De hieronder volgende, licht aangepaste, tekst schreef ik als onderdeel van een serie columns voor het toenmalige Bureau Groninger Taal en Cultuur van de Rijksuniversiteit Groningen naar aanleiding van opgevallen Taal In Media (TIM). Die bijdragen zijn niet meer vindbaar op het web: geen wonder, de auteur is al enige jaren met pensioen. Boeken blijven in de bieb, het web ruimt beter op. Het stukje past bij, want is inhoudelijk sterk verwant aan de bijdrage van gisteren over Bejaardentocht.
In een documentaire voor de EO over de schilder Henk Helmantel waarin de financiële waarde van zijn werk zo naar voren gehaald wordt (de film heet ook nog “Met niets begonnen”), vertelt hij over zijn eerste expositie. Dat gebeurde in het koor van de kerk van Loppersum. Hij hief daar een entree van één gulden en had aan het eind van de tentoonstellingsperiode duizend gulden verdiend. Het succes had te maken met een praktische omstandigheid, hij werd net in de winkelweek gehouden, vertelt Helmantel in die documentaire.

Is winkelweek een Nederlands woord dat de woordenboeken heeft gehaald? Ter Laan heeft het niet, Van Dale wel: “week gedurende welke de winkels in een bep. straat of buurt bijzondere reclame maken, versieringen aanbrengen enz.” Dat is de betekenis zoals die in de laatste druk van 2005 staat, exact zoals de omschrijving voor het eerst was opgenomen in die van 1950.
Moet je iemand van het platteland zijn om te zien, dat deze weergave voor een stedelijke context is geschreven? Moet je uit de middenstand afkomstig zijn om te zien dat het veel te mager is, wat Van Dale hier levert? Een winkelweek is (was in elk geval) in een niet-toeristische plattelandssfeer zoals in de provincie Groningen een belangrijke feestweek op de overgang van zomer naar herfst. De straten waren verlicht, er waren bonnenacties, luidsprekers langs allerlei belangrijke want winkel-straten om maar iets te noemen. Het was in mijn beleving het grootste dorpsgebeuren van enige duur – en versloeg daarmee Koninginnedag op vele punten.

In dat opzicht is Van Dale dus kaal en karig met zijn informatie. Maar winkelweek is althans vindbaar, Sinterklaastafel in het geheel niet. Ook naar Sunnerkloastoavel zoek ik in Ter Laans Nieuw Groninger Woordenboek tevergeefs. Ede Staal heeft een reeks gesproken teksten gemaakt voor het radioprogramma Sloaperstil. Na de eerste, introducerende tekst die in interview-vorm tussen ons beiden tot stand komt, gaat zijn eersteling over de sunnerkloastoavel – en die was wat mij betreft vol in de roos. Maar ik kom dan ook van het platteland en had lange jaren te maken met het middenstandsmilieu.

De bejaardentocht, sinterklaastafel en winkelweek zijn of waren jaarlijkse wereldgebeurtenissen in een dorp.