Een collega deed het ondankbare secretariële werk voor de redactie van een tijdschrift en schreef in een tekst ten behoeve van aspirant-auteurs het woord standariseren. Niet dat hoongelach zijn deel was, maar hij kreeg wel te horen dat hij daarmee mis was. Democratiseren, verbaliseren, moraliseren, vulgariseren, inventariseren, allemaal in orde maar *standariseren is fout. Hier gaat het immers om –iseren op basis van een standaard en dus standaard+iseren. We leren terloops: woorden sluiten zich wel eens aan bij andere woorden waar ze gelijkenis mee vertonen.
Behartigenswaardig staat vast al vanaf een van de eerste drukken in Van Dale, behartenswaardig pas sinds 1992. Toen voegde de redactie toe dat hier sprake was van een onjuiste spelling.

BEHARTENSWAARD Van Dale 1992
Zelf zou ik liever voor een andere aanduiding kiezen om aan te geven dat we in behartenswaardig een geval kunnen zien dat te vergelijken is met standaardiseren: ontstaan op grond van ogenschijnlijke overeenkomst met andere woorden, in dit geval beschermenswaardig, bewonderenswaardig, lezenswaardig.
Kennelijk bezit het Nederlands een suffix-achtige reeks –enswaardig: ‘waard met oog op dat wat het in het basiswoord vermelde werkwoord uitgedrukt staat’. Lezenswaardig is het waard om gelezen te worden. Betreurenswaardig is iets wat we zouden moeten betreuren. Behartigenswaardig klopt wél in dit geheel maar behartenswaardig niet – want er is geen werkwoord *beharten in tegenstelling tot behartigen. Al die vergelijkbare woorden die uitgaan op –enswaardig hebben het pad vrijgemaakt van behartigenswaardig naar behartenswaardig. Bovendien staat er in behartigenswaardig ook nog eens tweemaal het identieke –ig en dat kan storend werken.
In de vergaderingen in 2017 van de nieuwe Tweede Kamer wint (afgaande op de Handelingen maar daar kán correctie van de Dienst Verslag en Redactie een rol in spelen) behartigenswaardig het met 11 tegen 3 van behartenswaardig. Die laatste drie betreffen:
- Marten van Rooijen (50PLUS en bepaald senior) zei: “De minister-president sprak over het personeelsbeleid van de overheid in het algemeen en maakte daar een aantal behartenswaardige opmerkingen over….”
- Aukje de Vries (VVD): “DNB heeft daar ook een aantal behartenswaardige dingen over gezegd.”
- Isabelle Diks (GroenLinks) staat als volgt geciteerd in de voorlopige Handelingen: “De minister geeft een aantal behartenswaardige voorbeelden van hoe zij in haar nieuwe nota met handelspolitiek wil omgaan.”
Behartenswaard(ig) komt al vóor 1900 in de Handelingen voor: “De geachte afgevaardigde heeft verder een zeer behartenswaardig woord gesproken over kolenstations (…)” (15 juni 1898). Ook al meer dan een eeuw oud is dit citaat: “Hetgeen de geachte afgevaardigde heeft betoogd, is in hooge mate behartenswaardig voor zoover het positieve wenken behelst omtrent (…)” (14 november 1912).
In geschreven media is behartenswaardig inmiddels echt wel vindbaar. Marjoleine de Vos (dichteres en NRC-redactrice) schreef ondanks haar onmiskenbare taalprecisie: “(…) daarin staat een hoop behartenswaardigs over vrijheid van meningsuiting” (NRC 11 december 2017) *)
Ook Jacques J. d’Ancona heeft een geschiedenis van nauwkeurige omgang met taal achter zich: ik leerde hem kennen toen ik in de vroege jaren ’70 nachttikker was op het Nieuwsblad van het Noorden en hij kunstjes schreef (‘recensie’, niet in Van Dale) en soms een week nachtdienst had als bureauredacteur. Jacques lette echt op, ook op taal. Ik leerde bijvoorbeeld van hem fusioneren en niet fuseren, de achternaam van een beroemde vierspanrijder is Tjeerd Velstra, niet Veldstra.
Jacques d’Ancona, DvhN 3 april 2017: “Behartenswaardig zal het niet worden tijdens de 78 minuten dat Jeroen Leenders zichzelf het woord verleent.” *)
*) Gevonden via LexisNexis.
In verband met Pasen verschijnt de volgende aflevering op 6 april a.s.