Het was een thuiswedstrijd voor de minister-president, dat debat over de Staat van de Europese Eunie van donderdag 7 februari 2019. Hoorbaar tijdens het begin van zijn beantwoording tegen de bode corrigerend zeggen dat hij een cappuccinootje had besteld –ja, heerlijk– en even later met een knipoog de rol van de VVD-leider spelen door hier nog even te herhalen wat hij maandagavond al in eigen kring had rechtgezet over zijn optreden bij Buitenhof. Nee, de premier vindt de verkiezingen voor Europa wel degelijk belangrijk.
Voor de verandering had de PM een bijrol, veel van de onderwerpen had hij aan de minister van Buitenlandse Zaken overgedragen: “De gedachte is dat ik een paar dingen zeg over de strategische agenda en de Europese Monetaire Unie, en dat de heer Blok vervolgens de vragen zal beantwoorden op het terrein van de institutionalia, brexit, MFK, het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid, het interne en externe veiligheidsbeleid, de rule of law, de coalitievorming en een rubriek varia. Dat betekent dat het leeuwendeel van de workload vanmiddag ligt bij de minister van Buitenlandse Zaken.” Dat is de door de premier eerder genoemde “heer Blok”.
We horen van de institutionalia, van rule of law en workload. Maar ho, de minister-president doet ook wel iets want hij haast zich corrigerend toe te voegen: “Om dat nog enigszins te redresseren een enkele inleidende opmerking vooraf. Het is ook al opgemerkt door velen, denk ik, in de eerste termijn van de Kamer, dat wij natuurlijk te maken hebben met een Europese Unie die niet in isolatie werkt, maar zich heeft te verhouden tot de ontwikkelingen in de wereld.” To redress omschrijft de OED met ‘to put (a matter or situation) right again; to reform, amend, improve.’
Inderdaad, het Engels klinkt op allerlei momenten door de ministeriële antwoorden heen. Dus ook als het Nederlands mag ogen, zoals ‘in isolatie’ (in isolation hier eerder aan de orde geweest) en ‘zich hebben te verhouden’ (to relate, zie de bijdrage over dat onderwerp in dit blog).
Het werd nog Engelser – ik vond zelfs: onverstaanbaar Engels – toen Mark Rutte het volgende zei: “Kijk, ik sta zo in de wedstrijd dat wij als Nederland altijd een Europa hebben beforward dat communautair is, met een sterke rol voor de Europese Commissie, vanuit de gedachte dat de Europese Commissie ook bescherming biedt aan de kleinere lidstaten, waarbij ze natuurlijk initiatieven neemt, maar ook degene is die strikt en onpartijdig de regels moet toepassen.”


Zó staat het in de gecorrigeerde Handelingen, alleen heb ik dat ene woord beforward gecursiveerd waarvoor ik de Oxford English Dictionary nodig heb om het te begrijpen en ik zoek:

De OED weet niet wat beforward is. Dus ga ik naar debatgemist.tweedekamer.nl en luister naar wat er gezegd is.
Geen wonder dat de stenograaf van de Dienst Verslag en Redactie er Engels van maakte binnen zo’n anglicistisch geheel. Geen wonder dat het bij de controle gehandhaafd is en op het net werd gezet. En geen wonder dat er ook een ‘no problem’ gekomen zal zijn van de medewerker aan wie Algemene Zaken het klusje zal hebben toevertrouwd om de woorden van Rutte in het ongecorrigeerde verslag nog even tegen het licht te houden.
Versta ik iets dat lijkt op beforward? Ja, maar ik versta eerder nog “bevoorword”. En dat doet ontzettend denken aan een wat aan het Nederlands aangepaste vorm uit de oostelijke buurtaal, het Duits. Befürworten is in die taal ‘bepleiten, voorstaan’. Dat past in deze context helemaal, ook al had de premier dat wel iets duidelijker mogen articuleren – in de oorspronkelijke betekenis van ‘helder uitspreken’. Vergelijk voor de Duitse voorkeur van de premier ook de aflevering Pleidooiéren.
In The Guardian waarschuwde David Cannadine vandaag, dat Groot-Brittannië zich ook in de aanloop naar een Brexit bewust moet zijn van de enorme educatieve, culturele en psychologische voordelen van meertaligheid. Dat geldt voor de andere EU-landen niet minder en die wendbare Mark Rutte is een concreet bewijs van the benefits of multilingualism. Maar bij al dat soepele wisselen van talen wel duidelijk blijven spreken graag. Bitte.
Aanvulling 15.07.2019: Op de wekelijkse persconferentie van afgelopen vrijdag (12.07.2019) sprak de premier over “het feit dat wij één kandidaat bevoorwoorden, in goed Nederlands”.
De omschrijving in goed Nederlands betekent in de Nederlandse politiek tegenwoordig ‘u hoort wel dat het niet-Nederlands is wat ik hier gebruik (en ik zeg dat met een zeker gevoel voor humor hoe afgezaagd het ook is)’. In de afgelopen maanden viel in de Tweede Kamer bijvoorbeeld te horen:
• “In goed Nederlands, voorzitter: whatever that may be.” (Lilian Helder, PVV)
• “Dus de midterm review — om het maar even in goed Nederlands te zeggen — staat daar ook in (…).” (staatssecretaris Van Ark)
• “Hij vroeg naar een aantal facts and figures, ofwel in goed Nederlands cijfers.” (minister Ollongren).
In 2018 vielen in dit verband te noteren: wholeheartedly (minister Zijlstra), naming-and-shaming (minister Hoekstra), de backstop as such (minister Hoekstra), crime is constantly on the move, so we must move with it (Lilian Helder, PVV), dat we niet gaan picken en choosen (Zihni Özdil, GroenLinks), een fine line (minister Hoekstra), “I know it when I see it” (Rob Jetten, D66, citeert minister Wiebes (misschien)), realtime (minister Hoekstra), forward looking and backward looking (minister Hoekstra), outliers eruit halen (minister Hoekstra), count your blessings (minister Schouten), behavioural insights team (staatssecretaris Van Veldhoven), in a nutshell (staatssecretaris Snel), de burden sharing (Isabelle Diks, GroenLinks), de sense of urgency (René Peters, CDA). Veel bewindslieden, véel minister Hoekstra, naar verluidt een van de kandidaten voor het leiderschap van het CDA. Dat is de partij die het voor elkaar kreeg dat in het regeerakkoord van Rutte-III iets opgenomen staat over “ankers van de Nederlandse identiteit in tijden van globalisering en onzekerheid. Op school leren kinderen daarom het Wilhelmus, inclusief de context ervan.”