Van veraf en dichtbij, dat is het motto van deze tweede aflevering over betitelingen van/voor grootmoeder. Uit een Vlaamse inzending is iets van ver weg aan te halen: “nanay (Nisya): directe aanspreking, ‘nanay’ betekent ‘mama’ in het Bisaya/Cebuano. In de Filipijnen wordt de grootmoeder soms met ‘mama’ aangesproken vaak gevolgd door de voornaam, of een bijnaam. Mijn Filipijnse grootmoeder heette ‘Dionisiya’, maar dat werd door de 4-jarige ik verbasterd tot ‘Nisya’.”
Een andere opbrengst van de enquête is de herinnering aan het sociaal interessante feit dat de taal structuur geeft aan de familiale werkelijkheid: “Dadi = oma van vaderskant, Nani = oma van moederskant in het Hindoestaans”.
In het Nederlandse taalgebied krijgen oma’s net als opa’s vaak een geografische aanduiding ter onderscheiding van hetzelfde familielid aan de andere kant. Beppe Drachten en Beppe Burdaard staan daarmee op dezelfde wijze tegenover elkaar als oma Ruinen en oma Coevorden of Oma Den Bosch en Oma Maastricht. Wie de tweede aflevering over extra namen voor opa gezien heeft zal hier evenmin over verbaasd zijn als over het gebruik van een familienaam (of gedeelte daarvan) of van oma+voornaam. Andere kenmerken die deelnemers aan de afvraging noemden betreffen oma molen (ze heeft een molen in haar tuin), oma kippen (die hield ze vroeger) en: “Een buurmeisje had een Oma Auto: deze oma had wel een auto en de andere niet.”
Het volgende overzichtje stamt uit NRC familieberichten van een reeks jaren. Waar mogelijk is iets verklarends toegevoegd, zoals de toevallig beschikbare FN = familienaam: Ammalotje (oma Charlotte), Granny Holland, Knutseloma, Koekjesoma, Omabel (oma Isabelle), Omac (oma Mac < Machteld), Omajem, Omala (oma Hella), Omalijn (oma Marjolijn), Omaloe (w.s. < Lucy), o-mam-An (Antoinette/Nettie), omaNoor (< Nora), Omargo (Oma Margo), Omaria (oma Maria), Omarie (oma Marie), Omarij (oma Marijke), Omarijke (sc. Oma Marijke), Omatien (kindertaal < Christine), Omatuus (kindertaal < Gertruida), Oomiek (oma Marieke), oma Almelo, oma Amma, oma An (< Anna), oma Antoi, oma Beer, oma Beer (< Birgit?), oma Bella, oma Belle, oma Biervliet, oma Bluf, oma Bunnik, oma Cato (in Mankato USA), oma Ciao, oma Cookie, oma Darling, oma Dop, oma Ella (sc. Elly), oma Els, oma Fiets, oma Grar, oma Greetje, oma Haas, oma Huis op de wielen, oma Iesje (Louise), oma IJs, oma Inge, oma Janne (sc. Marianne), oma Jettie, oma Jik (kindertaal < Jitske), oma Jops (kindertaal < Johanna), oma Joy, oma kaakje, oma Kasteel, oma Kippen, oma Kippies, oma Klok, oma koekoek, oma Kroepoek, oma Ku, oma Lautje (Laura), oma Leentje (< voornaam Leens), oma Lien, oma Lies (< Elizabeth), oma Lily, oma Lo, oma Lon (< Lonny), oma Londen, oma Loukie, Oma Ma, oma Maatje, oma Mims (kindertaal < Liesbeth), oma Nesje, oma Nunch, Oma Oma, oma Oorbel, oma Pepi < Petronella), oma Pepper, oma Piano, oma Pieke, oma Pipo, oma Poes, oma Pop, oma Poppie, oma Riet, oma Schattebolletje, oma Schildpad, oma Sinka, oma Snoepie, Oma Strand, oma Suka, oma Sunny, oma Syp (Sypkens FN), oma Theetje, oma Tine, oma Tinka, oma Tjiktjak, oma Tol (Tolhuisen FN), oma Tonna, oma Trein, oma Truuske, oma Uil, oma Uut (kindertaal < Geertruida), oma Visjes, oma Vlaai (Geleen), oma Vliegtuig, oma Voorschoten, Oma Wassenaar, oma Wiep, oma Woef, oma Zaag, oma Zee (sc. Noordwijk aaan Zee), oma Zeeland, oma Zwembad, oma-Dada, oma-La (Carla), omi Beer, omi Cok (kindertaal < Cornelia), Omiek (oma Mieke), Omilie (oma Liesbeth), omY (oma Yvonne), petite Mamine (oma Wilhelmina).
Ze vallen in de volte niet zo op, maar er zijn veel oma’s Poes (meervoud van oma Poes) en niet minder oma’s Piano (meervoud van oma Piano)! Daarvan is telkens maar eentje opgenomen, zoals ook lang niet alle geografische grootmoeders terug te vinden zijn in het overzicht. Het gebruik van hoofdletters moet onderstrepen hoe de betreffende woorden als namen fungeren.

Sommige aanduidingen voor ‘oma’ komen in de volgende aflevering terug.