Tegen het eind van het debat in de Eerste Kamer over de Tijdelijke wet beperking vertoeven in de openlucht covid-19 (19.02.2021) zei minister Grapperhaus volgens de Handelingen: “Er is natuurlijk een motie van de heer Janssen. Die heeft ons nog niet verder gebracht. Dinsdag, Deo volente, kunnen we hier met elkaar over spreken. Dan zou zo’n motie wellicht kunnen helpen. De motie zoals die er nu ligt, moet ik dus ontraden.”
Wat zulke verslagen niet laten zien is wat de minister in mijn herinnering deed, kijken naar Mirjam Bikker. Haar Bijbelse voornaam wijst in dezelfde richting als haar familienaam, Bikker wordt het sterkst gevonden in de Bible belt: mevrouw Bikker is fractievoorzitter van de ChristenUnie in de Senaat. Zij maakt goede kans om straks in de Tweede Kamer gekozen te worden en zal daar haar mannetje staan.
Grapperhaus keek naar de CU-fractievoorzitster toen hij het protestantse Deo volente uitsprak. Dat is een Latijnse constructie die betekent ‘onder voorbehoud van de wil van God’.
Grapperhaus gebruikte het d.v. op de manier waarop dat ook in de Tweede Kamer gangbaar is: koppelen aan een datum (“Dinsdag, Deo volente”) en dat is vreemd. Eerst even checken, wie gebruikte het en wanneer in de oude Tweede Kamer, dus die van 2017-2021? Daar zijn we snel klaar mee, Roelof Bisschop en Martin Bosma. Bosma alleen in zijn rol als voorzitter en dan in zijn slotafkondiging, Bisschop doet het eveneens op de voorzittersstoel (“De stemmingen over de moties vinden plaats Deo volente dinsdag volgende week.”) maar ook eenmaal als deelnemer aan het debat: “We beloven de staatssecretaris dat we Deo volente volgend jaar hem hier strikt op zullen bevragen.”
Bosma, Bisschop en Grapperhaus zijn het eens in hun gebruik van deze conditie: hij wordt gekoppeld aan de tijdsfactor (dinsdag, dinsdag volgende week, volgend jaar e.d.). Dat is ook de gewoonte in bijvoorbeeld protestantse familieberichten. Van iemand uit de SGP-sfeer zou je iets anders verwachten. In die kring heerst het beeld van een God die almachtig gezien wordt en een alomvattende rol speelt en niet alleen over het tijdstip gaat. Je verwacht dat Roelof Bisschop dus eerder zegt “Deo volente vinden de stemmingen over de moties volgende week dinsdag plaats” dan “De stemmingen over de moties vinden plaats Deo volente dinsdag volgende week.” Met die positionering heeft Deo volente op de hele zin betrekking, niet alleen op de datum. Of het gebruik van dat Latijn de neutraliteit van de voorzittersrol ten goede komt, dat lijkt me een vraag voor het Presidium.
Ik was verrast dat Deo volente niet eenmaal in het verkiezingsprogramma van de SGP voorkomt, het programma zélf heet niet eens Deo volente. Op dit terrein zijn er meer surprises te vinden. In het programma van het CDA staat het woord God niet eenmaal, de naam van Jezus wordt er niet in genoemd, Christus evenmin en als het over christenen gaat, dan betreft het alleen vervolgden in verre landen.
Waar heb ik het over. Ik was laatst bij toeval in het centrum van de stad Groningen. Daar was een actie gaande rond het bord waarop de gemeente Groningen de affiches van deze verkiezingen had geprojecteerd. Veilig hoog maar wat mag de toegevoegde waarde zijn? Verrast zag ik dat van de belangrijkste partijen vrijwel geen enkele iets programmatisch had genoteerd. De voornaamste boodschap: STEM.
De VVD maakt het ‘t bontst: geen tekst en ze hebben de naam van de partij bijna gereduceerd tot een speldje op een boord van het overhemd van een man die er zeer groot op afgebeeld staat. Die man doet denken aan Mark Rutte, maar of dat zo is? Het antwoord op die vraag staat er niet bij.
