Een vroege observeerder van politieke taal: Victor Klemperer (16)

De tweede helft van 1945: Günter Jäckel en Walter Nowojski

Wanneer Ich will Zeugnis ablegen bis zum letzten eenmaal in 1995 gepubliceerd is (in de Nederlandse vertaling van Wil Hansen Tot het bittere einde, al in 1997), gaat het snel. Kort nadien krijgt Klemperer er de Geschwister-Scholl-Preis van de stad München voor, Hadwig Klemperer en Walter Nowojski nemen deze in ontvangst. Een veelgeprezen laudatio wordt bij deze gelegenheid gehouden door Martin Walser. Hij noemt én roemt Uwe Nösner die niet aanwezig is en hiervan pas dagen later hoort.
In oktober is een speciaal nummer van de zogeheten Dresdner Hefte aan Victor Klemperer gewijd: de Sonderausgabe 1995 bevat diens dagboekaantekeningen van juni tot december 1945. Direct na verschijnen van het grote werk van Nowojski voor de periode januari 1933 tot juni 1945 wordt de toegankelijkheid tot dat laatste jaar al voltooid door toedoen van Günter Jäckel, afgaande op de wijze waarop zij bedankt wordt royaal geassisteerd door Hadwig Klemperer. Kon dat allemaal zo snel omdat Jäckel van de verschijning en de keus voor het einde van Nowojski’s periode wist? Werd hij geholpen door wat mevrouw Klemperer had overgetikt? Het een noch het ander wordt uitgelegd in het sobere, dunne boekje van 140 pagina’s. Dat heet Zwiespältiger denn je. (…)

De grote, tweedelige uitgave van Klemperer wordt uiteraard genoemd, maar als ik het goed zie staat de naam van tekstbezorger Walter Nowojski hier nergens vermeld, hoe nauwkeurig Jäckel zichtbaar is. Dat is eveneens het geval wanneer dezelfde uitgave van Jäckel in 1996 als Und so ist alles schwankend uitkomt bij Aufbau-Verlag, de uitgeverij van Ich will Zeugnis ablegen bis zum letzten. Het is een pocket, op de afbeelding op de voorzijde voorzien van een soort stempel dat de lezer duidelijk maakt dat het hier een voortzetting betreft van die zo succesvolle dagboeken. Misschien kunnen we hieruit lezen dat de uitgeverij achteraf liever had gehad dat Nowojski het hele jaar 1945 had bezorgd.

De pocketuitgave wijst er op de franse pagina op dat de tekst eerder in de historische serie over Dresden verscheen, daar als gelimiteerde en ingekorte speciale uitgave. Gelimiteerd inderdaad: veel uit de lange reeks van witte boekjes is verkrijgbaar, niet deze Sonderausgabe van 1995. Ingekort inderdaad: op tal van plaatsen staat in de eerdere uitgave een weglating gemarkeerd door /…/ en dat is niet zelden opgelost in de Aufbau-editie van 1996. In datzelfde jaar brengt Aufbau-Verlag ook de dagboeken van 1918-1932 uit (Leben sammeln, nicht fragen wozu und warum, ed. Nowojski).


Als in 1999 (opnieuw: hoe snel) Klemperers laatste dagboeken op de markt komen bij dezelfde uitgever en met in de hoofdrol dezelfde tekstbezorger, heeft de geïnteresseerde lezer met deze publicatie So sitze ich denn zwischen allen Stühlen ineens drie bronnen voor dezelfde tweede helft van 1945. Dat is het bijzondere jaar dat Klemperer in zijn terugblik op Oudejaarsdag het sprookjesachtigste van zijn leven noemt. Dat zou de slotopmerking geweest hebben kunnen zijn wanneer Nowojski had gekozen voor een editie inclusief alle 12 maanden van 1945.

Handschrift Klemperer (uit So sitze ich denn zwischen allen Stühlen)

De onderzoekende lezer heeft nu – zonder dat hij een abonnement op DeGruyter.com hoeft te nemen of naar SLUB in Dresden te gaan – drie bronnen voor dezelfde periode van juni tot december 1945: de kleine uitgave van Jäckel, de pocket-editie daarvan en de grote Nowojski. Ook al zijn pocket en Nowojski beide bij Aufbau verschenen, er zijn onderling verschillen (en ze verwijzen dus niet naar elkaar, voorzover ik dat goed heb gezien). Ter afsluiting een enkel voorbeeld.

Op donderdag 27 december 1945 schrijft Klemperer dat Dr Dreßel ‘s ochtends op de fiets langs kwam in Dölzschen. Hij vertelt kennelijk van een arrestatiegolf in Pirna, de plaats waar hij lang heeft gewoond als partner van Annemarie Köhler (aanvankelijk privé en zakelijk, later alleen het laatste). Dreßel heeft tot ‘43 bij de SA behoord schrijft Klemperer, niet (dat woord heeft hij onderstreept) bij de partij. Daarna volgt in de editie-Nowojski: […] Ich gab ihm ein Zeignis (…): er habe mich unter schwerer Eigengefahr auf der Flucht beherbergt. Das soll noch helfen.” Klemperer had al eerder ontdekt hoe hij na terugkeer in Dölzschen van de ene op de andere dag een begeerde en geziene figuur was geworden.

De aanduiding […] geeft bij Nowojski aan dat er iets is weggelaten. Bij de twee Jäckel-edities is te zien, hoe kort hier de ruimtelijke winst is geweest: “er hat einige Sterilisationen ausführen müssen.” Daarmee komt de lezer iets te weten wat Jäckel geen probleem vond, Nowojski kennelijk wel. Jäckels pocket-editie is niet alleen uitgebreider dan zijn boekje van de Dresdener serie, het is niet zelden uitgebreider dan de versie van Nowojski. De laatste laat blijkbaar makkelijk persoonlijke toevoegingen weg in de sfeer van “beide seien vorbestraft” of “Mann und Frau teilen sich zur Nacht ein enges Zimmer” (beide als voorbeeld bij 3 september).

Net zo willekeurig aangestreept: op zaterdag 21 juli brengt de post een hartelijke brief van Heinrich Wengler, schrijft Klemperer op de maandagmorgen erna in zijn dagboek. Sinds juni 1941 heeft Wengler een baan bij een boekhandel in Bautzen, is sinds kort getrouwd – hij kondigde een bezoek aan voor de volgende dag […] en Klemperer kan dus van de brief overgaan op een beschrijving van de bezoeker, hij “sieht recht gealtert aus.” In beide Jäckel-edities is daartussen – anders dan bij Nowojski – niet weggelaten wat Wengler is overkomen, een beroerte heeft gehad en dat er sprake was van een “§175-Sache”, homofilie.

Als deze toevallige kleine vergelijkingen een juiste weergave zijn van de werkelijkheid, heeft Nowojski zich geregeld beperkingen opgelegd in de weergave van de tekst van Klemperer – zelfcensuur in de sfeer van persoonsinformatie.

Kerkhof Dölzschen (2007, SR)

Over Siemon

Siemon Reker (1950, Uithuizen) was hoogleraar Groninger taal en cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen tot aan zijn emeritaat in 2016. Eerder was hij onder meer streektaalfunctionaris van de Provincie Groningen en actief in de journalistiek (Nieuwsblad van het Noorden, Radio Noord). Publicaties staan onder het kopje C.V.
Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.