Zembla wees via voorpublicaties op een uitzending die later deze maand te zien zal zijn en midden in de periode dat Keukenhof geopend is: het bevat “de uitkomsten van een onderzoek naar de gevolgen van het gebruik met landbouwgif op de Nederlandse bollenvelden. Daaruit bleek vorige maand al dat het spuiten van gif veel meer omwonenden veel langer blootstelt aan veel hogere concentraties van die pesticiden, dan tot nu toe bekend.” Het onderzoek is inmiddels aan de Tweede Kamer gestuurd en daarom werd minister Schouten om commentaar gevraagd.
Kijk naar een stukje van de website van de NOS waarin de minister eerder deze week (woensdag 10 april 2019) aangehaald werd:

Let, lezer, op het verschil tussen de kop en de tekst. Mogelijk heeft Voorlichting van Landbouw de redactionele tekst of het citaat van de minister goedgekeurd, over wat er boven staat gaat Landbouw zeker niet. Omdat gewasbeschermingsmiddelen simpelweg te lang is voor een normale kop, benutte de redactie het veel kortere landbouwgif. Ik vermoed (minister Schouten zou zeggen “ik neem zomaar aan”) dat landbouwgif en gewasbeschermingsmiddelen synoniemen zijn. Maar kijk in de Handelingen en concludeer dat de kortere term vrijwel door niemand in de mond wordt genomen. Beperken we ons tot de scores in het lopende kalenderjaar: Futselaar (SP 1x), Graus (PVV, 1x), Bromet (GroenLinks, 2x), maar het leeuwendeel is voor Esther Ouwehand van de Partij voor de Dieren die in 2019 tot nu toe 11 maal landbouwgif uitsprak. (Eenmaal werd een debat van de agenda gevoerd waarin de term ook in de titel genoemd is.)
Er loopt een tweedeling door de Tweede Kamer: de coalitiepartijen spreken niet van landbouwgif en ook de Partij van de Arbeid laat dat na – misschien omdat deze partij in Rutte-II de eerste verantwoordelijkheid had voor dit beleidsterrein en nog even wat meer afstand moet nemen. Woordvoerder William Moorlag zit in een lastige positie, hij krijgt eenvoudig te horen dat zijn voorgangers verantwoordelijkheid namen voor deze sector zodra hij zich te ver buiten zijn hok zou willen wagen. Moorlag compenseert dit probleem door talige bijzonderheden als het AMEN-principe te laten vallen*).
Dat het niet-toevallig is dat een gewoon Nederlands woord niet voorkomt in de bijdragen van coalitie-zijde, bleek op 14 maart. Aan het eind van de volgende passage uit de niet-gecorrigeerde Handelingen (talig interessant, gewiss en surely) blijkt dat liefhebbers-van-het-woord op 24 april met pen en papier klaar moeten zitten – als de agenda niet gewijzigd wordt.
“Minister Schouten: Ik heb in mijn inleiding proberen aan te geven dat het een heel stel maatregelen is die je allemaal tegelijk moet bekijken. Dat wordt ook in het deltaplan onderkend. Daar zit ook niet één knop in die moet worden ingedrukt. Ik constateer dat mevrouw Ouwehand er nu twee uitlicht. Dat mag, maar ik zou toch willen zeggen: het is breder dan dat. Laten we het punt van de gewasbescherming nemen, want mevrouw Ouwehand vindt dat alle gewasbescherming eruit moet. Ik wil haar erop wijzen dat er ook biologische gewasbescherming is en dat er ook laagrisicomiddelen zijn. Dus ik denk niet dat mevrouw Ouwehand generiek bedoelt te zeggen: geen gewasbeschermingsmiddelen. Maar dat vul ik maar even voor haar in.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ik zeg altijd “landbouwgif” en dan weet de minister heel goed wat ik bedoel.
Minister Schouten: We krijgen nog een hele discussie over gewasbeschermingsmiddelen in het algemeen overleg dat binnenkort gaat komen.
De voorzitter: Ja, dat klopt. Op 24 april.”
P.S. In een eerdere bijdrage wees ik op het eufemistische karakter van het woord gewasbeschermingsmiddelen.
*) Dat deed hij eerder deze week: Afspraken Maken En Nakomen, lichtte Moorlag toe. De minister (ChristenUnie) reageerde niet op de term met z’n Bijbels-Hebreeuwse achtergrond. Voor ongelovigen volgt een citaat uit het Oudtestamentische woordenboek van Koehler-Baumgartner bij het lemma “ameen”:

Een bestrijdingsmiddel wordt altijd gebruikt om iets te doden.
Landbouwgif lijkt mij dan ook een correcte benaming.
Natuurvriendelijke groet,