Pielen lijkt wat op pingelen en dat is zowel het geval naar de vorm als naar de inhoud. Voor de een zal pingelen allereerst met een muziekinstrument geassocieerd worden, een toetsenbord of wellicht een ukelele, voor de ander allicht met ‘afdingen (in de handel)’. Maar in deze serie staat de sportieve inhoud centraal. Kijk naar enkele citaten uit een aantal kranten:
- Laat ze het in Mexico niet horen na zijn tuimeling op het Wereldkampioenschap van 2014, maar bovenal zullen we de voetballer Arjen Robben herinneren als een modelprof die zijn loopbaan lang bleef pingelen met de drift van een kind.
- Beerensteyn, een pittige, krachtige dribbelaar, was nauwelijks in het veld toen ze vol flair aan het pingelen sloeg en de bal met overzicht passte op Miedema.
- (…) Vivianne Miedema, die soms te lang liep te pingelen, verzuimde het af te maken
- Dan gaan we pingelen, terwijl we elkaar juist de bal moeten gunnen
Pingelen is een bijzonder vooral met voetbal verbonden woord, een teamspeler die graag voorkomt in combinatie met andere werkwoorden:
- [Rapinoe] Ze is opportunist. Rennen, pingelen, schieten, duels aangaan. Echt een publieksspeler, met een rozig tintje in haar blonde kapsel deze keer.
- Goochelen, toveren of pingelen.
- Lekker kappen en draaien, pingelen en vooral doelpuntjes maken.
- Dribbelen, pingelen, draaien, dat is voetbal.
- Dribbelen, drijven, pingelen, tot hij niet meer kon.
Van Dale geeft in z’n omschrijving een waarde-oordeel mee, lijkt het: “de bal te lang bij zich houden, te veel tegenstanders willen passeren”. Soms, meneer Van Dale, maar niet altijd. Kijk maar naar Rapinoe of hoe we ons Robben herinneren.
N.B. Een pingel was vroeger een ander woord voor ‘pennel, penalty’ maar pingelen is dus níet hetzelfde als een strafschop nemen.

In deze serie waren eerdere onderwerpen: Vrouwen en kinderen eerst. Een listige afdaling. Stoeltje. Loopactie. De bal terugleggen. Als de brandweer. Het bos in. Renderen. Pielen.