Variatie in familieberichten (5): Door van de Wever ziene Driek van het Strötje

Een klein deel van de teksten in de familieberichten die via mensenlinq.nl simpel vindbaar zijn mag anders doen vermoeden, rouwadvertenties zijn iets serieus. Niet zelden kan de lezer als het ware proeven hoeveel moeite de nabestaanden-opstellers van teksten hun best hebben gedaan om enerzijds dit, anderzijds dat op papier te zetten. Dat geldt nog het meest voor het beginstuk van zo’n advertentie, afdeling A.

Een heel praktisch voorbeeld van het doen van moeite is in de kern van de advertentie (afdeling C) het weergeven van de gangbare roepnaam naast de officiële voornaam (enkel- of meervoud). Dat onderwerp is een van de punten van aandacht verderop in deze reeks, hier vraag ik alvast wat attentie voor een regionaal verschijnsel dat we maar in een deel van Nederland aantreffen in deze bron. In Limburg, in Noord-Brabant, in het meer oostelijke deel van Gelderland en Overijssel kan een overledene op deze manier betiteld worden:
Beuningse Boy van Annie (als aanduiding voor Gradje Willems)
Riek van Cemente Pietje (te weten Riek Coopmans)
Messelink Mine (= Mine Hartgerink)
Tinus van café de Tumbler (Tinus van der Meijs)
Willem de Kwèèker (officieel Wilhelmus Josephus Maria Rijnkels) uit BN De Stem:

Dat zijn allemaal zichtbaar neutrale aanduidingen die in de omgeving van de overledene kennelijk voldoende gangbaar zijn om in een serieus medium als een rouwadvertentie opgenomen te worden. Het is regionaal (en vooral in R.K.-regionen) en zeker niet landelijk: ik kan me niet herinneren er ooit eentje van gezien te hebben in NRC Handelsblad om maar iets te noemen.

Het vereist een apart specialisme om deze specifieke, lokale naamgeving precies te begrijpen. Vanaf een afstandje zijn er drie elementen die hierin zichtbaar zijn: de vermelding van een beroep, de weergave van een ouder-kindrelatie en een topo-element. Kwèèker, Cemente, café lijken voorbeelden uit de beroepssfeer te betreffen, misschien is Beuningse Boy daaraan verwant. Topografisch zijn gevallen als Annie van de Keppelseweg, Jan van de Bulte maar dat kan bijvoorbeeld in Limburg ook gecombineerd worden met een beroep: Zef de fitsemaeker oet de Daalstraat, of met een familie-aanduiding (Mies van Metsers Joep).

Zoals gezegd, hier is nabije kennis een vereiste voor iemand die allerlei namen uit deze sector wil begrijpen, zoals Grad van Donck’s Koêb, Ben van Gieskes Nel of Door van de Wever ziene Driek van het Strötje. Limburg bevat in dit verband een enorme rijkdom, een goudmijn. Enerzijds is dat misschien onpraktisch door de omvang, anderzijds bevat zo’n naam voor de kenners wel heel wat meer informatie dan welke combinatie van voor- en achternaam dan ook.

uit De Limburger

Aan te nemen is dat er meer streken zijn waar een vorm van die officieuze naamgeving gebruikelijk is of was, allereerst aangrenzend aan de regio’s die hierboven genoemd zijn. Maar blijkbaar is dat systeem daar (ik denk aan het zuid-oosten van Drenthe) niet zodanig geaccepteerd dat het tot in familieberichten wordt uitgedragen.

Over Siemon

Siemon Reker (1950, Uithuizen) was hoogleraar Groninger taal en cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen tot aan zijn emeritaat in 2016. Eerder was hij onder meer streektaalfunctionaris van de Provincie Groningen en actief in de journalistiek (Nieuwsblad van het Noorden, Radio Noord). Publicaties staan onder het kopje C.V.
Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.