We zien in feite dat er in de voorbeelden aan het eind van de vorige bijdrage twee groepen uitingen te onderscheiden zijn, in beide gevallen eufemisme genoemd: er zijn zinnen mét en zinnen zónder een ontkenning daarin. “Het is een spannende periode in de wereld. Dat is natuurlijk een eufemisme” is net zo’n understatement van minister Kaag als “dat de informatievoorziening over en weer (…) nog wel verbeterd kan worden” uit de mond van staatssecretaris Van Rijn.
Daartegenover hebben we “Het is niet geheel uit te sluiten dat het deze kabinetsperiode niet lukt” en “een claim die niet onmiddellijk wordt terugbetaald” – minister Halbe Zijlstra en Pieter Omtzigt gebruiken beiden een of zelfs een dubbele ontkenning in hun eufemisme. Het kan zijn dat zij beiden op de middelbare school geleerd hebben dat zoiets een litotes heet.
Een understatement is een omgekeerde overdrijving zónder, een litotes is hetzelfde maar dan mét een ontkenning. Misschien staat het zo niet in alle literaire handleidingen, maar deze indeling lijkt me zeer verdedigbaar, vooral als we deze twee samen de pseudo-eufemismen noemen. Bij pseudo-eufemismen moet de toehoorder zelf een stapje zetten om te begrijpen wat er bedoeld wordt.
Het voorbeeld van Esther Ouwehand (PvdD) uit de vorige aflevering is een beetje een apart geval binnen deze selectie: “We hebben gezien dat er in 28 van de slachthuizen waarin onverdoofd wordt geslacht, sprake is van tekortkomingen. Dat is een eufemistische term om te zeggen dat het niet goed gaat.” Dit PvdD-Kamerlid scoort veel eufemismen en die zijn in onderscheid met het taalgebruik van haar collega’s (vrijwel) altijd van het aparte soort dat niet als understatement of litotes valt aan te merken. Bij Ouwehand gaat het meestal om echte eufemismen.
Bij echte eufemismen hoeft de toehoorder niet zelf een stapje te zetten om te begrijpen wat er bedoeld wordt want de spreker zegt dat het ene woord A een eufemisme is voor het andere woord B. Kijk naar andere voorbeelden van dezelfde spreekster, het eufemisme A is telkens onderstreept en de feitelijke betekenis staat er na het =-teken achter:
• wij weten dat “uitval” betekent dat 5% van de dieren gestorven is, maar een consument weet dat niet (uitval = gestorven)
• Aan mooie woorden ontbreekt het niet, maar mooie woorden hebben nog nooit een ecosysteem hersteld. Neem die bezwering over het gebruik van “gewasbeschermingsmiddelen”, een aardig eufemisme voor “landbouwgif”. Die zouden in Nederland alleen maar gebruikt worden als het echt niet anders kan; “geïntegreerde gewasbescherming” heet dat dan. (gewasbeschermingsmiddelen = landbouwgif)
• om ruimte te maken voor megastallen. Dat is depositieruimte, om in het eufemistische jargon te blijven. De Partij voor de Dieren is de enige partij die zich hier met hand en tand tegen heeft verzet, de enige partij die zich niet in het pak heeft laten naaien door het slim gekozen frame dat de Programmatische Aanpak Stikstof bedoeld was voor natuurherstel. (depositieruimte = megastallen)
• Niet één koe, maar 200.000 koeienoffers moeten Brussel gunstig stemmen om de derogatie ongemoeid te laten. Dat is een eufemisme voor mogen afwijken van alles wat is afgesproken. (derogatie = mogen afwijken van alles wat is afgesproken)
• Wanneer wildbeheereenheden – dat is een eufemisme voor jagers – op basisscholen vertellen dat het doodschieten van dieren nodig is en de kinderen zelfs wapens in handen geven, zegt het kabinet: dat staat basisscholen vrij en jacht is legaal in Nederland. Wanneer organisaties die opkomen voor de belangen van dieren een lezing geven, stuurt het ministerie van OCW een brede waarschuwing uit. Ik vind dat ongehoord. (wildbeheereenheden = jagers)
• Middels deze nota van wijziging worden nog meer nieuwe stallen en uitbreidende veeboeren – in de nota eufemistisch “projecten” genoemd – vrijgesteld van vergunningplicht. Opnieuw wordt de Natuurbeschermingswet uitgekleed. In plaats van een individuele vergunning voor deze projecten te verlenen, worden ze meegenomen in het bestemmingsplan van het landbouwontwikkelingsgebied – dat is het namelijk – en voilà, weg is het probleem! (projecten = nieuwe stallen en uitbreidende veeboeren)
• Om nog maar te zwijgen van het lot dat deze muizen vervolgens wacht, want zodra de eitjes bevrucht zijn, worden de dieren gedood en opengesneden. Ook dat heet dan eufemistisch “het oogsten van embryo’s”. (oogsten van embryo’s = gedood en opengesneden)
• Ik heb al aangegeven dat er weinig informatie is over dierproeven. Het lijden van dieren wordt eufemistisch aangeduid als ongerief. (ongerief = lijden)
Bij dat laatste voorbeeld begint de volgende aflevering: wordt a.s. vrijdag vervolgd.
Duidelijk
Vriendelijke groet,