Op de achteruitkijkspiegel stuurden de beleidsmakers ten tijde van corona. Tikkeltje anders maar net zo vaak gezegd, met 50% kennis 100% van de maatregelen nemen. Later zien we dan wel, hoe verantwoord we gekoerst hebben.
Via diezelfde spiegel vallen ook talige dingen op, zoals het woordgebruik. Wie het laatste grote debat met minister Schouten volgde (de nertsen) hoorde vooral het woord deskundigen; toen minister Bijleveld (die van zichzelf Schouten heet) onder vuur lag over het bombarderen van Hawija kwamen de specialisten vooral langs in de vorm van de aanduiding experts. Is er onderscheid aan te brengen tussen deskundigen en experts?
Beide termen hebben ons begeleid vanaf het begin van de coronacrisis. Het begon met de wekelijkse persconferentie na de ministerraad die op 14 februari was voorgezeten door vice-premier Hugo de Jonge: “Minister Bruins heeft vandaag de laatste stand van zaken gegeven over het coronavirus. Tot nog toe zijn er in Nederland geen besmettingen geweest. Maar het virus is nog allerminst uitgewoed, dus wij blijven er bovenop zitten en we zijn goed voorbereid en we blijven alert. Er is een team van experts onder leiding van het RIVM, het Outbreak Management Team, dat de ontwikkelingen volgt en met concrete adviezen komt. En die adviezen nemen we over, in overleg met de zorgverleners, de GGD-en, de ziekenhuizen, de huisartsen.”
Die adviezen nemen we over – premier Rutte wilde minder volgzaam en passief overkomen, in de eerste fase volgde het kabinet de adviezen van de wetenschappers maar het cijferde zichzelf niet weg! Zó beschreef premier Rutte op z’n wekelijkse persconferentie van 20 maart de rolverdeling: “de deskundigen adviserend naar ons en wij dan hen weer lang bevragend van: weet je het zeker? Op basis daarvan moet je je beleid maken”.
Zo was de teneur vanaf het echte uitbreken van corona, misschien werden de deskundigen toenemend benadrukt tot alle deskundigen en hun aantal was misschien groter dan men bij een woord als Management Team kon denken.
Met een voorzichtig toenemende frequentie kwam de zelfstandigheid van de politiek tegenover degenen die ervoor hadden doorgeleerd aan de orde, van weet je zeker? naar flink debat. Neem de premier op de wekelijkse persconferentie van vrijdag 24 april: “Maar uiteindelijk al die opvattingen daarover komen bij elkaar in een club met zo’n veertig mensen soms. Dat is dat Outbreak Management Team, dat adviseert ons. Daar kijken we dan vervolgens goed naar. Daar heb je ook flink debat mee en dan neem je je besluiten als politiek.”
In dezelfde persconferentie is een draai waarneembaar (vanuit de rearview mirror) met een wat kritische opmerking in de richting van sommige zogenaamde experts: “Dan kun je wel een paar websites hebben geraadpleegd zoals sommige zelfbenoemde virologen inmiddels doen, maar dit vraagt echt wel gewoon een lifetime experience in dit vakgebied, inclusief de modellering die daarbij hoort.” Zelfbenoemd versus lifetime experience.

Van “de deskundigen” beginnen journalisten inmiddels wat genoeg te krijgen, getuige bijvoorbeeld de vraag op de wekelijkse persconferentie van de premier op 1 mei: “Nederland werd natuurlijk een beetje geregeerd door de experts, door de witte jassen. Heeft u gevoel na deze week dat u de regie weer een beetje terug heeft?”
Het antwoord van Rutte: “Ik heb geen seconde getwijfeld over de regie. Alleen een goede regisseur baseert zich wel op feiten. En heel eerlijk, Nederland heeft een hele grote fout gemaakt mij premier te maken, want ik ben geen viroloog. Was ik dat maar geweest, dan kon ik het allemaal zelf bedenken. En mijn meeste collega’s zijn geen virologen.”
Op 1 mei gebeurde het dus heel voorzichtig. Tot dat moment kon iedereen met een zeker specialisme zich misschien expert of deskundige noemen, maar op en vanaf 8 mei hebben ze een herkenbare en concretere hoedanigheid verkregen in deze uitlating van de minister-president: “Hè dat we op basis van de epidemiologische en virologische inschatten kunnen zeggen ‘we gaan dat allemaal doen’.” De epidemiologische en virologische inschattingen werden zó snel gezegd dat de samenstellers van de mediatekst er inschatten van maakten.
Ook in de Kamer verdwijnen de deskundigen die onze bestuurders door de moeilijkste fase van corona hebben geloodst, het zijn nu ook hier de virologen en de epidemiologen die ons naar het einde van de lockdown en verder blijken te brengen. De premier antwoordt op 7 mei aan Lodewijk Asscher op diens vaststelling “Tot nu toe voeren we op de experts; dat was het zicht.”
Rutte: “Wij zeggen dat als de cijfers zich de komende weken goed blijven ontwikkelen, wij hopen en verwachten dat dat op 1 juni kan, maar alleen op basis van een advies van de virologen en de epidemiologen. Die zullen ons moeten adviseren — dat doen ze in de week voor 1 juni — of dat gegeven de ontwikkeling van die cijfers verantwoord kan.” De tweeling virologen en epidemiologen maakt meer en meer zijn opwachting. Dat kan ook indirect via een bijvoeglijk naamwoord zoals blijkt uit wat premier Rutte op 29 mei in de Tweede Kamer zegt: “Het Outbreak Management Team, waar heel veel deskundigen in zitten op virologisch en epidemiologisch gebied, heeft ons geadviseerd dat het belangrijk is om dit te doen.”
De hele crisisstructuur van het kabinet wordt in de loop van juni afgeschaald, van het OMT horen we afnemend en nu de cijfers zo plezierig laag zijn, hoeven we ook niets meer van virologen en epidemiologen te vernemen. Dat laatste tot opluchting van rtv-presentatoren die het een lastig woord vinden.
Later zullen historici onze Covid-19 faseren in de tijd van Bruno Bruins, de periode van Martin van Rijn en die van Tamara van Ark – wie op woorden let heeft een kompas via deskundigen en experts, advies van epidemiologen en virologen tot een moment dat het OMT van het toneel zijn verdwenen. We hadden een tijd vóor Jaap van Dissel, een tijd mét hem en nu zullen we het zónder hem moeten doen.
