Volgens parlement.com is het Kamerlid Agnes Mulder (CDA) – haar smoeltje ‘pasfoto’ is niet alleen op deze site toe aan een update – geboren in Hardenberg (Overijssel). Vandaaruit heeft haar levensloop zich in noordelijke richting bewogen, we zien Drentse plaatsen als Emmen, Meppel en Assen in de informatie over haar.
Is dat van belang in het kader van een blog dat zich met taal bezighoudt? Bij uitstek! Op 16 januari 2019 stond de Afhandeling schade en versterkingsoperatie Groningen vanwege gaswinning op de agenda – mevrouw Mulder is de woordvoerder van het CDA. Zij zorgt er ook voor dat er niet alleen over Groningen maar waar nodig ook over Noord-Drenthe gesproken wordt bij dit onderwerp.

Het was een ellendige situatie, kijk alleen naar wat woordvoerders over die afhandeling zeiden, inmiddels een jaar of zes, zeven nadat de klap van Huizinge ook in Den Haag en Rijswijk gevoeld was:
• Sandra Beckerman (SP): “Daar staan we weer. Het zoveelste gasdebat, en veel Groningers hebben het vertrouwen verloren dat het ooit goed komt.”
• Tom van der Lee (GroenLinks) over de gedupeerde Groningers. “Zij verkeren nog steeds in diepe onzekerheid, wanhoop en afschuw over al dat markt- en overheidsfalen.”
• Henk Nijboer (PvdA): “”Ik wacht”, zo heet de nieuwe serie in het Dagblad van het Noorden. Mensen met schade wachten jarenlang op een oplossing voor hun problemen.”
Coalitiewoordvoerders lieten zich verrassend genoeg vergelijkbaar uit.
• Carla Dik (CU): “Kafka in Groningen: dat is het. Voorzitter, ik besef dat dit grote woorden zijn, maar mijn fractie kan het niet anders omschrijven.”
• Matthijs Sienot (D66): “Het is weer een debat over de schade en de versterkingen in Groningen, en de Groningers wachten al veel en veel te lang.”
• Agnes Mulder was in de veronderstelling van minister Wiebes geregeld positieve berichten te krijgen: “Maar het is oorverdovend stil gebleven. En het lijkt erop dat de minister het laat versloeren doordat er onvoldoende geld en capaciteit beschikbaar komt.”
Wat zegt u? Versloeren? Staat niet in Van Dale. Staat niet méer in Van Dale.
Het gebeurt niet ontzettend veel, dat lemma’s uit het Groot woordenboek van de Nederlandse taal verwijderd worden. In 1984 staat het er nog met de omschrijving ‘verslampampen, verkwisten’ plus een toevoeging waarin gewezen wordt op het gewestelijke karakter.

Bij de 12e druk van 1992 blijkt het geschrapt. Blijkt voor wie kijkt: aanvullingen krijgen van de uitgever meer attentie dan verwijderde trefwoorden. Een geschrapt woord met een onjuiste omschrijving (versloeren is niet zozeer ‘verkwisten’) kunnen we missen als kiespijn.

Versloeren is inderdaad gewestelijk. Sla het Drentse woordenboek van Kocks c.s. op. Versloeren = verslonteren Non moej de bool niet laoten versloeren, dat zul ja zunde wezen. Het hef al genoeg kost (Bei), Die hef zien kwaol versloeren laoten (Klv), As die mèensken nietwat netter wordt, versloert ze er in ‘komen ze erin om’ (Zwe). De voorbeelden komen achtereenvolgens uit Beilen, Klazienaveen, Zweelo – de wereld van Agnes Mulder.
Maar fersloere is ook Fries en in dezelfde betekenis. Groningers noemen het even terecht Gronings: Ter Laan (niet alleen de man die langer dan Beckerman, Mulder, Van der Lee, Nijboer en Sienot bijelkáar in de Tweede Kamer zat, maar hier opgevoerd als de maker van het grote Groninger woordenboek dat binnenkort online komt) gebruikt een ander Gronings woord dat door hem op z’n Nederlands geschreven had kunnen worden als vertaling, versloddern.
Wie verder zoekt in Oostelijk Nederland vindt vast meer voorbeelden, maar dat verandert aan de zaak niet zoveel: versloeren wijst in regionaal Nederlands op ‘een onvoldoende mate van attentie die veroordeeld wordt, nalatigheid’ en dankzij Agnes Mulder kwam het begin dit jaar voor het allereerst in de Handelingen. Tom van der Lee (Silvolde), Henk Nijboer (Groningen) en Matthijs Sienot (Kampen) zullen het kennen. Sandra Beckerman komt uit de regio-Veenendaal maar is tegelijkertijd inmiddels zo lang Groningse dat zij het woord als gewestelijk herkend moet hebben.
De belangrijkste vraag is, hoe het staat met minister Wiebes (Delft). Anders dan zijn ambtsvoorganger Kamp (werkelijk oestelijk georiënteerd, hij kwam uit Hengelo) is onzeker of Wiebes ooit met dat woord versloeren is geconfronteerd. Hij reageerde er in het geheel niet op. Toch is het verwijt van iets laten versloeren niet mis, excellentie.