- Op een gegeven moment was RKDES rijp voor de sloop. Bij 3-1 en 4-2 hadden we zeker drie keer kunnen toeslaan, maar ik miste zelfs voor open doel.
- Na het doelpunt van Stefan Plat leek de thuisploeg rijp voor de sloop, maar de onderbreking bracht redding voor SJC.
- Lelystad leek in de verlenging rijp voor de sloop, maar sloeg via Jethro de Graav en Dylano van den Anker alsnog hard toe: 2-4.
- FC Castricum leek nadat het 0-2 geworden rijp voor de sloop, maar mede geholpen door het feit dat de bezoekers iets te vroeg gas terug namen, richtte het elftal van trainer Jeroen Kroes zich weer op en beloonde zichzelf met een punt.
- Tegen tien man viel de gelijkmaker. Ajax was rijp voor de sloop. Met een mannetje meer op het veld breng je dan Ihattaren in natuurlijk, ook al is-ie pas 17 jaar.
- Na een vroege rode kaart voor Jan-Maarten van Dijk en de daaruitvolgende rake vrije trap van Sven Breukhoven leek Geinoord rijp voor de sloop.
Met andere woorden, rijp voor de sloop is in feite hetzelfde als rijp voor de slacht, onderwerp van de vorige aflevering. De tegenstander is gevloerd en nu…. Het enige verschil is dat het eerste betrekking heeft op iets doods zoals een gebouw, slachten gebeurt door slagers of slachters (wat niet hetzelfde is) met dieren als lijdend voorwerp.*) Ook bij de uitdrukking met de sloop lijkt een grote nederlaag nabij, maar….
Verrassend is het voorkomen van de uitdrukking in een verslag van Ajax (en PSV, waar Ihattaren speelt). Het is de uitzondering die de hoog/laag-regel bevestigt die inhoudt dat hogere journalistiek zich niet bedient van dit soort toch wat platte manieren van zeggen.
*) Soms wordt een spijkerharde verdediger die over de grens van het toelaatbare gaat door commentatoren een slachter genoemd. Vooral voetbal rond de Middellandse Zee, wellicht ook Zuid-Amerika. Het overkwam bijvoorbeeld Manuel Iturra van Rayo Vallecano op Ziggo Sport d.d. 03.03.2019.

In deze serie waren eerder onderwerp van aandacht: Vrouwen en kinderen eerst. Een listige afdaling. Stoeltje. Loopactie. De bal terugleggen. Als de brandweer. Het bos in. Renderen. Pielen. Pingelen. Vaste waarde. Uit je stekker. Een positie invullen. Hoog staan in het veld. In het mes lopen. Veel mensen achter de bal. Rijp voor de slacht(bank).