Minister Slob: óok als het gaat om met betrekking tot

“Geef uw raadsel op en laat het ons horen.” Wie volgen een commissievergadering als die over corona en onderwijs (29 april 2020)? Ik neem aan dat belanghebbenden aan de buis zitten of achter hun computerscherm. Dat betreft organisaties uit het veld, studenten.
Hoe volgen die mensen het debat? Waarschijnlijk vol aandacht als het hun eigen sector betreft. Wat zegt minister Slob over de VSO waar de Kamer zo breed kritisch op was? Hoe staat het met gymnastiek, wat worden de regels en wie gaan de lessen verzorgen?
De Tweede Kamer wordt meer en meer de doorgeefluik van problemen en kritiek (wij krijgen veel signalen, dat…, van mijn achterban hoor ik vaak dat… – we horen het van SP, PVV, 50Plus maar van andere partijen inmiddels nauwelijks minder), wie weet is er daardoor extra belangstelling vanuit het land voor dergelijke debatten. Haalt mijn gemailde vraag de Troelstrazaal? Wat zeggen de ministers?

Mij viel bij minister Slob niet alleen zijn gesticuleren op (de bewindsman lijkt dat extra te doen als hij zit, papier in de rechterhand, soms een pen geklemd aan de wijsvinger) maar daarnaast de taal. Hij formuleerde ambtelijk, vlot en met gebruikmaking van – natuurlijk – het woord aangeven, als het gaat om en wat zich nog meer opdrong in sommige delen van de beantwoording was de woordgroep met betrekking tot.

Maar nog vele, véle malen vaker en dat gedurende de hele uitwisseling met de commissie greep minister Slob naar het woordje ook. Ik schreef daarover al ‘ns bij het beluisteren van zijn partijgenote vice-premier Schouten (De taal van minister Schouten in het pulskor-debat (i): hoe of dat wij iets aangeven). Via debatgemist.nl noteerde ik gedurende de eerste minuten, de als “kort” aangekondigde opening door de bewindsman, de keren dat ik ook hoorde. Die eerste minuut of vier was de score meer dan 30 maal ook.
Bij wijze van controle nam ik verderop de proef op de som en de conclusie is eigenlijk simpel: Arie Slob zegt elke vijf minuten minstens 30 maal het woordje ook. Dat is zes maal per minuut, elke tien tellen 1x ook.

Is dat veel? Me dunkt. Slobs collega-proxima Van Engelshoven gebruikte natuurlijk ook bepaalde stopwoordjes vaak (ze staat bekend om eh, dat is volledig terug) maar in haar ook-frequentie blijft ze zeker een 50% achter bij Slob.

Waarom bedienen twee ChristenUnie-leden als Schouten en Slob zich zo vaak van ook? In dat eerder genoemde stukje uit februari 2019 vroeg ik me af, of het met een kerkelijke achtergrond samen kan hangen. Ik kan dat vermoeden (sterker, ik vermoed het) maar dan is er nog geen enkele verklaring voor die observatie.

Kortom: “Ik zal nu ulieden een raadsel te raden geven” – Richteren 14 in een Statenvertaling.

Still via debatgemist.nl

Aanvulling 01.05.2020. Hoe lastig spontane spraak is én de precieze overneming daarvan.

Aanvulling 02.12.2021: Bij het coronadebat van gisteravond, begon minister Slob volgens de ongecorrigeerde Handelingen als volgt:

Dat was een behoorlijk vrije weergave van wat de minister letterlijk zei. Maar hier alleen even aandacht voor de weggelaten woordjes OOK (vet) in dat kleine openingsstukje, allicht een voorbereid deel van de tekst van de minister:

Waarom stort iemand toch zóveel ook’s in zijn tekst?

Over Siemon

Siemon Reker (1950, Uithuizen) was hoogleraar Groninger taal en cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen tot aan zijn emeritaat in 2016. Eerder was hij onder meer streektaalfunctionaris van de Provincie Groningen en actief in de journalistiek (Nieuwsblad van het Noorden, Radio Noord). Publicaties staan onder het kopje C.V.
Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.