kees Vendrik (GroenLinks) overkwam het wél (Vendrikiaans) en ook hij liet zich duidelijk gelden in de Tweede Kamer. Nee, het verschil tussen de SP en de PvdA is hemelsbreed: een ministerschap én sociaal-democraat zijn is bij wijze van spreken een garantie om Duisenbergiaans, Peperiaans, Pronkiaans, Ritzensiaans (en Ritzeriaans) opgeplakt te krijgen. Noodzakelijk is een kabinetspost niet: Duivesteijniaans komt voor, maar hoe voor de hand liggend ook, Wallagiaans vind ik nergens terwijl de taal van Wallage bij nadere beschouwing geregeld opvalt. Al met al is het een grote opsomming voor een partij die na Drees zo kort deel uitmaakte van de regering, tenminste afgemeten naar de vroegere omvang. Pechtold en Rutte hebben de laatste jaren althans het Dreesiaans met terugwerkende kracht nog aan het PvdA-rijtje toegevoegd.

 

 

 

 

 

 

 

Wat al die namen in het bijzonder betekenen? Het is lastig te bepalen voor ons, niet-tijdgenoten en het is een heel gezoek bovendien. Het voordeel van zo’n overzichtje als hier is, dat dit ‘t misschien wat makkelijker maakt om dat preciezere inzicht te krijgen. De bedoelde inhoud van een familienaam op –iaans moet al bijna te bedenken zijn op basis van de relatie met de bedenker/afzender. Zó voorspelbaar is het Binnenhof waarschijnlijk wel.

Over Siemon

Siemon Reker (1950, Uithuizen) was hoogleraar Groninger taal en cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen tot aan zijn emeritaat in 2016. Eerder was hij onder meer streektaalfunctionaris van de Provincie Groningen en actief in de journalistiek (Nieuwsblad van het Noorden, Radio Noord). Publicaties staan onder het kopje C.V.
Dit bericht is geplaatst in PARLEVINKEN. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.