Archaïsche achtervoegsels zoals in ambtshalve en spoedheidshalve (ii)

Van Dale geeft het in de omschrijving heel nauwkeurig aan, de hier bedoelde woorden die uitgaan op -halve zijn bijwoorden – ze onderhouden dus een nauwe relatie met een werkwoord in de zin. Dat verklaart iemand kortheidshalve, ik leg dat gemakshalve niet nader uit en dergelijke.
In dat opzicht is ambtshalve een buitenbeentje. Laten we eerst een paar voorbeelden uit de Handelingen van de Tweede Kamer in grofweg het voorbije jaar op een rijtje zetten:
• Door in het geval dat fracties of groepen zelf niet in actie komen de Voorzitter ambtshalve een tweede lezing van het voorstel aanhangig te laten maken, wordt dat doel bereikt. (Dat zei Kees van der Staaij (SGP) vanuit vak-K bij de behandeling van het nieuwe Reglement van Orde.)
• Wel hebben we nog een vraag bij de ambtshalve indiening door de voorzitter. (Dat vroeg Roelof Bisschop (ook SGP) aan Van der Staaij bij hetzelfde debat.)
• Hoe gaat zij het vertrouwen geven aan medewerkers dat diezelfde medewerkers niet bij ieder besluit dat zij ambtshalve nemen of moeten nemen bang zijn voor de gevolgen? (Helma Lodders (VVD) bij een van de debatten over de Kinderopvangtoeslagaffaire.)

Telkens was het dus een juridische sfeer, als het ware ‘van rechtswege’ opgeroepen door het reglementerende onderwerp of facet daarvan.
De drie aangehaalde voorbeelden zijn de laatste van de afgelopen parlementaire periode. Eenmaal fungeerde ambtshalve daarin níet als bijwoord, getuige “de ambtshalve indiening door de voorzitter”. In die woordgroep is ambtshalve een bijvoeglijk naamwoord. Maar zeg “de ambtshalve indiening” hardop en een modale ABN-spreker voelt dat het even vreemd klinkt als bijvoorbeeld “een spoedheidshalve afkorting”.

De reden: ambtshalve is een bijwoord. Van Dale schreef het, het is in het Duits met de vergelijkbare woorden op –halber niet anders (vorsichtshalber, pflichthalber). De torenspitsen van de beroemde kathedraal in Zagreb werden vorsichtshalber gedemonteerd. De nieuwe trainer van FC Bayern, Guardiola, wilde de eerste training alleen maar pflichthalber afwerken met het oog op de nieuwsgierigheid van de fans.

In 2019 zei minister Dekker (Rechtsbescherming) een keer iets wat de oorsprong van dit voorbeeld van juristentaal misschien duidelijk maakt. Dekker: “Er is een amendement van de SGP over het ambtshalve verlenen van de vi.” Het ambtshalve verlenen kunnen we op een dubbele manier ontleden,*) maar omdat woorden op -shalve eigenlijk altijd als bijwoord fungeren moet dat hier ook wel het geval zijn.
Uit “het ambtshalve verlenen” kan dan bij juristen “de ambtshalve verlening” ontstaan zijn en in die kring gebruikelijk geworden – logisch, maar taalkundig aanvankelijk in afwijking van de dan geldende regels.
Vergelijkbare gevallen zijn: een ambtshalve wijziging
een ambtshalve gang naar….
een ambtshalve toetsing
de ambtshalve indiening
de ambtshalve vervolging

Raar Nederlands? Ja, maar niet voor juristen. Prof. mr. dr. D.H. de Jong (emeritus Strafrecht RU Groningen) bevestigde me de gangbaarheid van dit taalgebruik in zijn vakgebied en citeerde bij wijze van adstructie uit een arrest van de Hoge Raad, de hoogste rechter in Nederland. Hetzelfde gevoel heeft de oud-rechter mr. J.R. Meijeringh: woorden op -halve zijn bijwoorden maar ambtshalve kan ook voor hem als bijvoeglijk naamwoord dienst doen.

Zou Van Dale het moeten aanvullen met dit vakspecifieke aspect? Een kennis van me vreest dat het woordenboek dan helemaal uit zijn voegen barst.

*) Ik heb de neiging hier klassiek uit te weiden en op het begrip onbepaalde wijs te wijzen als rare term. Onbepaald zou hier kunnen betekenen dat het een werkwoord is zonder nadere vorm zoals tijd of vervoeging, óf dat het zowel bij de werkwoorden gerekend kan worden als bij zelfstandig naamwoorden. Klassiek uitgedrukt: die onbepaalde wijs heet infinitivus maar ook verbum substantivum, dus werkwoord-zelfstandig naamwoord.

Over Siemon

Siemon Reker (1950, Uithuizen) was hoogleraar Groninger taal en cultuur aan de Rijksuniversiteit Groningen tot aan zijn emeritaat in 2016. Eerder was hij onder meer streektaalfunctionaris van de Provincie Groningen en actief in de journalistiek (Nieuwsblad van het Noorden, Radio Noord). Publicaties staan onder het kopje C.V.
Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

2 reacties op Archaïsche achtervoegsels zoals in ambtshalve en spoedheidshalve (ii)

  1. Jan Stroop schreef:

    Je zou ’t niet verwachten, maar in ’t West-Brabants van mijn moeder bestond zowaar ’t verheven ‘beleefdheidshalve’.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.