Aanvulling 18 december 2018: Kijk op de website van het KDC van de Radboud-Universiteit en kom via de agenda op de aankondiging die als volgt begint:

Website KDC Radboud Universiteit
Als de plannen gerealiseerd worden, zal in het verlengde van dit blog in november verschijnen – en dat is inmiddels het geval:
Dat gezegd hebbend …
Taal in politiek Den Haag na 1950
Kijk op de website van de uitgever of ga naar bol.com.
Wat hier volgt is een concept-versie van het begin van de introductie.
(1) Van aanvliegen uit schuttersputjes en zwijgen met een veelheid van woorden
Op een klein stukje Nederland van nauwelijks een paar vierkante kilometers in Den Haag waarschuwt een jonge minister in 2017 om dilemma’s niet heel zwart-wit aan te vliegen vanuit het eigen schuttersputje. Dat is Nederlands zoals dat hoorbaar is in het hart
van het vaderlandse bestuurscentrum dat alle schoolkinderen moeten bezoeken volgens het huidige regeerakkoord Vertrouwen in de toekomst (2017-2021). Dat wil zeggen, dat gaat het kabinet mogelijk maken.
Verstaan zij straks, verstaan wij nu wat we in de plenaire zaal horen – ook als we voorbijzien aan technische onderwerpen? Het begin van een antwoord kwam
bij mij in 2016 met een blog over de gevarieerde taal van premier Rutte. Toen daarover 100 bijdragen verschenen waren en de Kamerverkiezingen in aantocht, breidde ik Nomeis uit naar de taal van het Nederlandse parlement. Nomeis is een omdraaiing van mijn voornaam: ik was met pensioen, bereikte een keerpunt in m’n leven en mijn achternaam is wat Battus (Opperlands) een palingram noemde. Belangrijker is dat het Griekse woord voor ‘wetten’ in Nomeis doorklinkt. Dat is immers core business aan het Binnenhof én het verwijst naar talige wetmatigheden die ik in het blog op het spoor probeerde te komen.
Na een nieuwe 200 internetstukken van soms grotere omvang volgt hier een boekje over hetzelfde onderwerp: een 750 tekstjes van meestal kort formaat die gebundeld een woordenboekje eigentijds Binnenhofs maar ook eigentijds Nederlands vormen. Ik heb me beperkt tot de periode vanaf 1950 (mijn geboortejaar, is het persoonlijke karakter duidelijker uitgedrukt?) tot en met 2017. Dat het laatste jaar hierna betrekkelijk veel genoemd wordt, heeft te maken met het feit dat ik soms taal van voorheen wilde vergelijken met de eigen tijd en dat was in principe 2017. Op die manier is het begin van Rutte-III nog juist meegenomen. Voor de bronnen, de aanpak en enkele verwijzingen wijs ik naar de hoofdknoppen op het genoemde blog (http://siemonreker.nl). Het betreft daarvan vooral de middelste vier Over, Aanloop, Verkennend en Parlevinken.
Tegenwoordig komen er iedere vergaderdag van de Tweede Kamer uit de plenaire zaal in de regel ruim 200.000 woorden bij via de Handelingen. Die zijn weliswaar lang niet alle uniek, maar dat alleen al maakt desondanks duidelijk, hoe miniem het aantal is dat ik daarin heb aangestreept, een stuk of 800 stuks slechts, inclusief voor/achtervoegsels en uitdrukkingen. Hoeveel meer hadden het er kunnen zijn – móeten misschien ook volgens u, lezer. Ik ben bereikbaar voor overleg (s.j.h.reker@rug.nl) en zolang dat binnen de grenzen van het redelijke blijft, verheug ik me op dat contact.
Wat er aangestreept is en verder een rol speelde, voldeed in elk geval aan de volgende criteria:
– ik moest het de moeite waard en voldoende interessant vinden,
– de inhoud moest niet rechtstreeks uit een zoekopdracht via bijvoorbeeld
Google of Wikipedia duidelijk zijn (zoals het antwoord op de vraag naar de
Zalm-norm, het maatschappelijk middenveld of afnemend grensnut),
– er zou een meerwaarde moeten zijn ten opzichte van wat de elektronische
Van Dale aan informatie bood. Kortom, het was een paradoxale mix van overwegingen en impressionisme.
Aanvulling maart 2019: Het Nederlands Dagblad schreef in december als eerste een ruim stuk over het boek (door Piet H. de Jong), Ariejan Korteweg volgde in De Volkskrant na de presentatie aan Van Agt in januari. Saskia van Westhreenen publiceerde vroeg in de maand erna een column in de Leeuwarder Courant en Bart Zuidervaart in dezelfde maand februari in Trouw. In maart publiceerde Mark Barrois een recensie in Historiek.
Aanvulling april 2019: NRC.Next en NRC Handelsblad kiezen voor een groot interview door Mark Kranenburg over het boek, inclusief citaten uit enkele lemma’s (15.04.2019). Kranenburg kwam ervoor naar Bedum, ik reisde voor de foto naar Den Haag.