De dichter Menno Wigman (1966-2018) overleed in februari, in september vorig jaar droeg Thierry Baudet (FvD) tijdens de Algemene en Politieke Beschouwingen een licht gewijzigde tekst van hem voor, zonder auteurs- of bronvermelding. Bijzonder voor iemand die opgegroeid is in de jaren ’70 van de vorige eeuw was het gebruik van het woord dat voorkomt in “het zachte golven van een dranklokaal”. Het is een van de “Mooie dingen, allemaal mooie dingen” die de geciteerde tekst openend aankondigt. Dranklokaal, nu zouden we het een café noemen, de omschrijving die Van Dale kiest.

Lokaal is een bijzonder woord. In Friesland – is Baudet daar ook lijstduwer van zijn partij? – bestaat een bekend lied waarin gerept wordt van het Dokkumer lokaaltje, een boemeltrein. Dat is een verkleinde inkorting van “lokaalspoortrein” met lokaal wellicht in de rol van bijvoeglijk naamwoord. Aan het niet-ingekorte zelfstandig naamwoord kent Van Dale drie betekenissen toe, achtereenvolgens te illustreren met deze drie voorbeelden: partijlokaal, schaftlokaal, gymlokaal.
Eigenlijk zou ik de eerste twee groepen liever samenvoegen en het onderwijs apart houden. Het golvende danslokaal van Menno Wigman is er eentje die in de eerste beide groepen past, net als (ik haal wat voorbeelden uit de Handelingen aan): evangelisatielokaal, vaccinelokaal, stempellokaal en – dezer dagen nog steeds gangbaar – stemlokaal. In een vaccinelokaal werden vaccinaties gegeven, in een evangelisatielokaal werd er misschien wel over dat onderwerp gepreekt.
Het gebruik van dit lokaal lijkt me zeer verminderd, het is grotendeels in het bezit genomen door het onderwijs. Lokaal wás in de woorden van Van Dale “gebouw mbt. het doel waarvoor het bestemd is, m.n. als vergaderplaats” en “ruim vertrek, zaal, vooral mbt. het doel waarvoor het gebruikt wordt”. Lokaal ís toch voor het grootste deel alleen nog de derde omschrijving “verkorting van schoollokaal” maar wel bij voorkeur aangevuld met het specifieke vak dat juist daarin gegeven moet worden. Logisch omdat andere lokalen zonder specifieke uitrusting daar minder geschikt voor zijn: gymnastieklokaal, handenarbeidlokaal, natuurkundelokaal, tekenlokaal.
Alleen al aan het woord is te horen dat de volgende gevallen niet op een normale school thuis (zouden moeten) horen: melklokaal, proeflokaal, schaftlokaal, therapielokaal, verenigingslokaal, visbewerkingslokaal, wachtlokaal, waslokaal, zorglokaal. Net als dranklokaal allemaal verleden-tijd-woorden die ooit in de Tweede Kamer zijn gevallen, zij het dan niet tijdens dat opvallendste debat van het jaar, de Algemene Beschouwingen.
Op allerlei plaatsen noemen café’s zich nog dranklokaal, zoals in Leiden (de WW), Zeist (de Druppel), Amsterdam (de Kom-eet) en Deurne (De Brouwer).
Proost.