Waarschijnlijk scoort eh hoog als we de frequentie van alle woorden nagaan in het gesproken Nederlands. Maar ook als het toevallig de absolute top van de ranglijst aan bijvoorbeeld een lidwoord zou moeten laten, dan nog is het verrassend dat eh in de grote Nederlandse grammatica die de ANS is, geen plekje in het register van behandelde woorden heeft gekregen en evenmin voorkomt in het stuk over de tussenwerpsels. Zó gewoon in het Nederlands en daar dan toch absent?
Op 11 juli 2018 mocht minister Ank Bijleveld van Defensie optreden in een uitzending van het programma Spraakmakers van Radio 1, nog net niet op weg naar een NATO-bijeenkomst in Brussel. Daar was ook de Amerikaanse president verwacht en die zou er de trom roeren over de kwestie van de verhoging van de afdrachten van de lidstaten. Dat was het onderwerp van gesprek met de minister, aan de tand gevoeld door Ghislaine Plag. Het was echt een soort verhoor, de interviewster gaf de excellentie geen kans om lange antwoorden te formuleren.
Daaraan kan het niet hebben gelegen – de minister liet zich niet van haar stuk brengen – dat ze zo vaak eh zei. Zoek eens naar actuele interviews met minister Van Engelshoven (Onderwijs en Wetenschap) van wie gezegd wordt dat die zoveel eh’s gebruikt, dat is lang niet meer zo opvallend als eerder – daar is dus aan geschaafd. Misschien ontkent ze het, maar juist een minister van Onderwijs kan met een gerust hart beweren dat ze nog dagelijks iets leert.

ANK BIJLEVELD (Ministerie van Defensie) en let op de penvoering
Haar collega Bijleveld zei niet zozeer ontzettend vaak eh – behalve misschien voor iemand die er speciaal op let. Veel opmerkelijker was de plek waar eh in de zin werd gepositioneerd. Kijk naar deze uitingen van mevrouw Bijleveld:
* ik ben het inderdaad heel erg eh met de eh heren eens
* in het bond-eh-genootschap
* in deze eh kabinets-eh-periode
* het moet echt eh beter
* waar het hier eh om gaat
* waarnaar eh wij streven
* die uit de Europese Unie eh stappen
* gemeenschappelijke waarden die we eh delen
* een extra stap eh wordt gezet
Wat aan dit soort uitingen frappeert is niet zozeer dat er ehs vallen, maar wel dat die vallen op rare plekken in een uiting. Een minister van Defensie weet heus wel dat de NAVO een bondgenootschap is, dus dan verrast de uitspraak “bond-eh-genootschap” net zo als “kabinets-eh-periode” uit de mond van een doorgewinterde politica. Nota bene: kabinets– en dan -eh-periode! En in die andere voorbeeldjes valt eh eveneens op momenten dat duidelijk is dat de spreekster al formulerend in feite al laat horen hoe ze dat stukje wil gaan zeggen. Wie “waarnaar” zegt, heeft “streven” al in gedachten; wie begint met “waar het hier” levert een vreemd eh voordat de uiting vervolgt met “om gaat” want dat is één samenhangende constructie. Net zo opvallend als die eh’s in kabinetsperiode en bondgenootschap.
Eh is hier dus geen tussenwerpseltje dat aarzeling uitdrukt maar iets anders. De vraag is wát.
Maar ik heb geen idee wat het antwoord op die vraag eh is.
Aanvulling d.d. 02.12.2019 Minister Bruno Bruins las vandaag veel antwoorden (van zijn ambtenaren) voor in een VWS-overleg met de Tweede Kamer. Het onderwerp in het bijzonder was sport. De minister wilde op een goed moment nog wel even gezegd hebben, dat dit een van de leukste debatten was van het jaar.
Waarom zouden we aan de ministeriële woorden moeten twijfelen, zelfs als hij net als zijn collega Bijleveld aan de uitgeschreven antwoorden talloos veel eh’s wist toe te voegen als eigen inbreng? Het is een onaangename en weinig inspirerende bezigheid, het eh-gebruik te noteren, maar schrijf gewoon een beetje mee en hetzelfde raadsel als bij de Defensie-collega diende zich aan:
…. het hoeft niet alleen topsport eh te zijn
…. daar ga ik mij niet in eh roeren
…. met zich mee eh brengt
…. daarom ontraad ik die eh motie
…. waar verenigingen terecht eh kunnen
…. het evenementen-eh-beleid
Waarom belanden er van die enorme hoeveelheid eh’s zoveel op ongeveer de voorlaatste positie van de zin en waarom breekt zo’n woordje zelfs in bij samenstellingen en in vaste woordgroepen? Wat is dat voor eh, zelfs in die stoplap die meneer eh de voorzitter is?
Ik kan mij een docent eh herinneren.
Wij turfden zijn eh’s.
Wanneer hij bij ons aan tafel stond was het eerste wat hij zei ‘eh’.
Waarop er direct een turfje bijkwam.
Sprakeloos liep de man dan maar door …
Het is maar hoe je herinnerd wilt worden.
Vrolijke groet,
Minister Van Ehgelshoven.