De taal van de straat in de plenaire zaal: Boven de partijen (i)

Zó bang zijn mensen als Eva Jinek voor het Commissariaat voor de Media (neem ik aan), dat ze vorige week vrijdag (8 juni 2018) twee oud-Kamervoorzitsters aan tafel had maar het juist gepresenteerde boek waar hun bezoek op gebaseerd was, hield ze maar éventjes omhoog en noemde titel noch auteur. Afbeeldingen van oud-voorzitters van de Tweede Kamer kwamen in beeld, niet het omslag van dit boek:

Gerry van der List (Elsevier) interviewde in 2017 vóor de zomer de oud-Kamervoorzitters Bukman, Dolman, Deetman, Van Nieuwenhoven, Weisglas, Verbeet en juist voor Kerst werd hij ook nog ontvangen door mevrouw Arib. Tussendoor was Willem Hendrik de Beaufort zo vriendelijk om met Van der List te spreken, zodat ook de kijk vanaf de vroegere griffie enigszins in Boven de partijen kon doorklinken. Anouchka van Miltenburg ontbreekt in het overzicht, ze wilde niet. In het boek staat dat ze zwijgzaam was, in de media was er zelfs sprake van een onderduik-adres. Heeft het Nederlandse Parlement ook een afdeling-Nazorg? Kamer-voorzitter zijn is misschien mooi, aftreden op de manier van mevrouw Van Miltenburg is een hard gelag.

In het boek worden verder nog de na-oorlogse voorzitters Kortenhorst, Van Thiel en Vondeling geportretteerd. Vooral de bijdrage over de eerste is intrigerend als gevolg van een reeks affaires, waar de gebeurtenissen rond Van Miltenburg (Buma, Teeven-deal) zeker in juridisch opzicht kinderspel bij zijn.

De geïnterviewden laten zich allen uit over de taal in de Tweede Kamer, zij hebben daar dus zonder twijfel een specifieke vraag over voorgelegd gekregen. Dolman zegt er minder over dan te verwachten zou zijn voor een oud-bestuurslid van Onze Taal, Khadija Arib vraagt zich af of het klopt dat de beweerde taalverruwing echt een feit is. Toen had een vrouwelijk Kamerlid nog niet boos naar de voorzitster geroepen dat ze zelf door bleef tetteren terwijl ze de microfoons van de leden dicht deed: dat onplezierige moment deed zich deze week voor. Mevrouw Arib telde tot tien voor ze verder ging.

De verruwing staat voor de anderen vast, zij komen er voor uit. Gerdi Verbeet (zij wilde de betrokkenheid bij het werk van de Tweede Kamer vergroten, en “heldere taal hielp daarbij”, blz. 135) kreeg te maken met “toon en taal van de PVV” schrijft Van der List (125) en onder andere daarop moet Frans Weisglas doelen als hij spreekt van “de taal van de straat”. Maar dezelfde Weisglas zegt niet te weten wat daarmee bedoeld wordt (blz. 110). Over kwetsende opmerkingen zegt hij op dezelfde pagina: “Als je er niets over zegt, komen die namelijk zo, zonder weerwoord in de Handelingen te staan. Als iemand die over honderd jaar leest, denkt hij dat het om normaal taalgebruik gaat.” Via het boek biedt hij Jan Marijnissen (SP) tegelijkertijd nogmaals excuus aan voor zijn ingreep bij diens “even dimmen”.

Ook Jeltje van Nieuwenhoven kreeg te maken “met een zekere verruwing van het taalgebruik door nieuwkomers die niet zo hechtten aan parlementaire mores.” (blz. 100) Maar zelf vindt de oud-voorzitter het tegelijkertijd goed “dat gewone taal wordt gesproken”. Zij probeerde in de voorzittersstoel nederig te zijn en dienstbaar aan het parlementaire proces. “Nederigheid en dienstbaarheid zijn tegenwoordig niet meer zulke geliefde woorden, geloof ik. Toch ben ik daar van.” (blz. 95) – via die laatste vijf woorden overbrugt mevrouw Van Nieuwenhoven de grote kloof tussen die twee goeddeels verdwenen begrippen en de uitdrukking die later pas in de Kamer kwam, vooral via de VVD.

Geïnteresseerd geraakt in het boek dat mevrouw Van Nieuwenhoven achter de hand had wanneer ze bij debatten de voorzittersverveling wilde bestrijden? Ook dat hield Eva Jinek kort zichtbaar omhoog, kort maar langer dan Boven de partijen. Het heet Het Gebergte, van Maarten ’t Hart en Hugo Brandt Corstius, hapklare stukjes over alle romans van Simon Vestdijk. Alleen nog tweedehands te verkrijgen.

Op Politiek24 was er een item over Boven de partijen, afgesloten met een fotomoment waarbij de aanwezige voorzitster en oud-voorzitters op de bank zaten met het boek op hun knieën zichtbaar getoond in de richting van de camera. Dat wil zeggen, Khadija Arib deed als enige aan dat stukje reclame niet mee en hield het boek plat – een nog duidelijker handeling dan die van Eva Jinek.

Wordt vervolgd: a.s. maandag.

Gerry van der List, Boven de partijen. De voorzitter van de Tweede Kamer, Amsterdam 2018.

 

 

Over Siemon

Siemon Reker (1950, Uithuizen) was hoogleraar Groninger taal en cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen tot aan zijn emeritaat in 2016. Eerder was hij onder meer streektaalfunctionaris van de Provincie Groningen en actief in de journalistiek (Nieuwsblad van het Noorden, Radio Noord). Publicaties staan onder het kopje C.V.
Dit bericht is geplaatst in PARLEVINKEN. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.