De vice-minister-president van Nederland werd op de wekelijkse persconferentie van 21 juni 2019 (als fungerend premier omdat Rutte verplichtingen elders had) veel over geld ondervraagd en over de ramp met de MH17. Het ging bijvoorbeeld over uitgaven in de zorg, over achterblijvende loonontwikkeling, over het pensioenakkoord. Verrassend! Ik had gedacht dat het uitsluitend over stikstof en depositie zou gaan. Hadden we donderdagavond niet nog in de Tweede Kamer gehoord dat het dichtbevolkte Nederland vooral gedefinieerd wordt door Cora van Nieuwenhuizen en Carola Schouten, dus door verkeer en veestapel?
Maar nee. Hugo de Jonge maakte opmerkingen als:
“Dan hebben wij vandaag in de ministerraad uiteraard Wouter Koolmees gefeliciteerd.”
“… waar een grote meerderheid van de achterbannen van de vakbonden inmiddels mee hebben ingestemd”
Met betrekking tot de MH17 zei vice-mp onder andere:
“Vervolgens zijn die diplomatieke acties getroffen (…)”
“We zijn gekomen tot het pakket aan maatregelen.”
Wat leren we uit die vier uitingen in de persconferentie op de langste dag van 2019? Het Nederlands kan voltooide tijden op twee manieren omschrijven. Met hebben en met zijn – het hangt van het bijbehorende werkwoord af. Kijk maar, de betreffende woorden zijn in die voorbeelden vet gemarkeerd:
“Dan hebben wij vandaag in de ministerraad uiteraard Wouter Koolmees gefeliciteerd.”
“… waar een grote meerderheid van de achterbannen van de vakbonden inmiddels mee hebben ingestemd”
“Vervolgens zijn die diplomatieke acties getroffen (…)”
“We zijn gekomen tot het pakket aan maatregelen.”
In een ander verband zei De Jonge ter verklaring van het sluiten van hoofdlijnakkoorden in verschillende zorgsectoren: “Als we dat niet hadden gedaan dan hadden de uitgaven met 19 miljard gestegen.”
Hier is opmerkelijk Nederlands te horen. Wie tussen hebben en zijn moet kiezen bij het werkwoord stijgen, kan alleen maar zijn kiezen: de cijfers zijn gestegen, de cijfers hebben gestegen is geen Nederlands. Maar wat doet de vice-premier van Nederland, hij zegt: “dan hadden de uitgaven met 19 miljard gestegen”.
Ooit ging het met dank aan Thierry Baudet in dit blog over de irrealis. Een deel van de ABN-sprekers kan de regels van het hulpwerkwoord van tijd (dus de keus tussen hebben en zijn) over boord kieperen als ze iets onwerkelijks willen uitdrukken: als we dat niet gedaan hadden dan zouden de uitgaven gestegen zijn. In West-Nederland kun je in die niet-gerealiseerde gevallen in plaats van een vorm van zijn kiezen voor een verledentijdsvorm van hebben. Voor mij als niet-Westerling had dat niet mogelijk geweest.
Premier Rutte doet het soms, zijn eerste vice-premier dus ook. Rutte spreekt het Nederlands van Den Haag, De Jonge dat van Rotterdam, luttele kilometers verderop.
Nieuwsuur had het gisteren over de identiteit van Nederland en noemde als eerste de taal. Klopt! Aldus Frits Spits van De Taalstaat. Maar die identiteit ligt zó precies, dat we aan dit stukje Nederlands van iemand als Hugo de Jonge kunnen hóren uit welke regio de spreker afkomstig is. Nu ja, min of meer. De les is dus: identiteit betreft overeenkomst maar heeft niet minder te maken met minimaal onderscheid daarbinnen. Identiteit is niet hetzelfde als eenvormigheid en gelukkig maar.

P.S. i De ANS schrijft in een opmerking bij het overzicht van de keuze tussen de hulpwerkwoorden hebben en zijn over het hier besproken geval: “Dit gebruik, dat vrijwel alleen in gesproken taal voorkomt, wordt door maar weinig taalgebruikers tot de standaardtaal gerekend.” Een regionale beperking zie ik daar niet.
P.S. ii In het Engels staat dit gebruik van de verleden tijd wel bekend als “the unreal past”, maar dan dus in het algemeen en niet die met de abnormale keuze voor het hulpwerkwoord.
Aanvulling op dezelfde dag 23.06.2019: Jan Roelfs tijdens zijn commentaar bij de voetbalwedstrijd Brazilië-Frankrijk (vrouwen WK): “anders had er veel ruimte geweest”. Roelfs komt volgens Wikipedia uit Amsterdam.