Hoe complex de coronacrisis is: Pieter Heerma en de stenografen zijn het eens

Het was andermaal duidelijk in het coronadebat van 5 januari dat het ernstig is, die kwestie rond Covid-19 en dat minister De Jonge (VWS, CDA) het er niet gemakkelijk mee heeft. In diens schaduw heeft Pieter Heerma, de Amsterdamse fractievoorzitter van het CDA, in debatten geen simpele rol. Amsterdams: hij laat zijn thuistaal veel duidelijker doorklinken dan bijvoorbeeld collega Asscher (PvdA). Zou het Fries van thuis zijn Amsterdams verhevigen waardoor zo zo vaak klinkt als “so”? Maak daarbij onderscheid tussen wel- en niet-geassimileerde gevallen! In de uiting “Hoe gaan we zo snel mogelijk zo goed mogelijk vaccineren?” is een normale uitspraak van het Nederlands achtereenvolgens “zo” en “so” – Heerma segt in die gevallen (bij voorkeur “gefallen”) de stemloze variant tweemaal so: “Hoe gaan we so snel mogelijk so goed mogelijk vaccineren?”

Heerma (still van debat 05.01.2021)

Het zal Heerma’s realisering “puzel” voor puzzel niet verklaren en er komen ook wel eens hypercorrecties voor in de realisering door Friezen en Mokumers (luister eens naar Frits Wester die bijvoorbeeld “zamen” kan zeggen voor samen), maar er is meer. In de ongecorrigeerde Handelingen van 5 januari j.l. zien we dat de CDA-fractievoorzitter begrijpelijkerwijs spreekt van een vráagstuk voor de minister. Hij licht dat zelf in een tussenzinnetje toe: “Er zijn zo veel verschillende vaccins van verschillende distributeurs, vaccins met verschillende effecten op verschillende mensen; je weet niet wanneer het goedgekeurd wordt en hoeveel je wanneer krijgt; daar komen weer adviezen over van de Gezondheidsraad”.
Dat is niet een vráagstuk, dat is een compléx vraagstuk en zelfs dat is in de gedachten van Heerma waarschijnlijk nog een understatement. Wat zei hij volgens het verslag: “Deze crisis is namelijk zo complex (….)”. Wat zei hij in het vuur van zijn betoog: “Deze crisis is namelijk zo incomplex”.

Incomplex, zoals we kunnen spreken van ingemeen, in- en insmerig. Het voorvoegsel in- kan een bijvoeglijk naamwoord intensiveren. Daar zocht Heerma begrijpelijkerwijs naar in een antwoord op Wilders, die onder andere van zwabberen door De Jonge had gesproken.
Maar in– is een eigenaardig prefixje: z’n betekenis hangt af van de taalhistorische herkomst van het bijvoeglijk naamwoord waar het aan vastgehecht wordt!
Zeker, ingemeen is een versterking van het simpele gemeen, maar bij woorden uit de Romaanse hoek ligt het anders. Inhumaan is het tégendeel van ‘ontzettend humaan’.
Van Dale bevat daarom meer dan één trefwoord voor wie zoekt naar in-:

in-1
als voorvoegsel in samengestelde bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden ter aanduiding dat het in het tweede lid genoemde tot in het binnenste toe, geheel en al, in hoge mate aanwezig is: inbedroefd, inbleek, indom

in-2
als voorvoegsel in ontleende woorden ter ontkenning van het in het tweede lid genoemde: (…) incapabel, incoherent, incorrect

Heerma greep naar het eerste maar kon dat in combinatie met complex niet gebruiken als smaakversterker. De Dienst Verslag en Redactie corrigeerde de CDA-woordvoerder. Niet wat deze zéi staat in de Handelingen, wel wat hij bedóelde te zeggen.

De stenografen heten deze officiële verslaggevers in de wandeling – ik zou ze samen met Pieter Heerma graag beforderen tot stenograven.

Over Siemon

Siemon Reker (1950, Uithuizen) was hoogleraar Groninger taal en cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen tot aan zijn emeritaat in 2016. Eerder was hij onder meer streektaalfunctionaris van de Provincie Groningen en actief in de journalistiek (Nieuwsblad van het Noorden, Radio Noord). Publicaties staan onder het kopje C.V.
Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.