Als de was met Sunil, nieuwe Radion, Omo of Persil (of welk middel ook) eenmaal klaar is, is die dan wel klaar? Nee, dan wacht de wringer nog op de huisvrouw in 1955. ACME zet tot besluit “de puntjes op de i”, zegt de advertentie van deze Schotse firma in die zomer*):

Radion had het in de reclame ook al over die drie methodes die mevrouw dan nog ten dienste staan voor een hagelwitte was: ketel, teil of machine. Uw kleren komen er elke wasdag net zo sprankelend schoon en fris te voorschijn als u maar kon wensen. U kon wensen betekent ‘U zou kunnen wensen’. De verleden tijd kan (kon?) op die manier gebruikt worden: wat aten we ook alweer straks?
Maar die wringer, hoe lang hoort die nog bij het huishoud-instrumentarium? Sinds het begin van datzelfde jaar 1955 wordt er in Het Parool – lees die krant – aandacht gevestigd op de opvolger:

Een sneldroger heet het dan nog, werkend als een centrifuge: het wasgoed blijft roerloos liggen, maar het water vliegt eruit (en de was zelf raakt niet beschadigd). Geen rekjes meer rond de kachel, geen zorg meer door het weerbericht – een nieuwe tijd dient zich aan.
Dit moet bijna het spoedige einde van de wringer inluiden. Hoe slecht dat apparaat ook mag ogen, bij aanschaf van een Edy wordt tegen inlevering van de wringer 25 gulden korting gegeven. En dan wordt de wasdag een wasuurtje!
*) Nog een keer aandacht voor vragen: op een i staat gewoonlijk slechts één puntje en de uitdrukking die precisie wil aangeven is zélf juist onnauwkeurig. (Ik neem aan dat de oorsprong te vinden is in het feit dat onze <i> teruggaat op het teken <ij>.)
Ik heb “de puntjes op de i” altijd begrepen als “op iedere i één puntje”, dus eigenlijk “de puntjes op de i’s”.