Een goede bekende van me vertelde laatst dat ze zoveel fouten ziet in rouwadvertenties. Ik let daar te weinig op ook al ben ik ze wel tegengekomen in m’n speurtocht door familieberichten. Misschien staan ze minder in grotere regionale dagbladen waar ik vooral naar keek dan in uitgaven die een kleiner gebied bestrijken.
Bovendien is er een simpele reden voor de mogelijkheid dat de frequentie van fouten tegenwoordig toeneemt. Immers, vroeger moest je je advertentie afgeven aan de balie van de krant en daar werd er nog eens naar gekeken. Nu kan iemand (vooral de groep van nabestaanden) zo’n tekst online samenstellen en doorgeven. Controle is minder vanzelfsprekend aanwezig dan vroeger. Ook kan knip-en-plak bij het opstellen van een advertentietekst ongemerkt uitglijden bevorderen.
Tekstuele fouten vinden we vooral in het begin van de advertentie. Ik vind het makkelijk om zo’n familiebericht in vier parten onder te verdelen volgens het letterwoord ACOP:
A een Algemene tekst, eventueel een motto
C het Concrete feit waarover bericht wordt, het overlijden van persoon X
O de Ondertekenaars (meestal meervoud) volgen daarna
P afrondend Praktische zaken zoals een adres, informatie over een plechtigheid
In de vorige aflevering bleek dat dat laatste, praktische stuk vooral Nederlandstalig is (afdeling P) in die gebieden waar streektaal in een familiebericht gewoon is. Fouten vinden we dus juist vooraan, in de afdeling A. Afgezien van spelling (“we zijn ontroert”) of een enkelvoud-meervoudkwestie (“Moge goede herinneringen het grote verlies verzachten”) betreft het de syntactische kwestie waar een bepaling precies naar verwijst:
• Na een periode van afnemende gezondheid is door de Heere uit ons midden weggenomen (…)

Volgens de gangbare interpretatie heeft de afnemende gezondheid hier betrekking op de Heere, terwijl de bedoeling van degenen die de tekst plaatsten evident betrekking gehad heeft op de overledene. Hetzelfde misverstand is er bij de verwijzing in de volgende zin:
• Na een leven lang kennis, wijsheid en humor te hebben geschonken, moeten wij tot ons verdriet mededelen, dat… Ook hier is het de overledene degene van wie iets beweerd wordt, grammaticaal heeft het schenken van kennis wijsheid en humor betrekking op het onderwerp, in dit geval wij (die tot ons verdriet moeten meedelen enz.).

Ook onderaan een familiebericht is soms iets genoteerd waar vanuit talig perspectief een vraagtekentje past. In het Zuiden staat geregeld een laatste toevoeging als afsluiting van de afdeling P van praktische opmerkingen:
• Zij die geen rouwkaart mochten ontvangen, kunnen …
• Zij die geen kennisgeving mochten ontvangen gelieve …
Mogen heeft allerlei bijzonderheden en dat maakt het wat lastig. De bedoeling is duidelijk: ‘mochten er mensen zijn die’. Maar niet mogen ontvangen wijst op een verbod en dat wekt in deze context een vreemde indruk en al helemaal als dat aansluitend gevolgd wordt door een hartelijke invitatie om desondanks toch te komen.

In de afdeling P duikt soms de Latijnse afkorting D.V. op in de buurt van de concrete feiten van plaats, datum en tijdstip van de afscheidsbijeenkomst. Huis-aan-huisbladen op de Veluwe geven er nog het geregeldst voorbeelden van. Via het gebruik van D.V. wordt in protestants-christelijke kring een voorbehoud aan de tekst gegeven: let wel, lezer, wíj nemen ons voor, maar wij zijn maar mensen die leven in de afhankelijkheid van een hogere macht. Bijzonder is dat D.V. ‘zo God wil’ in de meeste gevallen geplaatst staat voor de datum en niet voor het tijdstip of de locatie waar de uitvaart zal plaats hebben. Het lijkt er dus op dat dat uitdrukkelijke voorbehoud alleen op dat ene facet betrekking zou hebben. Quod non.
Beste Siemon,
Ik zie in de rouwadvertentie ‘Na een periode van…” de fout niet. Hier is ‘onze zeer zorgzame moeder’ toch duidelijk het onderwerp van de zin? M.i. slaat de inleiding dan ook op haar.
Vriendelijke groet,
Grammaticaal: zekers! Maar zou het voor de lezer in deze lijdende constructie geen betrekking hebben op de Heere omdat die het eerst op de bepaling volgt? Ik had even langer moeten turen en literatuur zoeken…., maar deze formulering kwam op mij komisch over. Misschien nam ik de binnenbocht: wie het weet mag het zeggen. SR