Een maandje via LexisNexis turen naar het gebruik van de uitdrukking “te gek voor woorden” en verwante wijzen van zeggen die daarop variëren, maakt vroeg in 2021 het succes van deze woordenreeks duidelijk. Hoe hebben we er ooit zonder gekund! Verreweg het vaakst lezen we te gek voor woorden, maar wat inhoudelijk maar een beetje lijkt op gek past daar evengoed: bizar, zot, idioot, absurd, ridicuul. Kijken we in Kamerverslagen uit de jaren kort na 2000, dan kunnen we op de plek van gek goeddeels identieke woorden aanstrepen als zot, bezopen, dol, absurd, belachelijk, bizar, ridicuul, onzinnig, idioot – maar te gek voor woorden was historisch de eerste en dat wint het zo in de jaren 2000-2010 nog steeds met overmacht als we op de gebruiksfrequentie letten.
Voor we onze blik richten op het afgelopen jaar kijken, terug naar het begin. In Dat gezegd hebbend… (Assen 2018) keek ik naar het Binnenhofse taalgebruik via debatten, persconferenties, gesprekken met de minister-president, maar vooral op basis van de Handelingen van de Tweede Kamer. De uitdrukking te … voor woorden staat in het boek behandeld op bladzijde 291-292. Van Ed van Thijn (PvdA) vond ik het vroegste gebruiksgeval, 13 juni 1979. Er was een motie over meer aandacht voor verkeersveiligheid met hem als eerste ondertekenaar kamerbreed aangenomen, maar drie maanden later bleek minister Tuijnman (van VWS) zich er een beetje van af te maken en de Kameruitspraak niet uit te voeren. Dat kritiseerde Van Thijn en – wat nu niet meer zou kunnen – de minister vroeg tussendoor een beetje verongelijkt: “Waarom spreekt u nu in deze toonzetting?” Dat gooide kolen op het vuur van Van Thijn die constateerde dat de bewindsman voor de organisatie van de verkeersveiligheid óok nog eens geen cent extra wilde reserveren en concludeerde toen: “Het is toch te gek voor woorden.”
Wat misschien geen toevalligheid is, maar de állereerste keer dat de uitdrukking de Handelingen haalde betrof niet die van de Tweede maar van de Eerste Kamer. Hedy d’Ancona sprak als PvdA-woordvoerder in de Senaat over het “gebrek aan coördinatie bij de huidige problematiek rond de Almere-spoorlijn”. Dat gebeurde op 12 juni 1979. Ze zei volgens de Handelingen: “Dat de Minister van Verkeer en Waterstaat nu ad hoc zijn collega van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening te hulp roept is te gek voor woorden.” Het gebeurde bij de behandeling van de begroting van het Departement van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Na haar uithaal naar minister Tuijnman van V&W zei ze “te hopen dat de Minister zich niet leent voor een dergelijk partijtje paniekvoetbal.” Dat laatste had betrekking op Jhr.Drs. P.A.C. Beelaerts van Blokland van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.
Een en dezelfde Verkeersminister werd dus aan beide zijden van het Binnenhof twee dagen achtereen met dezelfde, nu aan het Binnenhof geïntroduceerde bewoordingen onder vuur genomen door een PvdA-woordvoerder. Wat meer is: het betrof d’Ancona en Van Thijn die in die jaren een relatie hadden.*) Dat voedt de gedachte dat zij het aan de keukentafel over Tuijnman gehad hebben, voorafgaand aan de week waarin ze in de Kamers beiden moesten debatteren. Het onderstreept de vraag naar de oorsprong van te gek voor woorden: heeft een van hen de ander geïnspireerd? En ook: was er sprake van beïnvloeding vanuit het Engels?
De OED laat zien, hoe oud de algemenere wijze van zeggen “too —— for words” al is. De betekenis omschrijft OED als “to such an extent as to render a person speechless, or to defy description or expression in words; (later, in colloquial hyperbolical use) extremely ——, utterly ——.” We zien aan de OED hoe lang het Engels dit gebruik al kende:

Te gek voor woorden is ‘in woorden niet te vatten, taal te boven gaand’ – met geen pen te beschrijven zouden bepaalde politici graag zeggen. Dat is dus een wel zeer sterke mate van uitdrukking aan iets geven – arme Dany Tuijnman van de VVD. Maar ja, de PvdA zat een anderhalf jaar gefrustreerd in de oppositie tijdens Van Agt-Wiegel en Tuijnman was wellicht niet de sterkste minister uit dat kabinet.

Op de OED kunnen we terugkomen als we gekeken hebben naar te gek voor woorden en de parafrasering daarvan in de voorbije twaalf maanden in de Tweede Kamer. Wat zeggen de meer actuele Handelingen in ongecorrigeerde vorm?
*) Dat ontleen ik aan Willem van Bennekom, Ed van Thijn. Leven als een opdracht. Amsterdam 2018, blz. 21.
**) In Nederlandse kranten komt te gek voor woorden voor het eerst incidenteel voor in het midden van de jaren vijftig van de vorige eeuw, geregelder vanaf 1970.