Van de beroepen die ik heb gehad, staan er sommige wél in het Groot woordenboek van de Nederlandse taal, andere hebben die bron niet gehaald. Ik zoek nog altijd tevergeefs naar streektaalfunctionaris (in heel Nederland heb je ze inmiddels, in 1984 was het nog een Groningse primeur) maar de nachttikker heeft wel een plekje in het lexicon. Even bladeren, “typist of typograaf die ’s nachts het zetwerk voor een krant maakt”.
Wat zullen we nou krijgen? Zijn ze er nog altijd? Maar vooral: doen ze wat de omschrijving beweert?
Ik weet wel beter. Als er de volgende dag een krant verscheen – het Nieuwsblad van het Noorden waar ik tegen 1975 parttime werkte was een avondkrant, dus de reguliere werkweek bedroeg zes nachten per week – moest de nachttikker ’s avonds rond een uur of tien op de redactie verschijnen om zich van zijn taak te kwijten, dat wil zeggen zorgen dat de dienstdoende nachtredacteur zich zonder kopzorgen aan zijn taak kon wijden. In concreto betekende dat voor hem (inderdaad, meestal een hij) voorbereiden van het werk van de volgende vroege ochtend. Het betekende voor de nachttikker niet alleen koffie halen voor zijn collega maar vooral de telex in de gaten houden, papierrollen vervangen, telefoondienst verrichten en dat wat correspondenten en verslaggevers doorbelden op een plaat opnemen en vervolgens uittikken. Jawel, de nachttikker was inderdaad ook typist en dat heeft me m’n hele leven verder geholpen.
Voor de dienst en tegen half 1 moest de nachttikker naar het busstation en het Hoofdstation, mooi naast elkaar tegenover het water dat het toen nog zonder het moderne Groninger Museum moest stellen. Bij de GADO en NS haalde ik achtereenvolgens busbrieven en treinbrieven: speciale enveloppen met kopij van de redacteuren uit de bijkantoren of persfoto’s van elders. De laatste bus en de laatste trein bracht altijd post voor de krant mee en dat bundeltje moest liefst snel aan de nachtredacteur overhandigd worden voor verdere bewerking of verspreiding op de redactie.
Staat de busbrief in Van Dale? Nee, maar de treinbrief wel: “brief zoals vroeger aan een station kon worden aangeboden voor verzending per eerstvolgende trein”.
Voor het gevoel van een gewezen nachttikker ontbreekt er dus een lemma in Van Dale en er is ook in dit opzicht een omschrijving gekozen die hij iets anders zou willen zien. Maar ach, het zijn woorden die hun tijd, ja hun kans gehad hebben – dus waar malen we om.
