Modder in Haags duet (1998)

Door een toeval komt Haags duet uit 1998 op m’n bureau, het Verslag van de verkiezings- en formatieperiode in de vorm van dagboeknotities door Frits Bolkestein (VVD) en Margriet Brandsma (NOS). Het idee is van de laatste, die in een Woord vooraf als cliché voor politici noteert: ijdel, arrogant en overwegend saai. Wat hij ook mag zijn, in ieder geval blijkt dat Bolkestein níet overwegend saai is voor wie z’n aantekeningen leest. Zíjn het wel dagboek-aantekeningen, notities die je als het ware binnensmonds mompelt, krabbels voor jezelf? Bij Brandsma oogt het in dit opzicht authentieker dan bij Bolkestein die veel dingen opschrijft voor de lezer van wie hij weet dat deze over z’n schouder meekijkt. “Ik word namelijk 65” noteert hij op zaterdag 4 april, niet direct een mededeling voor in een persoonlijk dagboek. Bij een klassiek concert de sponsor noteren, van een componist de reden van zijn vroege overlijden, vertellen waarheen de opbrengst van een lezing gaat – zoiets is enigszins verrassend in een dagboek, lijkt me.

Z’n interviewster Dieuwertje Blok (KRO-televisie) noemt Bolkestein “erg anti-VVD”, ze betichtte hem van het gooien met modder. “Nu heb ik dat nog nooit gedaan”, aldus de VVD-leider, “Noch zal ik het ooit doen.” Twee bladzijden verder noemt hij een landelijk bekende politicus “zuipschuit, ruitjetikker, versierder”. Als het vertrek van een zeer bekende bewindsman veel aandacht krijgt, noteert Bolkestein: “Wat een ophef over een mislukte minister!” Het gaat in beide laatste gevallen om iemand van de PvdA en D66, de coalitiegenoten met wie tijdens het schrijven van Haags duet onderhandeld wordt over een voortzetting van Paars.

Dat is een rood-groene draad door de bijdragen van de politicus. Behalve Wim Kok, premier en de nummer 1 van de PvdA met wie zaken gedaan worden voor Paars II, heeft hij voor veel collega’s uit de coalitie (plus De Hoop Keffer van het CDA) steken of steekjes klaar. Jan Pronk en Rick van der Ploeg (beiden PvdA) krijgen zelfs bij herhaling tikken uitgedeeld. Over Pronk: “Er is niet veel voor nodig om in de zandbak van de Nederlandse politiek een hele piet gevonden te worden.” En Van der Ploeg “is blijkbaar gesteld op gratuite provocaties” door de manier waarop hij als Kamerlid de gelofte aflegt. Anderen van de PvdA en D66 worden afgeschilderd als breedsprakig, drammerig, scoren als bewindsman een onvoldoende. Een bijdrage van de D66-onderhandelaar doet hij af met “geürm”, D66-bewindslieden noemt hij luitjes.

Neem daartegenover zijn eigen partij. Hij haalt wel een kritische uitspraak van Kees Fens over Hans Wiegel met instemming aan, maar verder is Bolkestein louter positief. “Een voortreffelijke verzameling posten en uitstekende mensen” heeft hij bijeen gebracht, concludeert de VVD-leider tegen het einde van de formatie. Eerder had hij al van Jacques Wallage (PvdA) geschreven dat deze spijt had van een aantal benoemingen in Paars-I om die passage af te ronden met: “Ik vind dat de VVD de beste ploeg heeft geleverd.” Vooroordeel bevestigende opmerkingen of zelfs grappen over socialisten (soms meegebracht uit Vlaanderen of Duitsland) – verspreid over het boek debiteert Bolkestein er verschillende – het is een belangrijk kenmerk in die helft van Haags duet.

Kritiek op journalisten (bij de concurrentie én binnen de eigen NOS) heeft ook Margriet Brandsma, maar bij haar lijkt het allemaal veel genuanceerder, niet zo bijtend geschreven. Ze geeft terloops inkijkjes in het journalistieke televisiewerk van het eind van de 2oste eeuw. Verrassend is zij in haar observaties van haar collega-auteur, die tv-opnamen zeer geregeld over laat doen omdat deze niet tevreden is over de manier waarop hij iets naar voren brengt.

Tot besluit Bolkesteins precisie als hij het heeft over uitingen van zichzelf. Hij moet ergens een prevelementje houden, een uur voor een regionaal radiostation kwekken of hij heeft voor de televisie gebabbeld over infrastructuur. Bij de formatie geeft  hij aan het journaille  “dezelfde stomme antwoorden op dezelfde stomme vragen”. Het moet hem opgelucht hebben dat hij niet lang na de formatie van Kok-II de vaderlandse politiek kon verlaten, met zevenmijlslaarzen weg van de natte grond in de polder.

 

 

Frits Bolkestein en Margriet Brandsma, Haags duet. Verslag van de verkiezings- en formatieperiode. Amsterdam, 1998.

Over Siemon

Siemon Reker (1950, Uithuizen) was hoogleraar Groninger taal en cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen tot aan zijn emeritaat in 2016. Eerder was hij onder meer streektaalfunctionaris van de Provincie Groningen en actief in de journalistiek (Nieuwsblad van het Noorden, Radio Noord). Publicaties staan onder het kopje C.V.
Dit bericht is geplaatst in PARLEVINKEN. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.