De herdenking van oud-voorzitter Dick Dolman leidde eerder dit jaar in de Tweede Kamer tot hilariteit. De minister-president: “Ik heb de Handelingen over het Woningbouwprogramma 1980 er nog eens bij gepakt, met Marcel van Dam. De voorzitter tegen Van Dam: “Het woord ‘leugen’ kan ik niet toestaan. Hoogstens kunt u zeggen dat hetgeen er staat naar uw mening op gespannen voet staat met de waarheid.” De heer Van Dam van de Partij van de Arbeid: “Laat ik het dan zo zeggen: het tegendeel van de waarheid heb ik zelden zo pregnant onder woorden gebracht gezien.” De voorzitter: “Ik hoop dat duidelijk is wat het verschil is. Een leugen is een bewuste daad en het tegendeel van de waarheid is uw oordeel. Dat is dus heel iets anders.”Prachtig.”
Afrondend deelde de premier – in memoriam of niet – een amicaal steekje uit aan degene die het vaakst een motie van wantrouwen had ingediend: “Ja, Geert, een andere tijd.”
Inderdaad, rond 1980 was zo’n andere tijd dat zelfs het woord pregnant een andere betekenis bezat.
Wie gisteravond keek naar het wetgevingsoverleg over de Wijziging van de Meststoffenwet in verband met de implementatie van het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn, hoorde minister Schouten (haar taal blijft aandacht vragen, deze keer zei ze vaak “nou ja”) haar beleid verdedigen met het oog op “Brussel”. Dat was nog veel pregnanter geworden, toen…
Pregnant betekent natuurlijk ‘zwanger’. Taalkundigen denken daar om twee redenen het eerst aan, door de etymologie en door wat Van Dale noemt “meer inhoud hebbend dan die welke je er gewoonlijk aan toekent”. Pregnant heeft dus iets subtiels. Het woordenboek geeft als voorbeeld drinken, het had met een knipoog naar pregnant ook slapen kunnen noemen – woorden die een meer dan gewone betekenis kúnnen hebben naast het normale gebruik. De OED heeft het in feite ook over een knipoog in de omschrijving “implying more than is obvious or stated.” De andere betekenis in ons woordenboek: “in beknopte vorm veel inhoudend, scherp geformuleerd”. Dat gebruikte Marcel van Dam perfect.
Maar zoals de vergrotende trap van zwanger niet bestaat, zo geeft ook pregnanter al aan dat er iets aan de hand is: niet alleen aan het Binnenhof heeft het woord pregnant sinds de tijden van Dolman en Van Dam een betekenisontwikkeling doorgemaakt en ja Geert, ja Mark, daarin heeft vooral de VVD een rol in gespeeld – afgaande op het gebruik in de Handelingen.
Staatssecretaris Van Ark had het dit jaar over “een dilemma dat nu pregnant op het bord ligt”. Daar is weinig subtiels aan. Minister Bruins*) gebruikt het met liefde (van mevrouw Ploumen en mevrouw Bergkamp zei hij dat ze hem ergens “het meest pregnant” naar gevraagd hadden) en zijn collega Dekker (“Die onduidelijkheden zijn met de rapporten die er liggen nu pas zo pregnant geworden”), zoals ook CDA-collega’s als De Jonge (“ik denk dat mevrouw Westerveld dat het meest pregnant naar voren heeft gebracht”) en Hoekstra. Inmiddels zegt ook Tom van der Lee (GroenLinks) dat “dat deze vraag extra pregnant bij mij opkwam”, toen hij een krantenstuk las.
Wie eenmaal pregnant gebruikt, gebruikt het vaker. Dat geldt dit kalenderjaar niet alleen Hugo de Jonge en Sander Dekker, Kirsten van den Hul (PvdA) is er ook een voorbeeld van: “in het hoger onderwijs is de werkdruk een van de meest pregnante problemen”.
Pregnant is de laatste jaren gede-subtiliseerd. Afhankelijk van de context betekent het in het hedendaagse Binnenhofs ‘nadrukkelijk’, ‘dwingend’. Speelt dominant op de achtergrond een rol in deze betekenisaanpassing? Penetrant? Of is het onder invloed van andere woorden die eenzelfde achterzijde hebben zoals mordant, criant, vigilant, repugnant, fulminant, navrant, rasant, suffisant, pressant, eclatant, exorbitant, important of misschien (ja Mark!) zelfs het Engelse adamant?

*) Gisteren is iets over diens gebruik van het tussenwerpseltje eh toegevoegd aan het stuk over het vergelijkbare taalgebruik van minister Bijleveld.