Bij bepaalde woordjes zou je wensen dat een lexicon als Van Dale extra informatie geeft omtrent de sfeer waarin het betreffende woord voorkomt. Neem als voorbeeld terdege, een bijwoord waar de spreker iets subjectiefs mee uitdrukt en daarom bekend staand onder de aanduiding bijwoord van modaliteit.
Kijken we via de taalbank LexisNexis naar een royale honderd actuele gebruiksgevallen, dan is het duidelijk met welke werkwoorden we terdege in het Nederlands verbinden: beseffen, zich bewust zijn, zich realiseren, rekening houden met. Het tegenwoordige Nederlands bezigt terdege dus bij uitstek in een psychologische context, terdege benadrukt iets cognitiefs.
Bij die voorbeelden uit LexisNexis bevond zich maar één duidelijk tegenvoorbeeld in de vorm van “het zeil in de gang bij de familie Honijk is terdege gewreven en dus spiegelglad”. (Dagblad voor West-Friesland, woensdag 23 december 2020) “Terdege gewreven zeil in een gang”. Hier lijkt terdege te figureren in een positie die meer past bij het verwante degelijk ‘duchtig’: een bijwoord van graad, geen bijwoord van modaliteit.
Hoe gebruiken Kamerleden het woord terdege? We beperken ons tot de afgelopen 12 maanden, grofweg aan te duiden als 2020. De uitkomst spoort allereerst met de bevinding van het cognitief-psychologische aspect van bewustheid:
• Attje Kuiken (PvdA) zegt bijvoorbeeld “Ik hoop dat de minister zich daar terdege van bewust is.”
• Eppo Bruins (ChristenUnie) verwijst mede naar zichzelf als hij zegt: “(…) omdat wij ons sinds de schriftelijke vragen van de heren Paternotte en Bruins van 7 november jongstleden terdege realiseren dat (…).”
• Tunuhan Kuzu (DENK) spreekt in dezelfde sfeer: “Wij beseffen terdege dat zulke bijeenkomsten risico’s met zich meebrengen (…).”
Verrassend is hoe vaak van de plusminus 20 maal dat terdege in de Handelingen van het laatste jaar voorkomt dat dit bewustzijns-facet níet aanwezig is en dat is bij twee deelnemers aan het plenaire debat het geval én meer dan eens:
• Joba van den Berg (CDA): “Wij denken dat je daarmee terdege deze instellingen een stap verder kunt brengen.”
• idem: “Dus wij denken terdege dat deze wet gaat helpen om daar goede stappen in te zetten.”
• idem: “Volgens mij hebben wij terdege wel bepaalde informatie gekregen.”
(Alleen in het tweede voorbeeld lijkt terdege gecombineerd met denken (cognitie!) maar gevoelsmatig onderstreept het volgende, dat de wet goede stappen zal bevorderen.)
Andere regelmatige gebruiker maar met dezelfde afwijkende betekenis:
• Dion Graus (PVV): “We hebben het mede gedaan omdat het tuchtrecht wel terdege ook geldt voor de NVWA-dierenartsen.”
• idem: “Er is terdege wel een categorie bijgekomen, namelijk categorie 8.”
• idem: “Dat is dus terdege wel gebeurd, (…).”

In de taal van mevrouw Van den Berg en de heer Graus zien we dat terdege ‘degelijk’ betekent – een onderstreper van de gedane bewering, die door het geregeld toegevoegde wel ook te vertalen is als ‘echt wel, wel degelijk’. Bij het psychologisch gebruikte terdege wordt wel nooit toegevoegd.
P.S. Natuurlijk zijn Kamerleden ook gewone mensen die normaal Nederlands spreken. Zich realiseren en beseffen kan door hen dus gemengd worden tot zich beseffen. Dat leidt dan ook tot taalgebruik als “ik besef me terdege”. Zó zei Aukje de Vries (VVD) het gisteren in het Aardbevingsdebat (10.02.2021), maar de dienstdoende stenograaf corrigeerde haar stilzwijgend: “Ik besef terdege dat deze wet slechts papier is.”