Mark Rutte zonder het Ruttiaans. Dat moet ik uitleggen.

Foto RVD

De toespraak van premier Rutte wilde ik hóren en daarom zag ik hem pas later. Ik kon me geen voorstelling maken van het decor: was het opgenomen in ‘t Torentje, zou er een afbeelding staan van Den Uyl die zich tot ons op 1 december 1973 richtte tijdens de Oliecrisis en zou er een Nederlandse vlag staan waar de Tweede Kamer zo op gesteld is? Een vaantje op z’n minst?

Via de Rijksvoorlichtingsdienst zag ik wat ik eerder had gehoord in context: geen nationaal symbool, in plaats daarvan wat boeken en cd’s (Chopin?), een foto van Thorbecke wellicht. Handen op het papier, wat suggereert dat er wel tekst ligt voor het geval dát maar dat de minister-president zich uit het hoofd tot ons richt.
Wat ik hoorde was een Mark Rutte zonder een zweem van het Ruttiaans. Dit blog bevat sinds september 2016 een stuk of 500 afleveringen en in minstens een kwart daarvan kwam de taal van de premier aan de orde – niet eerder hoorde ik hem spreken zoals op 16 maart 2020. (Tik RUTTE in het zoek-hoekje en controleer.) Nergens was iets van de Mark Rutte te horen die ik kende van de tientallen en tientallen malen dat ik hem had gezien in Nieuwspoort of in de Tweede Kamer, er was zelfs geen woord uit een andere taal bij – we zitten in een crisis.

De speech is in essentie vast op zondag geschreven. “Laat ons daaraan vasthouden” klonk net als wat Wopke Hoekstra bij Buitenhof formuleerde als “we moeten ons op de experts verlaten”. Daarna stel ik me voor is er aan geschaafd om de tekst bekkender te maken door een of ander bureau. Met dank aan de Rijksvoorlichtingsdienst is het direct zichtbaar, wat zij publiceerden was de autocue.

Tekst RVD

Het is zó gepresenteerd dat we niet een verzameling zinnen zien maar één grote hoeveelheid alinea’s.
Door de lay-out weet degene die voorleest direct: “hier staat een punt; stoppen, afhankelijk van wat er volgt beetje meer of beetje minder” en er ontstaat als het ware een natuurlijke pauze die ons bij een volgende zin brengt of plotseling bij een aanvulling die eigenlijk nog wel eventjes moest volgen. Zo krijgt een schriftelijke tekst een spreektaliger en mondeling karakter. Dat is het duidelijkst te zien aan de beknopte constructies die hier en daar zichtbaar worden:

• Het coronavirus houdt ons land in de greep.
Ons, én de rest van de wereld.
• Je vraagt je af: gebeurt dit echt?
Want de maatregelen die hier en elders worden getroffen zijn ongekend voor landen in vredestijd.
• We zitten allemaal met vragen.
Wat kan ik doen om mezelf en de mensen om me heen te beschermen?
• Aan deskundigen als Jaap van Dissel en zijn collega’s binnen en buiten het RIVM.
Virologen, intensive care artsen en andere specialisten.

Er is geknipt zodat opsommingen soms niet doorlopen, waardoor we aan improvisatie kunnen denken.
Er is geknipt, zodat zinnen soms beginnen met een voegwoord (want, en) die gewoonlijk juist niet voorop staan maar een tweede deel van een zin vormen.
Er is vooral in de eerste helft van de toespraak geschrapt, zodat we allerlei incomplete zinnen zien zónder een persoonsvorm terwijl ze eigenlijk het vervolg zijn van wat er voor de vorige punt staat:
• Ons, én de rest van de wereld.
• Aan deskundigen als Jaap van Dissel en zijn collega’s binnen en buiten het RIVM.
• Virologen, intensive care artsen en andere specialisten.
• Stappen die onvermijdelijk op ons af komen.
• Net als vroeger met de mazelen.

Alle bijzonderheden die we van de spontane spraak van Mark Rutte kenden zijn hier afwezig. Geen grapje, geen Engels, geen terminologie voor de protestanten, zelfs nauwelijks een voorbeeld van het Binnenhofs (waarvoor ik graag verwijs naar Dat gezegd hebbend…)
En het woord nuwe sprak de premier dankzij de teleprompter zelfs bijna uit als nieuwe.

Hoe familiair hij de vorige week in de Tweede Kamer ook acteerde: dit was een Mark Rutte die we nog niet kenden, boven de partijen. Boven Den Haag.

Aanvulling 14.12.2020: Bijzonder, deze keer opnieuw een autocue maar met veel meer verbonden zinnen – het werd veel natuurlijker dan op 16 maart! Aan de ene kant een sterk moment van improvisatie op het externe protest, aan de andere kant de bewegingen over de nutteloze papieren. Al met al een menselijker Rutte – en opnieuw zonder Ruttiaans.

Over Siemon

Siemon Reker (1950, Uithuizen) was hoogleraar Groninger taal en cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen tot aan zijn emeritaat in 2016. Eerder was hij onder meer streektaalfunctionaris van de Provincie Groningen en actief in de journalistiek (Nieuwsblad van het Noorden, Radio Noord). Publicaties staan onder het kopje C.V.
Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.