Het was lang wachten gisteren op de speech van de grootste winnaar van de Statenverkiezingen. Was het pas tegen twaalven, te elfder ure zou victor Baudet zelf later zeggen, dat hij neer daalde om zijn kompanen toe te spreken? Ik was direct op het verkeerde been gezet bij de verrassende opening toen ik hoorde dat er gesproken werd van “de l van Minerva”. De l van Minerva? Toen ik een dag later via Youtube naar de automatisch gegenereerde ondertiteling keek, zag ik dat een machine hetzelfde had verstaan:

Toen kort daarop volgens de tekst gezegd werd “Maar die uil van Minerva slaat niet alleen op deze avond pas zijn vleugels op” verstond het apparaat opnieuw iets licht anders:

Mag het even over het Nederlands van Thierry Baudet gaan? Natuurlijk, hijzélf zei: “Men gelooft niet meer in Nederland, dat is zeker. Niet meer in de westerse beschaving ook, in onze taal, die inmiddels is afgeschaft op onze universiteiten.” Dat klonk als een bijzonder en tegelijk impliciet verwijt in de richting van een binnendringende taal van elders terwijl de eigen tekst van Baudet véel taal en beelden uit een andere vreemde regio bevatte, het Mediterrane gebied, ook als we verder kijken dan de naam en het logo van FvD. 1)
Nee, we letten even op het Nederlands en wel op een kleinigheid. “Iets dat dood leek, iets dat voorbij leek, iets dat achter ons zou liggen, iets dat definitief achter ons zou liggen, dat kan, zo weten wij, weer tot bloei komen.” Dat was de aangekondigde renaissance van Forum in de vorm van een herhaling, iets dat…, iets dat…, iets dat…, iets dat….
Dat is vreemd.
Luister naar iemand als Mark Rutte:
• Het aantal mensen wat werkt is historisch hoog.
• Dan is de enige uitkomst het uittredingsverdrag wat er nu ligt.
• Dat is het normale besluitvormingsproces wat het kabinet ieder jaar heeft in april en in augustus.
Daar valt de luisteraar wellicht op, hoezeer de MP van Nederland een moderner gebruik van het onzijdige betrekkelijk voornaamwoord laat horen en hij is waarachtig niet de enige. We leerden op school dat het-woorden met dat verbonden worden (aantal dat, verdrag dat, proces dat): allemaal tot je dienst, Rutte zegt meestal wat. In de Handelingen van de Tweede Kamer wordt zoiets gecorrigeerd.
Aan de andere kant zijn van Mark Rutte ook de volgende uitingen te horen, net als de voorbeelden van hierboven genoteerd op diens wekelijkse persconferenties:
• En wat vorige week gebeurd is, dat is ook niet iets wat je hen kunt aanrekenen.
• Dat is iets wat ik niet kan beslissen.
• je haalt uiteindelijk in onze samenleving het hele draagvlak weg voor iets wat heel breed in Nederland gevoeld wordt.
We leerden op school, dat alles, iets, niets onbepaalde voornaamwoorden zijn die als betrekkelijk voornaamwoord niet dat maar wat selecteren.*) Rutte verandert het betrekkelijk voornaamwoord dat in wat, maar iets wat past hij dus níet aan – of hij/hem zou al gewezen moeten worden op het “foutieve” karakter van aantal wat, verdrag wat, proces wat. Misschien zou hij dan zichzelf willen corrigeren (zoals waarschijnlijk in zijn geval bij het gebruik van een enkelvoudsvorm van het werkwoord als aantal het onderwerp is maar daar ga ik nu aan voorbij).
Thierry Baudet betoonde zich in zijn overwinningsspeech niet iemand die (Johan Cruijff zou zeggen iemand wie) het relatief voornaamwoord wijzigt in wat:
• dit geseculariseerde zondvloedgeloof, dat zich in deze tijd heeft meestergemaakt van de harten en geesten van onze bestuurders
• Het is een schuldcomplex dat blijkbaar een uitweg nodig heeft.
• dan is dat het sterkste gevoel dat ik heb
Ik veronderstel dat Baudet heeft opgemerkt dat mensen als Rutte op dit punt zondigen tegen regels van het Nederlands zoals hij deze geleerd heeft en in reactie zelf met iets dat de hypercorrecte toer is opgegaan door een verandering van het vroeger juiste iets wat.
De vraag is nu nog even wát we precies aan kunnen merken als een grandioze ketterij die het Nederlands is binnengedrongen, om Baudet te kopiëren uit zijn toespraak van gisteravond **): het aantal wat van Rutte of iets dat van Baudet.
Of allebei.
Of geen van beide.
*) Ik verwijs naar een toegankelijke bron: Kort en goed. Grammatica van het Nederlands van Frida Balk-Smit Duyzentkunst. (Den Haag, 2000) blz. 99.
**) Over de Haagse politiek zei Baudet: “in dat immense vacuüm, dat culturele en spirituele vacuüm, is tegelijkertijd haast ongemerkt een grandioze ketterij binnengedrongen”, zijnde de transitie. Typisch voorbeeld van een hyperbool.
1)-Aanvulling 22.03.2019: Vice-premier Hugo de Jonge had delen gezien van Baudets overwinningsspeech zei hij vandaag op de wekelijkse persconferentie van de minister-president. Hij had niet alles begrepen, sprak van “gezwollen en pompeuze teksten”.